Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

80
REGENSENSOR (waar voorzien) fig. 35
Dit is een sensor met een infrarood LED die op de voorruit van de
auto is gemonteerd. Deze is in staat om de hoeveelheid regen te
signaleren en afhankelijk daarvan de ruitenwisserfunctie te rege-
len.

Inschakeling

De sensor wordt ingeschakeld door de draaischakelaar A-fig. 34 op
"automatisch" te draaien ("AUTO"-opdracht): Hierbij wordt de wis-
frequentie van de ruitenwissers aangepast aan de hoeveelheid wa-
ter op de voorruit. Deze frequentie kan variëren van niet wissen
(geen regen - droge ruit) tot aan de 2
natte ruit).
Als de draaischakelaar A-fig. 34 wordt verdraaid, kan de gevoe-
ligheid van de regensensor worden gewijzigd.
fig. 35
WEGWIJS IN UW AUTO
de
snelheid (heftige regen -
A0J0189m
Als het contactslot wordt uitgeschakeld terwijl de hendel in de stand
"automatisch" blijft staan, dan wordt, als het contactslot weer wordt
ingeschakeld, ook bij regen geen wiscyclus uitgevoerd. Hierdoor wordt
het per ongeluk inschakelen van de regensensor tijdens het starten
van de motor vermeden (bijvoorbeeld tijdens het met de hand was-
sen van de voorruit, vastvriezen van de rubbers op de ruit).
Om de automatische werking van het systeem opnieuw in te stel-
len, moet één van de volgende handelingen worden uitgevoerd:
❍ verplaatsing van de linker hendel uit de automatische stand
naar ongeacht welke andere stand en vervolgens weer naar
de automatische stand;
❍ wijziging van de gevoeligheid (door draaischakelaar A-fig. 34
te verdraaien om de gevoeligheid te verhogen of te verlagen).
Als de werking van de regensensor met een van de hiervoor be-
schreven handelingen opnieuw wordt ingeschakeld, voeren de
ruitenwisser een slag uit, onafhankelijk van de staat van de ruit,
om het opnieuw inschakelen aan te geven. Als de gevoeligheid
tijdens de werking van de regensensor gewijzigd wordt, vindt een
slag van de ruitenwisser plaats om de plaatsgevonden verandering
aan te geven.
Als de geactiveerde regensensor slecht werkt, werkt de ruitenwis-
ser in de intervalstand die overeenkomt met de gevoeligheid die
voor de inschakeling van de regensensor ingesteld is, onafhanke-
lijk van het feit of de ruit nat is of niet (op het display van het in-
strumentenpaneel wordt de storing van de sensor aangegeven).
De sensor werkt altijd en het is mogelijk om de ruitenwissers in
de stand continu wissen in te schakelen (1e of 2e snelheid). De
aanduiding van de storing blijft aanwezig gedurende de tijd dat de
sensor is ingeschakeld.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave