LUCHTRECIRCULATIE
De luchtrecirculatie wordt als volgt geregeld:
❍ automatische inschakeling: druk op een van de AUTO-knoppen.
De inschakeling wordt weergegeven door het branden van
AUTO op het display;
❍ geforceerde inschakeling (recirculatie altijd ingeschakeld): aan-
gegeven door het branden van de led op knop C en door het
symbool í op het display;
❍ geforceerde uitschakeling (recirculatie altijd uitgeschakeld, toe-
voer van de buitenlucht): aangegeven door het doven van de
led op knop C en het symbool ê op het display; |De gefor-
ceerde in-/uitschakeling wordt gekozen met knop C.
WAARSCHUWING Als de recirculatie is ingeschakeld kunnen veel
sneller de gewenste omstandigheden in het interieur worden be-
reikt.
Het wordt afgeraden om deze functie handmatig in te schakelen
op regenachtige of koude dagen; in deze situatie kunnen de ruiten
sneller beslaan, vooral als de airconditioning niet is ingeschakeld.
Bij lage buitentemperaturen wordt de recirculatie geforceerd uit-
geschakeld (toevoer van buitenlucht) om te voorkomen dat de rui-
ten beslaan. Bij de automatische werking wordt de recirculatie
automatisch geregeld door het systeem, afhankelijk van de weer-
somstandigheden.
Als de handmatige regeling van de recirculatie ingesteld is, dooft
de tekst FULL op het display en verdwijnt de tekst AUTO op het
symbool.
WEGWIJS IN UW AUTO
AIRCOCOMPRESSOR
Druk op knop B om de compressor in te schakelen/uit te scha-
kelen. Het uitschakelen van de compressor blijft ook opgeslagen
als de motor wordt uitgeschakeld.
Door de compressor uit te schakelen, wordt door het systeem de
recirculatie uitgeschakeld om te voorkomen dat de ruiten beslaan.
In dit geval verdwijnt, ook als het systeem in staat is de gevraag-
de temperatuur te handhaven, de tekst FULL van het display. Als
het systeem echter niet meer in staat is de gevraagde temperatuur
te handhaven, knipperen de temperatuuraanduidingen en dooft de
tekst AUTO.
WAARSCHUWING Met uitgeschakelde compressor kan geen lucht
het interieur van de auto ingevoerd worden waarvan de tempera-
tuur lager is dan de buitentemperatuur. Bovendien zouden onder
bepaalde omstandigheden de ruiten snel kunnen beslaan omdat de
lucht niet gedroogd kan worden.
Druk, om de automatische regeling van de compressor weer in te
schakelen, weer op knop B of druk op knop AUTO.
Bij een lage buitentemperatuur wordt het aange-
raden de luchtrecirculatie niet te gebruiken omdat
de ruiten dan snel kunnen beslaan.
73
1