Pagina 1
CTK - 6200 CTK - 6250 WK - 6600 GEBRUIKSAANWIJZING Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag. Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen Zorg er voor eerst aandachtig de “Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid” te lezen voordat u het keyboard probeert te gebruiken. CTK6200/WK6600D1B...
BEPERKINGEN DE SCHADE DOOR HET VERLIES VAN WINSTEN, ONDERBREKINGEN VAN ZAKELIJKE BELANGEN, VERLIES VAN INFORMATIE) DIE VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK VAN OF DE ONMOGELIJKHEID TOT HET GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING OF DIT PRODUCT, ZELFS ALS CASIO ER OP ATTENT GEMAAKT IS DAT DE MOGELIJKHEID OP DERGELIJKE SCHADE BESTAAT.
Inhoudsopgave Algemene gids ......D-4 Gebruiken van automatische begeleiding ........D-24 Aflezen van de display ........D-6 Modi..............D-7 Spelen van een automatische begeleiding ..D-24 Menu’s ............... D-7 Selecteren van een akkoord , Voorzorgsmaatregelen terwijl vingerzetmodus..........D-26 “Please Wait” wordt getoond ......D-7 Wijzigen van automatische Opslaan van instellingen ........
Pagina 4
Inhoudsopgave Gebruiken van de Referentie ........D-113 melodiesequencer ....D-63 Foutmeldingen ..........D-113 Oplossen van moeilijkheden ......D-114 Starten van één-toets opname (EASY REC)... D-63 Technische gegevens ........D-116 Wat u kunt doen met de melodiesequencer ..D-65 Bedieningsvoorzorgsmaatregelen ....D-118 Opnemen van afzonderlijke sporen....D-67 DSP Effectenlijst ..........D-119 Gebruiken van paneelopname voor het herschrijven van...
Algemene gids • De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen de WK-6600. L-1 - L-17 C-1 - C-13 Draairegelaar T-1 - T-9 R-1 - R-20 Achterkant...
Pagina 6
Algemene gids • In deze handleiding verwijst de term “Digitale Keyboard” naar CTK-6200/CTK-6250/WK-6600. • Deze handleiding gebruikt de hieronder gegeven nummers en namen die verwijzen naar de toetsen en bedieningsorganen. • Hieronder volgt een verklaring van de betekenis van de # en $ symbolen die verschijnen op het paneel van het product en met de hieronder gegeven toetsnamen.
Algemene gids Akkoordgebied Aflezen van de display Dit gebied toont het akkoord dat gespeeld wordt wanneer de automatische begeleiding (pagina D-24) of Dit hoofdstuk geeft een verklaring van de inhoud van het muziekvoorkeuze (pagina D-49) gebruikt wordt. Het kan displayscherm van het Digitale Keyboard. breukakkoorden tonen door de akkoordgrondtoon (C, G, etc.) en het type (m, septiem, etc.) te laten zien.
Algemene gids Modi Menu’s Uw Digitale Keyboard heeft drie modi: een ritme modus, een U kunt dezelfde bedieningshandelingen volgen om menu’s te kaartmodus en een melodiesequencer modus. De op dat tonen die specifiek zijn voor de modus en functie. Houd om moment geselecteerde modus wordt weergegeven als een een menu weer te geven de R-13 (FUNCTION) toets indicator op de display.
Algemene gids Opslaan van instellingen Uw Digitale Keyboard is uitgevoerd met een melodiesquencer en andere kenmerken die u kunt gebruiken om data die u creëert op te slaan. Deze opgeslagen data blijven behouden zelfs wanneer het Digitale Keyboard uitgeschakeld is. De toon, het ritme en andere instellingen die u configureert op het console van het Digitale Keyboard keren gewoonlijk terug tot hun defaults (oorspronkelijke instelling bij inschakelen van...
Voorbereidingen voor het spelen Gebruik van een stopcontact Voorbereidingen voor de Zorg ervoor dat u enkel de netadapter (JEITA Standaard, met muziekblad standaard gecombineerde polariteitsstekker) die gespecificeerd is voor dit product gebruikt. Het gebruik van een ander type netadapter kan bedieningsproblemen veroorzaken. Partituurstandaard Gespecificeerde netadapter: AD-A12150LW Sluit de netadapter aan d.m.v.
Voorbereidingen voor het spelen ■ Lege batterij indicator Gebruiken van batterijen Het onderstaande toont de geschatte levensduur van de U kunt zes batterijen maat D gebruiken voor het leveren batterijen. van stroom. 4 uren op alkaline batterijen • Gebruik alkaline of zink-koolstof batterijen. * De bovenstaande waarden zijn de standaard levensduur Gebruik geen oxyride batterijen of andere batterijen die van de batterijen bij kamertemperatuur met het volume op...
Aansluitingen Aansluiten van de hoofdtelefoon Aansluiten van een microfoon (alleen bij model WK-6600) Door de hoofdtelefoon te gebruiken wordt het geluid van de ingebouwde luidsprekers uitgeschakeld hetgeen betekent dat U kunt (alleen) een dynamische microfoon aansluiten op het u zelfs ’s avonds laat kunt oefenen zonder anderen te storen. Digitale Keyboard voor weergave via de luidsprekers van het •...
(zoals AUX IN) verkrijgbaar zijn krijgen van de CASIO catalogus die waarop het Digitale Keyboard aangesloten is. Stel het beschikbaar is bij uw winkelier en van de CASIO website bij volumeniveau bij d.m.v. de L-2 (VOLUME) regelaar. de volgende URL.
Selecteren en spelen van een toon R-1 - R-12 R-1 - R-12 R-14 R-14 L-13 L-13 L-17 L-17 R-19 R-19 L-14 L-14 L-16 L-16 R-20 R-20 Inschakelen van de spanning van het Digitale Keyboard • Als u slechts lichtjes op de L-1 (POWER) toets drukt, gaat de display kortstondig branden maar de spanning wordt niet ingeschakeld.
Selecteren en spelen van een toon ■ Uitschakelen van de automatische Druk op de L-16 (PLAY/STOP) toets om de stroomonderbreker weergave van de demonstratiemelodie te stoppen. Druk op de L-1 (POWER) toets om deze uit te schakelen als het Digitale Keyboard Selecteren van een toon ingeschakeld is.
Selecteren en spelen van een toon Nu kunt u op het toetsenbord spelen met de • Drie tonen, twee gelaagde tonen voor het rechter bereik en één voor het linker bereik van het toetsenbord geselecteerde toon. (pagina D-17) Deze configuratie gebruikt enkel het UPPER 1 onderdeel, het UPPER 2 onderdeel en het LOWER onderdeel (Laag: •...
