Trek de oliepeilstok (2) uit de motor.
Veeg de oliepeilstok af met een schone
doek.
Breng de peilstok weer helemaal aan en
verwijder hem opnieuw.
Het oliepeil moet zich tussen de beide marke-
ringen bevinden.
Vul indien nodig via de vulopening motorolie
bij tot aan de bovenste markering.
Verwijder hiertoe de vuldop (1) van de
vulopening.
Verschil in volume tussen Min. en Max.: 2,0 l
Breng de vuldop weer aan en draai deze
vast.
Sluit de motorkap.
Brandstof
Brandstofniveau controleren
MILIEUVOORSCHRIFT
Let op de informatie over de te gebruiken
middelen.
Schakel het contact in.
Bedieningshandleiding – 396 801 15 09 NL – 06/2014
5
Onderhoud
Motor
157