5
Onderhoud
Motor
Het brandstofdisplay op de displayeenheid (4)
toont het actuele brandstofniveau.
De tank is vol als alle 7 LED's (2) en het
weergaveveld met benzinepomp (1) groen
oplichten.
Naarmate de brandstoftank leger wordt,
doven de LED's van rechts naar links. Als
u op reserve rijdt, wordt het weergaveveld met
benzinepomp (1) rood en lichten de LED's (3)
groen op. Wanneer dit het geval is, is er nog
ca. 6,0 liter brandstof in de tank aanwezig en
moet er brandstof worden bijgetankt.
Als alleen het rode weergaveveld met benzi-
nepomp (1) oplicht, is de tank leeg.
LET OP
De aanzuiging van lucht kan tot storingen in het
brandstofinspuitsysteem leiden.
Rijd daarom de brandstoftank nooit helemaal leeg.
Brandstof tanken
WAARSCHUWING
Onachtzaamheid tijdens het bijtanken kan tot
brand, explosie of milieuvervuiling leiden.
Roken, open licht en vuur zijn verboden.
Mors geen brandstof op de grond of op hete
delen.
Houd u aan de voorschriften voor de omgang
met dieselolie.
Open de vuldop (5) van de brandstoftank en
tank schone dieselolie.
Max. vulhoeveelheid: 80 l
Breng de dop weer aan en draai deze vast.
158
Bedieningshandleiding – 396 801 15 09 NL – 06/2014