Selecteren en spelen van een toon R-15 R-15 R-16 R-16 R-17 R-17 R-14 R-14 L-10 L-10 R-13 R-13 L-11 L-11 R-19 R-19 R-18 R-18 R-20 R-20 Aanbrengen van een laag met twee tonen Splitsen van het toetsenbord tussen twee tonen Verwijs naar de afzonderlijke “Appendix”...
Selecteren en spelen van een toon Specificeren van het toetsenbordsplitspunt Gebruiken van laag en splitsing samen Houd de R-19 (SPLIT) toets ingedrukt en druk Zie stappen 1 en 6 van de procedure onder tegelijkertijd op de klaviertoets waarvan u wilt “Aanbrengen van een laag met twee tonen”...
Selecteren en spelen van een toon Verhogen en verlagen van de Gebruiken van toonschaal van het toetsenbord octaafverschuiving (transponeren) U kunt d.m.v. octaafverschuiving de octaaf afzonderlijk veranderen van de UPPER 1, UPPER 2 en LOWER delen. De transponeerfunctie laat u de algehele toonschaal van het U kunt octaafverschuiving gebruiken om de octaaf van een toetsenbord verhogen of verlagen in stappen van een halve melodie te verhogen of te verlagen, of om verschillende...
Selecteren en spelen van een toon Druk op de L-9 (BEAT) of R-15 (EXIT) toets. Gebruiken van de metronoom • Hierdoor wordt het metronoommaatslagscherm verlaten. Druk op de L-9 (METRONOME) toets. Veranderen van de tempo instelling Er zijn twee verschillende methoden die u kunt aanwenden om de instelling van het tempo te veranderen: gebruiken van de TEMPO toetsen of lichtjes een maatslag op een toets •...
Selecteren en spelen van een toon ■ Bijstellen van het tempo door een maat te tikken Gebruiken van de Houd de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt en toonhoogteregelaar tik lichtjes vier maal op de L-11 (TAP) toets met Met de PITCH BEND draairegelaar (S-1) kunt u de de snelheid (tempo) die u wilt instellen.
Selecteren en spelen van een toon Selecteer een temperament d.m.v. de Selecteren van een temperament draairegelaar of de R-14 (–, +) toetsen. en fijnafstellen van de toonschaal • Bij selecteren van een temperament anders dan 01: Bij Equal verschijnt de C indicator in de display. Selecteer d.m.v.
Selecteren en spelen van een toon Druk tweemaal op de R-15 (EXIT) toets wanneer Druk tweemaal op de R-15 (EXIT) toets wanneer u klaar bent. u klaar bent met het maken van bijstellingen. • Hierdoor wordt teruggekeerd naar het scherm dat •...
Selecteren en spelen van een toon Druk op de R-18 (AUTO HARMONIZE/ Automatisch spelen van Apeggio ARPEGGIATOR) toets. frasen (Arpeggiator) • Hierdoor verschijnt een aanwijzerindicator in de display naast ARPEG. Met de arpeggiator kunt u automatisch verschillende arpeggio’s en andere frasen spelen door gewoonweg klaviertoetsen aan te slaan op het toetsenbord.
Pagina 26
Speel andere akkoorden met de linker hand terwijl u de melodie met uw rechter hand speelt. • U kunt “CASIO Chord” gebruiken of andere vereenvoudigde akkoord vingerzetmodi om akkoorden te spelen. Zie “Selecteren van een akkoord vingerzetmodus”...
■ CASIO Chord Bij “CASIO Chord” gebruikt u vereenvoudigde vingerzettingen U kunt kiezen uit de volgende vijf akkoord vingerzetmodi. om de vier typen akkoorden te spelen die hieronder worden beschreven.
Gebruiken van automatische begeleiding Wijzigen van automatische Gebruiken van één-toets begeleidingspatronen voorkeuzes Er zijn zes verschillende automatische begeleidingspatronen, Eén-toets voorkeuze geeft u toegang door indrukken van zoals hieronder getoond. U kunt overschakelen tussen slechts één toets tot de toon en tempo instellingen die goed patronen tijdens de begeleidingsweergave en zelfs de passen bij het op dat moment geselecteerde ritmepatroon van patronen wijzigen.
Gebruiken van automatische begeleiding Selecteer d.m.v. de draairegelaar of R-14 (–, +) Gebruiken van automatische toetsen het automatische harmonisatie type dat harmonisatie u wilt gebruiken. • U kunt één van de typenummers (001 - 012) selecteren Met automatische harmonisatie wordt harmonie toegevoegd die beschreven worden in de tabel hieronder.
Gebruiken van automatische begeleiding Speel de akkoorden en de melodie op het Selecteer d.m.v. de toetsen L-12 (INTRO) - L-15 toetsenbord. (SYNCHRO/ENDING) het begeleidingspatroon dat u wilt bewerken. Als u bijvoorbeeld het intro • Harmonie zal worden toegevoegd aan uw melodienoten gebaseerd op de akkoorden die u speelt.
Pagina 31
Gebruiken van automatische begeleiding Bewerk het geselecteerde *1 Enkel drumsetklanken (toonnummers K:129 tot en met begeleidingsinstrumentonderdeel naar wens. K:145) kunnen geselecteerd worden voor de drum en percussie gedeelten. Drumsetklanken kunnen niet worden • Tijdens het uitvoeren van de de onderstaande geselecteerd voor de bas en de akkoord 1 tot en met 5 procedure kunt u op de L-16 (START/STOP) toets gedeelten.
Gebruiken van automatische begeleiding Druk nadat alles naar wens is op de R-16 (ENTER) toets. • Door op de R-15 (EXIT) toets te drukken in plaats van stap • Hierdoor wordt een scherm getoond voor het 8 wordt het bevestigingsscherm hieronder getoond. Door specificeren van het bestemming op dit moment op de R-14 (YES) toets te drukken verschijnt gebruikersritmenummer en de ritmenaam.
Uitoefenen van effecten op een klank U kunt een verscheidenheid aan akoestische effecten uitoefenen op de klanken die worden geproduceerd door het Digitale Keyboard. De ingebouwde effecten omvatten een grote verscheidenheid waarbij u toegang krijgt tot een selectie algemene digitale effecten.
