Let op de displayeenheid (4).
OPMERKING
Na het inschakelen van het contact voert het
display een zelftest uit. Alle indicators gaan
gedurende ca. 2 seconden aan en op de dis-
playeenheid (4) wordt in het displayveld (10)
gedurende 5 seconden het aantal draaiuren
tot de volgende onderhoudsbeurt getoond.
Gedurende deze tijd brandt het symbool (13).
Na 5 seconden keert het display automatisch
terug naar het aantal draaiuren. Als het sym-
bool (9) knippert of oplicht, is het vooringe-
stelde onderhoudsinterval overschreden. De
noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd. Neem contact op
met uw geautoriseerde dealer.
De volgende indicators lichten op:
• Symbool voor ingeschakelde parkeerrem
(12),
• Indicator voor de motoroliedruk (6) (licht
niet op bij de 396-dieselserie),
• Batterij-indicator (5),
• Gloeibougie-indicator (14),
• Deeltjesfiltersymbool (7).
Wacht tot de gloeibougie-indicator (14)
dooft
Draai de contactsleutel in stand "II".
Zodra de motor start
Contactsleutel loslaten.
Symbool (8) knippert.
LET OP
In geval van dikke en aanhoudende rook in het
uitlaatgas moet de heftruck worden uitgeschakeld.
Neem contact op met uw geautoriseerde dealer.
Kijk telkens wanneer de motor wordt gestart ca.
5 seconden naar de uitlaatmonding.
Indien de motor niet start:
Laat na het opwarmen van de gloeibougies
de startmotor lopen tot de motor met
stationair toerental draait. Afhankelijk van
de machine, de temperatuur en de hoogte
kan dit langer dan 1 minuut duren.
Bedieningshandleiding – 396 801 15 09 NL – 06/2014
4
Gebruik
Standaarduitrusting
61