Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Casio CT-X5000 Gebruiksaanwijzing pagina 110

Inhoudsopgave

Advertenties

5.
Wanneer u het systeemspoor aan het
bewerken bent, kunt u het
bestemmingsgedeelte voor de invoer
specificeren.
• Zie "Selecteren van een systeemspoorgedeelte"
(pagina NL-110).
• Deze stap is niet nodig wanneer een solospoor wordt
bewerkt. Ga door naar stap 6.
6.
Stel indien nodig de aanslagsnelheid
(toetsenbordaanslag) en de poorttijdsnelheid
(feitelijke lengte) in van de nootgebeurtenis die
u gaat invoeren.
• De aanslagsnelheid- en poorttijdsnelheid-instellingen
die u hier maakt, worden toegepast op alle
nootgebeurtenissen die u invoert totdat u de
instellingen weer verandert.
• De aanslagsnelheid kan worden opgegeven als een
waarde (1 t/m 127) of door zelf een toets in te drukken
(waardoor een aanslagsnelheid wordt ingesteld
overeenkomstig de toetsdruk). De standaardinstelling
is 100.
• De poorttijdsnelheid geeft de nootlengte aan als een
percentage (1 t/m 100%) van de nootwaarde die u in
stap 7 instelt. Als bijvoorbeeld de poorttijdsnelheid
80% (standaardinstelling) is, wordt een kwartnoot (96
tikken) 76 tikken (96×0,8=76,8, decimaalgedeelte
afgerond).
Om dit in te
Voer deze bediening uit:
stellen:
(1) Druk op cs REGISTRATION [4].
Aanslagsnelheid
(2) Gebruik bn [–] en [+] of de bl
(3) Druk op de [4] (EXIT) bm
(1) Druk op cs REGISTRATION [5].
Poorttijdsnelheid
(2) Gebruik bn [–] en [+] of de bl
(3) Druk op de [4] (EXIT) bm
* Wanneer "Key On" wordt geselecteerd, wordt de
aanslagsnelheid van de toetsenbordaanslag bij het
invoeren van een nootgebeurtenis gereflecteerd in de
aanslagsnelheidswaarde.
regelaar om een waarde in stellen
of "Key On" te selecteren.*
cijfertoets.
regelaar om een percentage in te
stellen.
cijfertoets.
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen
7.
Stel de nootwaarde (gebeurtenislengte) in van
de gebeurtenis die u in stap 8 gaat invoeren.
Om deze nootwaarde in te
voeren:
Geheel
Half
Kwart
Achtste
Zestiende
Tweeëndertigste
1
Gepunteerde noot*
1
Triool*
*1 Als u een gepunteerde noot of een trioolnoot wilt invoeren,
drukt u eerst op een toets van [1] t/m [6] en dan drukt u op
[7] of [8]. Om bijvoorbeeld een gepunteerde kwartnoot in te
voeren, drukt u op [3] en dan op [7].
• De nootwaarde ingesteld overeenkomstig de
toetsinvoer verschijnt aan de rechterkant op het display.
8.
Selecteer de gebeurtenis die moet worden
ingevoerd.
Om dit in te voeren: Voer deze bediening uit:
Nootgebeurtenis
Na het instellen van een nootwaarde
in stap 7, drukt u op de klaviertoets
voor de noot die u wilt invoeren. Bij
gelijktijdig indrukken van meerdere
klaviertoetsen wordt een akkoord
ingevoerd.
Rustpauze
Na het instellen van een nootwaarde
in stap 7, drukt u op
cs REGISTRATION [2].
Verbindingsboogje*
2
Na het instellen van een nootwaarde
van een noot voor verbinding met de
vorige nootgebeurtenis in stap 7,
drukt u op cs REGISTRATION [3].
*2 Maakt de lengte van de voorheen ingevoerde
nootgebeurtenis langer. Als u bijvoorbeeld een kwartnoot-
gebeurtenis invoert en deze met een achtste noot wilt
verlengen, voer dan de volgende bediening uit: bm
cijfertoets [4] (achtste noot) - cs REGISTRATION [3]
(Verbindingsboogje).
• Bij het invoeren van een gebeurtenis gaat het
invoerpunt vooruit overeenkomstig de nootwaarde
ingesteld in stap 7.
9.
Herhaal de stappen 5 t/m 8 naar vereist.
• De bediening in stap 5 is niet nodig zolang als het
bestemmingsgedeelte hetzelfde blijft.
10.
Druk op cs REGISTRATION [1] om de
stappeninvoermodus te verlaten.
De [STEP] indicator verdwijnt.
Druk op deze bm cijfertoets:
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
NL-109

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ct-x3000

Inhoudsopgave