Pagina 34
Uitoefenen van effecten op een klank ■ DSP effectmodus configuratie De DSP effectmodus is geactiveerd terwijl “DSP” geselecteerd is als de “Chorus/DSP” effectparameter. DSP en nagalm kunnen gebruikt worden bij de DSP effectmodus. Onderdeel A01-A16, B01-B16 Uitgangsvermogen Part Volume/Pan Master Toongenerator Volume/Pan Reverb Send...
Uitoefenen van effecten op een klank R-15 R-15 R-16 R-16 R-17 R-17 R-14 R-14 R-13 R-13 Selecteren van effect • Een aanwijzerindicator wordt naast REVERB weergegeven Effecten worden onderverdeeld in verschillende types wanneer iets anders dan “oFF” geselecteerd is als het (nagalm, zweving, DSP) zodat u eerst de procedure hieronder nagalmtype.
Uitoefenen van effecten op een klank Verplaats d.m.v. de R-17 (t, y) toetsen de vetgedrukte haakjes (%) naar de “Chorus/ • Door een toon te selecteren d.m.v. DSP verandert de DSP” instelling. “Chorus/DSP” instelling automatisch naar de “DSP” (DSP effectmodus), zodat het zwevingeffect niet Selecteer de R-14 (–, +) toetsen om “Chorus”...
Uitoefenen van effecten op een klank Selecteer d.m.v. de draairegelaar of R-14 (–, +) Creëren van een gebruikers DSP toetsen het DSP type dat u wilt gebruiken. • DSP types met de voorafgaande nummers 001 - 100 U kunt een gebruikers DSP creëren door één van de (en “ton”) zijn voorkeuze DSP’s.
Pagina 38
Uitoefenen van effecten op een klank Verplaats d.m.v. de R-17 (t, y) toetsen de Druk op de R-14 (YES) toets. vetgedrukte haakjes (%) naar de te • Hierdoor wordt een scherm getoond voor het specificeren van het bestemming gebruikers DSP veranderen parameter.
Gebruiken van de mixer R-15 R-15 R-16 R-16 R-17 R-17 R-14 R-14 R-13 R-13 C-13 C-13 Voor meer Mixer overzicht Wordt gebruikt voor dit: gedeelte: informatie: De klankbron van dit Digitale Keyboard is in staat om “Gebruiken van de maximaal 32 afzonderlijke gedeelten tegelijkertijd weer te Metronoomklank metronoom”...
Gebruiken van de mixer Verplaats d.m.v. de R-17 (t, y) toetsen de Mixerbewerking vetgedrukte haakjes (%) naar de te veranderen parameter. Veranderen van de mixerparameters • De parameters die geconfigureerd worden hangen af van de op dat moment geselecteerde instelling. Zie de Druk op de C-5 (MIXER) toets.
Gebruiken van de mixer Om alle mixerparameters terug te stellen Veranderen van de informatie weergegeven door de niveaumeter tijdens het configureren van de deelparameterinstellingen • Zie “Parameterlijst” (pagina D-126) voor nadere details Houd terwijl het mixerscherm weergegeven betreffende hoe de oorspronkelijke defaultinstellingen geconfigureerd zijn wanneer u de volgende procedure wordt de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt uitvoert.
Gebruiken van de mixer Mixerparameter instellingen De onderstaande tabel toont dat de parameters die op het mixerscherm geconfigureerd worden. De instellingen gemarkeerd met een asterisk (*) in de “Instelbereik” kolom zijn de oorspronkelijke defaults. MASTER Parameters MASTER parameters omvatten de items voor het bijstellen van het volumeniveau, panpositie en andere instellingen die op alle delen worden uitgeoefend.
Gebruiken van de mixer MIC Parameters (alleen bij model WK-6600) De MIC parameters omvatten instellingen die gerelateerd zijn aan de ingangssignalen van de microfoon (binnenkomend via de T-5 (MIC IN) aansluiting). Parameternaam Omschrijving Instelbereik Part Specificeert of het geluidsingangssignaal via een microfoon dient te worden oFF, on (Mic Activeren) afgegeven (on) of niet (oFF).
Gebruiken van de mixer Deelparameters Deelparameters omvatten instelitems die bijgesteld kunnen worden voor de delen A01 - A16 en B01 - B16. Parameternaam Omschrijving Instelbereik TONE Specificeert een toon voor elk deel. Bij het configureren van deze parameter kunt u A:001 - L:010 (Gedeeltetoon) d.m.v.
Gebruiken van de Toon Editor R-15 R-15 R-12 R-12 R-16 R-16 R-17 R-17 R-14 R-14 R-13 R-13 C-13 C-13 U kunt een gebruikerstoon creëren door één van de (1) Toonkarakteristiek Golfvorm ingebouwde voorkeuzetonen te bewerken. • Tooninstelling Specificeert welke van de voorkeuzetonen gebruikt dient te Tooncreatie overzicht worden als de originele toon.
Gebruiken van de Toon Editor • Afkapfrequentie Creëren van een gebruikerstoon De afkapfrequentie is een parameter voor het afregelen van de klankkleur door de frequentie af te kappen die hoger is dan een gespecificeerde frequentie. Een kleinere afkapfrequentie Gebruikerstoonnummers een helderder (hardere) klankkleur produceert terwijl een lagere frequentie een donkerder (zachtere) klankkleur De toongebieden L:001 - L:010 zijn voor het opslaan van produceert.
Pagina 47
Gebruiken van de Toon Editor Houd om een ritme op te slaan na het te hebben bewerkt de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt • Door op de R-15 (EXIT) toets te drukken in plaats van stap terwijl u op de C-13 (MENU) toets drukt. 6 wordt het bevestigingsscherm hieronder getoond.
Gebruiken van de Toon Editor Toonparameterinstellingen De onderstaande tabel toont de parameters die geconfigureerd kunnen worden op het toonbewerkingsscherm. Zie “Tooncreatie overzicht” (pagina D-44) voor informatie aangaande elke parameter. De instellingen gemarkeerd met een asterisk (*) in de “Instelbereik” kolom zijn de oorspronkelijke defaults. Parameternaam Omschrijving Instelbereik...
Pagina 49
Gebruiken van de Toon Editor Parameternaam Omschrijving Instelbereik DSP On Off Specificeert of DSP uitgeoefend dient te worden (on) op noten of niet (oFF). De , on (DSP aan/uit) volgende vier instellingen zijn geactiveerd wanneer “on” geselecteerd wordt voor deze instelling. Specificeert de op tonen uit te oefenen DSP d.m.v.
