WAARSCHUWING
Tijdens het regenereren treden
er hoge temperaturen op in het
deeltjesfilter, het uitlaatsysteem en
de omgeving daarvan.
Regeneer nooit in de buurt van
brandbare materialen. Niet aanraken
− verbrandingsgevaar.
Controleer dagelijks of de om-
geving waarin de uitlaatgassen
worden uitgestoten schoon is. In-
dien nodig reinigen.
Let tijdens het regenereren op
lekkages in het uitlaatsysteem.
Als u mankementen vaststelt,
schakel dan de heftruck uit. Neem
in dat geval contact op met uw
geautoriseerde dealer.
OPMERKING
Controleer alvorens te regenereren of er
voldoende brandstof in de tank aanwezig is.
Als het brandstofdisplay "Reserve" aangeeft,
moet er worden getankt voordat u regenereert.
Uitvoering 1: automatische modus
zonder display
Het regenereren wordt automatisch gestart
als het deeltjesfilter vol is.
Als het symbool (5) in de displayeenheid (1)
knippert, wordt er een regeneratie aange-
vraagd. Tegelijkertijd vindt er een controle
plaats om te bepalen of de motor op bedrijf-
stemperatuur is.
OPMERKING
Het regenereren wordt alleen gestart als
de motor op bedrijfstemperatuur is. Laat
de motor indien nodig draaien tot hij op
bedrijfstemperatuur is.
Tijdens het regenereren brandt het symbool
(5) (ca. 30 minuten).
Bedieningshandleiding – 396 801 15 09 NL – 06/2014
4
Gebruik
Standaarduitrusting
89