voor het feit dat in het belang van de vooruit-
gang afbeeldingen en technische gegevens in
technisch opzicht kunnen veranderen, zowel
qua vorm, uitrusting als knowhow.
Om die reden kan de fabrikant geen enkele
aansprakelijkheid aanvaarden op basis van
Verantwoord gebruik
De heftruck mag uitsluitend worden gebruikt
zoals toegestaan.
De heftruck wordt gebruikt voor het transpor-
teren en heffen van lasten zoals vermeld op
het lastindicatieplaatje.
Beschadigingen en defecten
Beschadigingen en andere defecten van hef-
trucks of voorzetapparatuur moeten onmid-
dellijk worden gemeld bij de leidinggevende.
Heftrucks en voorzetapparaten waarmee niet
veilig kan worden gewerkt, mogen niet worden
gebruikt tot zij afdoende zijn gerepareerd.
Veiligheidsvoorzieningen en -schakelaars
mogen niet worden verwijderd of buiten
bedrijf worden gesteld. Voorgeschreven
instellingen mogen alleen worden gewijzigd
met goedkeuring van de fabrikant.
Gevarenzones
Gevarenzones zijn die gebieden waarbinnen
personen gevaar lopen door de bewegingen
van heftrucks, hun werkuitrusting, hun last-
dragers (bijv. hun voorzetapparatuur) of de
geladen goederen. Hiertoe behoort tevens
het gebied binnen het bereik van vallende
goederen of van dalende of vallende werkuit-
rusting en apparaten.
Er mogen zich geen personen binnen de
gevarenzone van een machine bevinden.
Werkomgevingen
Er mag alleen worden gereden in de gebieden
die door het bedrijf dat de machine gebruikt
of door diens vertegenwoordiger zijn toege-
Bedieningshandleiding – 396 801 15 09 NL – 06/2014
de gegevens, afbeeldingen en beschrijvingen
in deze bedieningsinstructies.
Deze bedieningsinstructies mogen niet gere-
produceerd, vertaald of voor derden toegan-
kelijk gemaakt worden, ook niet in de vorm
van uittreksels, behalve met uitdrukkelijke
toestemming van de fabrikant.
staan. Lasten mogen alleen op de daarvoor
bedoelde plekken worden neergezet en opge-
slagen.
In werkomgevingen met magnetische velden
met een magnetische fluxdichtheid van
meer dan 5 mT, kunnen onder ongunstige
omstandigheden onbedoelde bewegingen
van de machine en de hefmast niet geheel
worden uitgesloten. In dit geval dienen er
speciaal hiervoor ontwikkelde componenten
te worden toegepast.
Rijroutes
Rijroutes moeten voldoende bestraat, vlak en
vrij van voorwerpen zijn. Afvoergoten, spoor-
wegovergangen etc. moeten zodanig geë-
galiseerd zijn en, indien nodig, met rijplanken
worden afgedekt dat er zo schokvrij mogelijk
overheen kan worden gereden.
Heftrucks mogen alleen worden gereden
op routes zonder scherpe bochten, te steile
hellingen en te smalle of te lage doorgangen.
Hellingen waarop heftrucks rijden mogen
de door de fabrikant gespecificeerde grens-
waarden niet overschrijden en moeten een
voldoende ruw oppervlak hebben. Boven- en
onderaan de helling moeten vlakke en gelijk-
matige overgangen voorkomen dat de last
de grond raakt of dat het chassis beschadigd
wordt.
Het toegestane gebied en de puntlast van
rijwegen of routes mogen niet worden over-
schreden. Er moet voldoende afstand zijn
tussen de hoogste delen van heftrucks of de
last en vaste delen in de omgeving van de hef-
trucks.
Inleiding
Verantwoord gebruik
1
3