Muziekvoorkeuzes R-15 R-15 L-3 - L-8 L-3 - L-8 R-1 - R-12 R-1 - R-12 R-16 R-16 R-17 R-17 R-14 R-14 R-13 R-13 L-13 L-13 L-15 L-15 L-17 L-17 C-12 C-12 L-14 L-14 L-16 L-16 C-13 C-13 Houd de L-6 ([D] WORLD/VARIOUS) toets Gebruiken van muziekvoorkeuzes ingedrukt en druk op de L-7 ([E] PIANO Met muziekvoorkeuzes wordt één-toets toegang verkregen tot...
Pagina 51
Muziekvoorkeuzes Selecteer d.m.v. de toetsen L-3 ([A] POPS/ Speel de melodie samen met de automatische ROCK/DANCE) - L-8 ([F] USER RHYTHMS) een begeleiding. muziekvoorkeuzegroep. • De voorkeuze akkoordprogressie herhaal hetzelfde patroon. Het aantal maten in de progressie hangt af van de muziekvoorkeuze die geselecteerd is. Kortere progressies omvatten twee tot vier maten terwijl langere 30 tot 40 maten lang zijn.
Pagina 52
Muziekvoorkeuzes Muziekvoorkeuze instellingen De instellingen in de onderstaande tabel worden opgeroepen wanneer een muziekvoorkeuze geselecteerd is. • Behalve voor de akkoordprogressie kunnen alle instellingen worden aangepast nadat een muziekvoorkeuze geselecteerd is. Zie de informatie die aangegeven staat in de “Voor meer informatie” kolom van de tabel voor details aangaande het aanpasen van een bepaalde instelling.
Pagina 53
Muziekvoorkeuzes Veranderen van automatische Veranderen van het ritme tijdens het gebruik begeleidingsinstelingen van de van een muziekvoorkeuze muziekvoorkeuze Terwijl het muziekvoorkeuzescherm getoond wordt, fungeren de toetsen L-3 ([A] POPS/ROCK/DANCE) - L-8 ([F] USER Terwijl het muziekvoorkeuzescherm wordt weegegeven, kunt RHYTHMS) als selectietoetsen voor de u de L-17 (ACCOMP ON/OFF) toets gebruiken om de muziekvoorkeuzegroep.
Muziekvoorkeuzes Verplaats d.m.v. de R-17 (t, y) toets de 0 Creëren van een naar “Parameter” en druk daarna op de R-16 gebruikersvoorkeuze (ENTER) toets. • Hierdoor wordt het parametermenu getoond. Gebruikersvoorkeuzenummers De voorkeuzegebieden F:001 - F:050 zijn voor het opslaan van gebruikersvoorkeuzes.
Muziekvoorkeuzes Verplaats d.m.v. de R-17 (y) toets de 0 naar “Store” en druk daarna op de R-16 (ENTER) • Door op de R-15 (EXIT) toets te drukken in plaats van stap toets. 6 wordt het bevestigingsscherm hieronder getoond. Door • Hierdoor wordt een scherm getoond voor het op dit moment op de R-14 (YES) toets te drukken verschijnt specificeren van het bestemming het gebruikersvoorkeuze opslagscherm in stap 7.
Muziekvoorkeuzes Instelling van de Timing en de akkoordprogressieweergave Dit hoofdstuk geeft een verklaring hoe akkoordprogressies worden weergegeven in overeenstemming met de “Timing” (Instellen Timing) instellingen in stap 5 onder “Creëren en opslaan van een gebruikersvoorkeuze” (pagina D-53). Merk op dat deze instelling alleen de weergave beïnvloed.
Pagina 57
Muziekvoorkeuzes • 3/4 Speel akkoorden maat-voor-maat bij een timing die 3/4 is van die van de opname. Deze instelling is het beste voor gebruik met een 6/8ste tijd ritme. Weergeven van een akkoordprogressie zoals dat getoond voor “Half” hierboven terwijl “3/4” gespecificeerd is, geeft het resultaat in de progressie die hieronder getoond wordt.
Muziekvoorkeuzes Voer de volgende akkoordprogressie Bewerken van een bewerkingen uit. akkoordprogressie • Naast een bestaand akkoord (“Wijzigen van opgenomen akkoorddata”, pagina D-58) U kunt de voorkeuze akkoordprogressie wijzigen en deze • Wis een bestaand akkoord (“Wissen van opgeslagen opslaan als een gebruikersvoorkeuze of u kunt een nieuwe akkoorddata”, pagina D-58) akkoordprogressie creëren vanaf het begin en deze dan •...
Muziekvoorkeuzes Druk op de R-16 (ENTER) toets om de Wijzigen van opgenomen akkoorddata veranderde waarde toe te passen. Zie stappen 1 en 4 van de procedure op pagina • Hierdoor stopt de cursor met knipperen. “Akkoordprogressie bewerkingsstappen” op pagina D-57. •...
Muziekvoorkeuzes Specificeer de plaats van de nieuwe Uitvoeren van stapinvoer van akkoorden akkoordinvoeging als het aantal maatslagen na Zie stappen 1 en 4 van de procedure op pagina de huidige cursorpositie. “Akkoordprogressie bewerkingsstappen” op Specificeren van dit aantal Druk op deze pagina D-57.
Muziekvoorkeuzes Uitvoeren van menubewerkingen Om dit te doen: Doe dit: 1. Verplaats d.m.v. de R-17 (t, y) Voeg blanco maten in Zie stappen 1 en 4 van de procedure op pagina toetsen de 0 naar “InsertMeas.” en druk op specifieke plaatsen (Insert Measure) daarna op de R-16 (ENTER) toets.
Opslaan van keyboard basisinstellingen in het registratiegeheugen R-14 R-14 C-12 C-12 C-10 C-10 C-11 C-11 C-13 C-13 Het registratiegeheugen laat u basisinstellingen (toon, ritme, etc.) van het Digitale Keyboard opslaan voor onmiddellijk oproepen wanneer u deze instellingen nodig heeft. • Zie “Parameterlijst” (pagina D-126) voor informatie aangaande items die onderdeel kunnen zijn van een registratie basisinstelling.
Opslaan van keyboard basisinstellingen in het registratiegeheugen Basisinstel- Basisinstel- Basisinstel- ling 1-1 ling 1-2 ling 1-3 • De boodschap “Please Wait” blijft op de display terwijl de data-opslagbewerking wordt uitgevoerd. Voer geen Toonnummer E:016 H:001 A:001 bediening uit terwijl deze melding wordt weergegeven. Ritmenummer A:015 E:013...
