134
KINDEREN VEILIG VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle inzitten-
den zittend reizen en beschermd worden door goedgekeurde vei-
ligheidssystemen. Dit geldt met name voor kinderen. Dit is een wet-
telijk voorschrift volgens richtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten van
de Europese Unie. Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding
met de rest van het lichaam groter en zwaarder dan dat van vol-
wassenen, terwijl spieren en botstructuur nog niet volledig zijn ont-
wikkeld. Daarom moeten kleine kinderen door andere systemen
beschermd worden dan door de veiligheidsgordels.
De resultaten van onderzoek naar de optimale bescherming van
kleine kinderen zijn verwerkt in de Europese ECE/R44- voorschriften
die wettelijk verplicht zijn. De systemen zijn onderverdeeld in vijf
groepen:
Groep 0
gewicht tot 10 kg
Groep 0+
gewicht tot 13 kg
Groep 1
gewicht 9-18 kg
Groep 2
gewicht 15-25 kg
Groep 3
gewicht 22-36 kg
Alle systemen moeten zijn voorzien van de typegoedkeuring en
van een goed vastgehecht plaatje met het controlemerk, dat ab-
soluut niet mag worden verwijderd. Kinderen met een lengte van
meer dan 1,50 m worden, met betrekking tot de veiligheidssys-
temen, gelijkgesteld met volwassenen en moeten dan ook nor-
maal de veiligheidsgordels omleggen.
VEILIGHEID
In Lineaccessori Alfa Romeo zijn kinderzitjes opgenomen voor el-
ke gewichtsgroep. Wij raden het gebruik van deze kinderzitjes aan,
omdat ze speciaal zijn ontworpen en ontwikkeld voor de model-
len van Alfa Romeo.
Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevoren
op de voorpassagiersstoel als de frontairbag aan
passagierszijde is ingeschakeld. Als bij een onge-
val de airbags in werking treden (opblazen), kan dit ern-
stig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben, ongeacht
de zwaarte van het ongeluk. Kinderen moeten altijd in
kinderzitjes op de achterbank worden vervoerd; deze po-
sitie levert de grootste bescherming tijdens een ongeval.
Als een kind op de passagiersstoel voor moet wor-
den vervoerd met een kinderzitje dat tegen de rij-
richting in is gemonteerd, moeten de airbags aan
passagierszijde (front en zij-airbags) met behulp
van het setup-menu worden uitgeschakeld. Con-
troleer de uitschakeling met behulp van het lampje "
op het instrumentenpaneel. Bovendien moet de stoel zo
ver mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voor-
komen dat het kinderzitje eventueel in aanraking komt
met het dashboard.