RUITENWISSER/-SPROEIERS ACHTER
(waar voorzien)
Inschakeling
Deze functie werkt uitsluitend als de contactsleutel in stand MAR
staat. De werking stopt als de hendel wordt losgelaten.
Als de draaischakelaar B-fig. 34 van stand O
gedraaid, wordt de ruitenwisser als volgt ingeschakeld:
❍ in de intervalstand als de ruitenwisser van de voorruit niet
is ingeschakeld;
❍ synchroon (met de halve frequentie van de ruitenwisser voor)
als de ruitenwisser van de voorruit is ingeschakeld;
❍ continu als de achteruit ingeschakeld is en de functie is in-
geschakeld.
Met ingeschakelde ruitenwissers voor en ingeschakelde achteruit,
wordt de achterruitenwisser continu ingeschakeld. Door de hen-
del in de richting van het dashboard te duwen (niet vergrendelde
stand), wordt de achterruitensproeier ingeschakeld.
Door de hendel langer dan een halve seconde tegen de hendel te
duwen, wordt ook de achterruitenwisser ingeschakeld. Als de hen-
del wordt losgelaten, wordt de intelligente wasregeling ingescha-
keld, net als voor de ruitenwissers voor.
WEGWIJS IN UW AUTO
CRUISE-CONTROL (waar voorzien)
ALGEMEEN
Dit is een elektronisch hulpmiddel bij het rijden, waarmee bij een
snelheid van meer dan 30 km/h over lange, rechte en droge we-
gen waarop men weinig hoeft te schakelen (bijvoorbeeld op de
O
in stand ' wordt
snelweg) gereden kan worden met een gewenste snelheid, zon-
der het gaspedaal in te trappen.
Het gebruik van dit systeem biedt geen voordelen in druk ver-
keer. Gebruik het systeem niet in de stad.
INSCHAKELING SYSTEEM
Draai draaischakelaar A-fig. 36 op ON. Het systeem kan niet in-
geschakeld worden in de 1
raadzaam het systeem in schakelen bij versnellingen groter of
gelijk aan de 5
fig. 36
e
versnelling of in de achteruit: het is
e
versnelling.
81
1
A0J0065m