Gebruiken van de melodiesequencer R-15 R-15 R-1 - R-12 R-1 - R-12 R-16 R-16 R-17 R-17 R-14 R-14 R-13 R-13 L-12 L-12 L-13 L-13 L-15 L-15 C-12 C-12 L-14 L-14 L-16 L-16 C-10 C-10 C-11 C-11 C-13 C-13 U kunt m.b.v. de melodiesequencer het toetsenbordspel Starten van één-toets opname (inclusief automatische begeleiding) opnemen of afzonderlijke (EASY REC)
Pagina 65
Gebruiken van de melodiesequencer Druk op de C-2 (RECORD) toets. (4) Verplaats d.m.v. de R-17 (y) toets 0 naar “Precount” en druk vervolgens op de R-14 (–, +) toetsen om het tellen in of uit te schakelen. Door het tellen in te schakelen wordt tellen van een-maat ingevoegd voor het starten van de opname wanneer u op de L-16 (START/STOP) toets drukt in stap 4.
Gebruiken van de melodiesequencer Neem d.m.v. EASY REC een toetsenbordspel Wat u kunt doen met de op d.m.v. een muziekvoorkeuze melodiesequencer Voer de stappen 1 - 4 uit onder “Uitvoeren van De gemakkelijkste manier van gebruiken van de het gebruik van een muziekvoorkeuze” (pagina melodiesequencer is het opnemen van het toetsenbordspel D-49).
Gebruiken van de melodiesequencer Systeemspoor en Spoor 01 - 16 Gemeenschappelijke opname Inhoud • Door de manier waarop melodiedelen worden geconfigureerd worden instellingen die geconfigureerd ■ Starten van de opname werden door een opgeroepen registratie, op andere • Nootinstellingen genummerde delen uitgeoefend dan ze toegewezen waren •...
Gebruiken van de melodiesequencer Selecteer d.m.v. de R-17 (u, i) toetsen het Opnemen van afzonderlijke systeemspoor. sporen • Als het systeemspoor reeds opgenomen data bevat, dan zullen de huidige systeemspoordata gewist worden Dit gedeelte geeft een uitleg over hoe het systeemspoor wordt als de opname in stap 7 hieronder wordt gestart.
Gebruiken van de melodiesequencer Opnemen op Sporen 01 - 16 • Pagina 2 van het menuscherm heeft een “RecType” Druk op de C-3 (SONG SEQUENCER) toets om instelling maar deze instelling kan niet worden gebruikt bij de melodiesequencermodus in te schakelen. het opnemen van uw spel naar een systeemspoor.
Gebruiken van de melodiesequencer Selecteer d.m.v. de R-17 (u, i) toetsen een (5) Verplaats d.m.v. de R-17 (y) toets de 0 naar spoor (Spoor 01 - Spoor 16). “RecType” en selecteer daarna m.b.v. de R-14 (–, +) toetsen “REPL” of “OVDB”. Wanneer u dit type opname wilt Selecteer deze uitvoeren:...
Pagina 71
Gebruiken van de melodiesequencer Wissen van de inhoud van een enkel spoor Wissen van een enkel melodie onmiddellijk onmiddellijk nadat u het heeft opgenomen nadat u die heeft opgenomen Terwijl het oorspronkelijke scherm op de Terwijl het oorspronkelijke scherm op de melodiesequencermodus is, houd de R-13 melodiesequencermodus is, houd de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt terwijl u op de C-13...
Gebruiken van de melodiesequencer Mixerinstellingen en de Gebruiken van paneelopname melodiesequencermodus voor het herschrijven van U kunt toegang verkrijgen tot de mixer tijdens de melodievoorloopinstellingen weergavestandby of de opnamestandby (C-2 (RECORD) toets knippert) of terwijl de opname plaats aan het vinden is De voorloopdata van elke melodie bevat (C-2 (RECORD) toets brandt).
Gebruiken van de melodiesequencer Verplaats d.m.v. de R-17 (y) toets om de 0 Druk op de L-16 (START/STOP) toets. naar “PanelRecord” te verplaatsen. • Hierdoor wordt de weergave gestart. De volgende bewerkingen worden ondersteund tijdens de weergave. Om dit te doen: Doe dit: Voorwaarts Houd de L-14 (dFF) toets ingedrukt.
Gebruiken van de melodiesequencer Weergeven van alleen een bepaald gedeelte Herhalen van de weergave van een specifieke fase Druk op de C-3 (SONG SEQUENCER) toets om de melodiesequencermodus in te schakelen. Houd de L-12 (REPEAT) toets ingedrukt totdat het hieronder getoonde localiseringsscherm Selecteer d.m.v.
Gebruiken van de melodiesequencer Druk op de L-16 (START/STOP) toets om de Bewerken van een melodie weergave te stoppen. De volgende bewerkingen worden ondersteund tijdens melodiebewerking. • Wissen van een specifieke melodie of alle melodieën • Door op de R-15 (EXIT) toets te drukken zonder op de R-16 •...
Gebruiken van de melodiesequencer Verplaats d.m.v. de R-17 (y) toetsen de Wissen van een melodie vetgedrukte haakjes (%) naar “To”. Voer de procedure uit onder “Starten van een melodie editorbewerking” on pagina D-74 om het melodie bewerkingsmenu te tonen met de 0 bij “Clear”.
Gebruiken van de melodiesequencer Wissen van een specifieke maat van een Invoegen van blanco maten in een melodie melodie Voer de procedure uit onder “Starten van een Voer de procedure uit onder “Starten van een melodie editorbewerking” op pagina D-74 om melodie editorbewerking”...
Gebruiken van de melodiesequencer Druk als reactie op de “Sure?” boodschap die Extraheren van de inhoud opgenomen op het verschijnt op de R-14 (YES) toets om het systeemspoor van spoor 04 - 07 of 09 - 16 extraheren te starten of op de R-14 (NO) toets Zoals in detail uitgelegd wordt onder “Melodieën, sporen en om te annuleren.
Gebruiken van de melodiesequencer Wissen van een enkel spoor Bewerken van een Spoor Voer de procedure uit onder “Starten van een De volgende bewerkingen worden ondersteund tijdens spoorbewerking (systeemspoor, Sporen 01 - 16). spoor editorbewerking” op pagina D-78 om het •...
Gebruiken van de melodiesequencer Kopiëren van het ene spoor naar het andere Combineren van twee sporen in een enkel (alleen bij Sporen 01 - 16) spoor (aleen Sporen 01 - 16) Voer de procedure uit onder “Starten van een Selecteer in de melodiesequencermodus d.m.v. de R-17 (u, i) toetsen de lagere van de spoor editorbewerking”...
Gebruiken van de melodiesequencer Druk nadat alles naar wens is op de R-16 Starten van een gebeurtenis editorbewerking (ENTER) toets. Druk op de C-3 (SONG SEQUENCER) toets om • Als het bestemmingsspoor geen opgenomen data bevat, start het combineren van de sporen onmiddellijk. de melodiesequencermodus in te schakelen.
Gebruiken van de melodiesequencer Het volgende geeft de betekenis van elke schermpositie. Gebeurtenistype en scherminhoud Nummer Omschrijving Het gebeurtenis bewerkingsscherm geeft de afzonderlijke gebeurtenissen die onderdeel uitmaken van een melodie Bij alle gebeurtenistypes, geeft dit de plaats van weer als waarden en karakters zoals getoond in het de gebeurtenislocalisering (timing) in de voorbeeldscherm hieronder.
Pagina 83
Gebruiken van de melodiesequencer ■ Gebeurtenisdatalijst De volgende tabel toont het gebeurtenistype dat correspondeert aan de afkortingen die in de display verschijnen, alsmede de parameters van elk gebeurtenistype en de instelbereiken. • “ display” en “ display” in de tabelvoorloopdata corresponderen aan de schermposities onder “Aflezen van gebeurtenisdata”...
Pagina 84
Gebruiken van de melodiesequencer ■ Systeemspoorgebeurtenis Gebeurtenistype display tijdens display Parameternaam Instelbereik het invoegen display Gebeurtenisnaam [Tone_U1] TnU1 UPPER 1 Toon VALU Toonnummer A:001 - L:010 [Tone_U2] TnU2 UPPER 2 Toon VALU Toonnummer A:001 - L:010 [Tone_Lo] TnLo LOWER Toon VALU Toonnummer A:001 - L:010...
Pagina 85
Gebruiken van de melodiesequencer Gebeurtenistype display tijdens display Parameternaam Instelbereik het invoegen display Gebeurtenisnaam HARM, UPP1, UPP2, PART Part LOWR [CrsTune] CTun Gedeelte grofstemmen Gedeelte VALU –24 - 00 - +24 grofstemmen HARM, UPP1, UPP2, PART Part LOWR [FinTune] FTun Gedeelte fijnstemmen Gedeelte VALU...
Gebruiken van de melodiesequencer Selecteren van de gebeurtenistypes die Bewerken van een bestaande gebeurtenis verschijnen op het Gebeurtenis Geef het gebeurtenis bewerkingsscherm van Bewerkingsscherm (View Select) het spoor aan dat de gebeurtenis bevat die u (kijkselectie) wilt bewerken. Voer de procedure uit onder “Starten van een •...
Gebruiken van de melodiesequencer Houd de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt en Wissen van alle gebeurtenissen op een spoor druk op de C-13 (MENU) toets om het Geef het gebeurtenis bewerkingsscherm van gebeurtenis bewerkingsscherm te tonen. het spoor weer dat de gebeurtenis bevat die u Verplaats d.m.v.
Gebruiken van de melodiesequencer Druk nadat alles naar wens is op de R-16 Invoegen van een gebeurtenis (ENTER) toets. Geef het gebeurtenis bewerkingsscherm van • Hierdoor wordt de gespecificeerde gebeurtenis het spoor weer dat de gebeurtenis bevat die u ingevoegd. wilt invoegen.
Gebruiken van de melodiesequencer Druk op de C-10 (COPY) toets. Quantizeren van een afzonderlijke • Hierdoor wordt het “Copy” scherm getoond. nootgebeurtenis • Als u reeds een bereik heeft gespecificeerd d.m.v. het localiseringsscherm (pagina D-73), dan zal dat bereik Geef het gebeurtenis bewerkingsscherm van worden weergegeven op het bereikspecificatiescherm.
Gebruiken van de melodiesequencer Verander d.m.v. de draairegelaar of R-14 (–, +) Quantizeren van alle nootgebeurtenissen op toetsen de instelling in de vetgedrukte haakjes een spoor (%) naar “Locator”. Geef het gebeurtenis bewerkingsscherm weer • Hierdoor wordt een bereikspecificatiescherm van het spoor dat u wilt quantizeren. weergegeven zoals het hier onder getoonde.
Gebruiken van de melodiesequencer ■ Wissen van alle toonhoogteregel gebeurtenissen Wissen van toonhoogteregel gebeurtenissen binnen een specifiek bereik van een spoor U kunt d.m.v. de procedures in dit hoofdstuk alle toonhoogteregel gebeurtenissen van een spoor wissen of van Geef het gebeurtenis bewerkingsscherm van een specifiek bereik op een spoor.
Gebruiken van de melodiesequencer Druk op de R-16 (ENTER) toets. Afregelen van de snelheidwaarde van een • Hierdoor wordt een instelscherm weergegeven zoals nootgebeurtenis het hier onder getoonde. Geef het gebeurtenis bewerkingsscherm weer van het spoor dat u wilt bewerken. •...
Gebruiken van de melodiesequencer Afregelen van de gate tijdwaarde van een Wissen van een maatslaggebeurtenis nootgebeurtenis. Voer de procedure uit onder “Starten van een Voer de stappen 1 tot en met 5 uit onder gebeurtenis editorbewerking” op pagina D-80 “Afregelen van de snelheidwaarde van een om het gebeurtenisbewerkingsmenu te tonen.
Gebruiken van de melodiesequencer Invoegen van een maatslaggebeurtenis Uitvoeren van stappeninvoer Voer de stappen 1 en 2 uit onder “Wissen van Geef het gebeurtenis bewerkingsscherm van een maatslaggebeurtenis” (pagina D-92). het spoor weer waar u stappeninvoer wilt uitvoeren. Verplaats de cursor naar de maatslag •...
Gebruiken van de melodiesequencer Specificeer d.m.v. de toetsen R-1 (5) - R-4 ( • ) en de toetsen R-7 (6) - R-10 (,) de lengte van de toon die u wilt invoeren. • Zie voor informatie over hoe de nootlengte wordt gespecificeerd stap 4 onder “Invoegen van een gebeurtenis” (pagina D-87).
Gebruiken van het functiemenu R-15 R-15 R-16 R-16 R-17 R-17 R-14 R-14 R-13 R-13 C-13 C-13 R-18 R-18 Het functiemenu bevat instellingen die gewoonlijk relatief Gebruik om de “Tune” (Stemmen) en “EQ” weinig toegang behoeven, zoals algehele toonschaal, (Equalizer) instellingen de R-17 (t, y) toetsen equalizer, aanslagvolume, lokale besturing aan/uit, enz.
Gebruiken van het functiemenu Performance (Spel/Begeleiding) Groep (2) Verplaats d.m.v. de R-17 (t, y, u, i) toetsen 0 naar de instelling die u wilt veranderen. (3) Verander de instelwaarde d.m.v. de draairegelaar of de R-14 (–, +) toetsen. • U kunt dit groepscherm direct tonen zonder via het •...
Gebruiken van het functiemenu ArpegHold (Aanhouden Arpeggiator) RegFltScal (Registratiefilter Toonschaal) Specificeert hoe arpeggio gespeeld wordt in Specificeert of toonschaalinstellingen opgeroepen worden overeenstemming met ingedrukte klaviertoetsen wanneer de (oFF) wanneer een registratie basisinstelling (pagina D-61) arpeggiator (pagina D-23) wordt gebruikt. opgeroepen wordt of als de toonschaalinstellingen niet : Arpeggio wordt gespeeld terwijl de toetsen van een opgeroepen worden (on akkoord ingedrukt worden op het toetsenbord...
Pagina 99
Gebruiken van het functiemenu Volume (Volume) Groep MIDI Groep KeyboardCh (Keyboardkanaal) • Zie “Hoe gedeelten georganiseerd zijn” (pagina D-38) voor Selecteert het kanaal om MIDI data van het toetsenbordspel details aangaande “parts” (onderdelen). te zenden naar een extern toestel (toetsenbordkanaal). - 16 AccompVol.
Pagina 100
Gebruiken van het functiemenu Selecteer d.m.v. de toetsen R-17 (t, y) AutoResume (Automatisch Hervatten) toetsen om de gewenste bewerking te Specificeert of het Digitale Keyboard de basisinstelling dient selecteren. te onthouden en te herstellen de volgende maal dat de spanning wordt ingeschakeld. Verplaats 0 naar Om dit te doen: : Herstelt de defaultinstellingen bij inschakelen van de...
Pagina 101
Gebruiken van het functiemenu ■ Terugstellen van alle data en instellingen (of alleen de parameterinstellingen) Druk op de R-13 (FUNCTION) toets om het functiemenu te tonen. Verplaats d.m.v. de R-17 (i, y) toetsen de 0 naar “General” en druk daarna op de R-16 (ENTER) toets.
Gebruiken van een geheugenkaart R-12 R-12 R-16 R-16 R-17 R-17 R-14 R-14 R-13 R-13 C-13 C-13 U kunt Digitale Keyboard gebruikersgebieddata opslaan naar • Zie “Opslaan als batchbestand van alle data van het een geheugenkaart en data laden van een geheugenkaart Digitale Keyboard naar een geheugenkaart”...
Gebruiken van een geheugenkaart • De boodschap “Please Wait” blijft op de display terwijl de Inschakelen van de kaartmodus data-opslagbewerking wordt uitgevoerd. Voer geen bediening uit terwijl deze melding wordt weergegeven. Schakel de kaartmodus in wanneer u Data van het Digitale Keyboard kan gewist of onbruikbaar geheugenkaartbewerkingen wilt uitvoeren.
Gebruiken van een geheugenkaart Houd de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt en Voer een van de onderstaande stappen uit druk op de C-13 (MENU) toets. afhankelijk van het type data dat wilt opslaan op de geheugenkaart. • Hierdoor wordt het functiemenu “Play/CardUtl” scherm getoond.
Pagina 105
Gebruiken van een geheugenkaart Druk op de R-17 (y) toets om naar het “Xxxx Save” scherm te veranderen. • Door de bovenstaande procedure uit te voeren om een melodie van de melodiesequencer te schrijven naar een SMF formaatbestand wordt de data opgeslagen als een SMF Formaat 0 (16 kanaal).
Gebruiken van een geheugenkaart Laden als batchbestand van data naar het Laden van data van een geheugen van het Digitale Keyboard van een geheugenkaart geheugenkaart Druk op de C-7 (CARD) toets om de kaartmodus in te schakelen. • Let erop dat alle data die u wilt laden zich in de MUSICDAT map op de geheugenkaart bevinden.
Gebruiken van een geheugenkaart Wissen van een bestand van een Hernoemen van een bestand op geheugenkaart een geheugenkaart Insteken van de geheugenkaart in de kaartgleuf. Insteken van de geheugenkaart in de kaartgleuf. Druk op de C-7 (CARD) toets om de kaartmodus Druk op de C-7 (CARD) toets om de kaartmodus in te schakelen.
Gebruiken van een geheugenkaart R-16 R-16 R-17 R-17 R-14 R-14 L-12 L-12 L-13 L-13 L-15 L-15 L-17 L-17 L-14 L-14 L-16 L-16 Selecteer d.m.v. de draairegelaar of R-14 (–, +) Weergeven van een toetsen het muziekbestand dat u wilt muziekbestand van een weergeven.
Pagina 109
Gebruiken van een geheugenkaart Druk op de L-16 (PLAY/STOP) toets om de Uitschakelen van een handgedeelte en weergave te starten. spelen van het andere handgedeelte op het • Hierdoor wordt de weergave gestart van het gedeelte toetsenbord (Gedeelte uit) dat u inschakelde in stap 3. Tijdens het spelen van een muziekbestand van een pianostuk Druk op de L-16 (PLAY/STOP) toets om de waarbij het linker handgedeelte en het rechter handgedeelte...
Gebruiken van een geheugenkaart Meespelen op het toetsenbord samen met de Herhalen van een specifiek gedeelte van een weergave van een muziekbestand op een melodie geheugenkaart Schakel de kaartmodus in en selecteer het MIDI U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren en op het bestand dat u wilt weergeven.
één van de volgende apparaten te selecteren als het MIDI toestel. • USB aansluiting CASIO USB-MIDI: (Voor Windows 7, Windows Vista, Mac OS X) USB-audioapparaat:(Voor Windows XP) • Probeer nooit aan te sluiten op een computer die niet •...
U kunt ook automatische begeleidingsdata laden die u gedownload Ritmedata compabiliteit heeft van de CASIO website naar het Digitale Keyboard, hetgeen het aantal automatische begeleidingspatronen dat beschikbaar is enorm vermeerdert. Er is een speciale Data •...
Aansluiting op een computer Importeren en oversturen van ritmedata van Laden van ritmedata in het geheugen van het andere modellen Digitale Keyboard U kunt ritmedata van andere modellen oversturen door deze Voer een van de onderstaande procedures uit afhankelijk van van een geheugenkaart te laden of door de data d.m.v.
Referentie Foutmeldingen Displaymelding Oorzaak Vereiste maatregel Format 1. Het huidige geheugenkaartformaat is niet geschikt (niet 1. Formatteer de geheugenkaart op het Digitale Keyboard compatibel) met dit Digitale Keyboard. (pagina D-102). 2. De capaciteit van de geheugenkaart is groter dan 32 GB. 2.
Referentie Oplossen van moeilijkheden Symptoom Te nemen maatregel Bijgeleverde accessoires Ik kan iets niet vinden dat bijgesloten zou Controleer zorgvuldig de binnenkant van alle verpakkingsmateriaal. moeten zijn bij het product. Stroomvereisten De spanning kan niet worden ingeschakeld. • Controleer de netadapter of zorg ervoor dat de batterijen in de juiste richting wijzen (pagina D-9).
Pagina 116
Referentie Symptoom Te nemen maatregel De metronoom klinkt niet. • Controleer en stel de instelling van het metronoomvolume bij (pagina D-98). • Schakel de spanning eerst uit en daarna opnieuw in om alle instellingen van het Digitale Keyboard terug te stellen (resetten) (pagina D-13). De noten blijven klinken zonder dat ze •...
5 melodieën, 17 sporen Geheugencapaciteit Circa 12.000 noten (totaal voor 5 melodieën) Mixer 32 onderdelen (A01-A16, B01-B16) Hoofd parameters, DSP parameters, gedeelte parameters (CTK-6200/CTK-6250/WK-6600), MIC parameters (alleen bij model WK-6600) Overige functies Transponeren ±1 octaven (–12 tot en met +12 halve tonen) Octaafverschuiving UPPER 1/UPPER 2/LOWER;...
Pagina 118
12 cm × 2 + 3 cm x 2 (Uitgangsvermogen: 6,0 W + 6,0 W) 12 V = 18 W Stroomverbruik Afmetingen CTK-6200/CTK-6250: 94,8 × 38,4 × 12,2 cm WK-6600: 116,1 × 38,5 × 14,7 cm Gewicht CTK-6200/CTK-6250: Circa 5,7 kg (zonder batterijen) WK-6600: Circa 7,2 kg (zonder batterijen) •...
Referentie ■ Etiquette aangaande muziekinstrumenten Bedieningsvoorzorgsmaatregelen Wees altijd bedacht op anderen wanneer u dit product gebruikt. Wees in het bijzonder ’s avonds laat voorzichtig om Zorg ervoor de volgende voorzorgsmaatregelen te lezen en in het volume op een niveau te houden dat het geluid anderen acht te nemen.
Referentie DSP Effectenlijst Voorkeuze DSP Lijst De onderstaande tabel toont de voorkeuze DSP’s die geselecteerd kunnen worden d.m.v. de procedure onder “Gebruiken van een DSP” (pagina D-35). • De “Nummer” kolom toont DSP nummers, terwijl “Schermnaam” de DSP naam toont die verschijnt in de display. •...
Referentie DSP typelijst Alle DSP’s van het Digitale Keyboard behoren tot een van de DSP types getoond in de onderstaande tabel. Bij het aanmaken van een gebruikers DSP (pagina D-36) of bij het gebruik van de tooneditor (pagina D-44) om de DSP te bewerken die u wilt uitoefenen op een toon, dient u een van de DSP types in de tabel te selecteren.
Pagina 122
Referentie 04: Enhancer DSP Parameterlijst Fase verschuift de klanken in de lage en hoge bereiken van ■ Enkelvoudig type DSP parameters het ingangssignaal om hun profiel te verbeteren. Parameters en waardebereiken: 01: Wah 1 :Low Frequency (Lage Frequenties) (0 tot 127) Stelt de enhancerfrequentie in bij het lage bereik.
Pagina 123
Referentie 08: Flanger 11: Reflection Oefent een wild pulserend en metaal-achtige nagalm uit op Een effect dat vroege weerkaatsingen van de nagalm klanken. LFO golfvorm is kiesbaar. extraheert. Oefent akoestische aanwezigheid uit op klanken. Parameters en waardebereiken: Parameters en waardebereiken: 1 :LFO Rate (LFO Snelheid) (0 tot 127) 1 :Type (Type) (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8) Stelt de LFO snelheid bij.
Pagina 124
Referentie ■ Tweevoudig type DSP parameters 14: Lo-Fi Tweevoudige types DSP worden gecombineerd tot twee Oefent verschillende types ruis uit op het ingangssignaal om verschillende types DSP. Bepaal d.m.v. de onderstaande een retro Lo-Fi geluid te produceren. procedure de parameters die geconfigureerd kunnen worden Omvat een wow en flutter voor draaifluctuaties zoals dat bij voor elk tweevoudig type DSP en de bewerking en de banden en grammofoonplaten, een Noise 1 generator die...
Referentie Fingered 3, Full Range Akkoorden Vingerzettinggids Naast de akkoorden waarvan de vingerzetting gemaakt kan worden met Fingered 1 en Fingered 2 worden de volgende Fingered 1, Fingered 2 Akkoorden akkoorden herkend als. Ddim add9 Cdim Caug • Met Fingered 3 wordt de laagste noot waarvan de vingerzetting gemaakt is, geïnterpreteerd als de basnoot.
Referentie Toewijzen van een MIDI kanaal aan elk deel Het volgende toont de relatie aan tussen de MIDI IN en MIDI OUT kanalen en elk deel. MIDI kanaal MIDI kanaal Gedeeltenaam Gedeeltenaam gedeelte: gedeelte: Upper1 Track /MIDI 01 Upper2 Track /MIDI 02 Lower Track...
Referentie Parameterlijst Verwijs naar deze kolom Controleren van dit instelitem: in de onderstaande tabel: Instelitems die altijd worden opgeslagen wanneer de spanning wordt uitgeschakeld Instelitems die opgeslagen worden in het registratiegeheugen (pagina D-61) Wanneer “on” (aan) geselecteerd wordt voor de “AutoResume (Automatisch Hervatten)” instelling (pagina D-99), instelitems die hersteld worden naar die van kracht waren de laatste maal dat de spanning uitgeschakeld werd Items die opgeslagen waren als “Default (Defaultinstellingen)”...