1
Inleiding
Technische beschrijving
factoren die zelfs voor een specialist niet altijd
duidelijk zijn.
MILIEUVOORSCHRIFT
De hier gegeven instructies moeten worden
opgevolgd om milieuvervuiling te voorkomen.
Technische beschrijving
De vorkheftrucks van de serie 396 zijn ge-
schikt voor het laden en palletiseren van las-
ten tot 5 t bij de H 50, tot 6 t bij de H 60, tot 7 t bij
de H 70 en tot 8 t bij de H 80 bij een lastafstand
van 600 mm.
Vorkheftrucks van de serie H 80-900 of
H 80-1100 zijn geschikt voor het laden en
palletiseren van lasten tot 8 t bij een lastaf-
stand van 900 mm of 1100 mm.
Zie het lastindicatieschema voor de exacte,
van de hefhoogte afhankelijke maximale
belastingen.
Met hun lage geluids- en emissiewaarden
zijn de heftrucks milieuvriendelijk en ontzien
zij zowel de bestuurder als de omgeving. Zij
blinken uit door een compacte en lage con-
structie. Het lage zwaartepunt en de optimale
gewichtsverdeling van deze modelserie ga-
randeren maximale stabiliteit onder alle be-
drijfsomstandigheden.
Motor
De rijmotor is een 4-cilinder-viertakt-diesel-
motor met turbocompressor en intercooler.
Deze drijft de hydraulische pompen van de
heftruck aan met het vereiste toerental. De
motor wordt gekoeld door een gesloten koel-
vloeistofcircuit met expansiereservoir.
De motor wordt gesmeerd door een druksme-
ring met een oliepomp in het oliecarter. De
verbrandingslucht wordt gereinigd door een
droog luchtfilter met papieren filterelement.
6
LET OP
Dit label bevindt zich op die plaatsen
van de heftruck waar speciale
voorzichtigheid en aandacht vereist
zijn.
Lees het betreffende gedeelte van
deze bedieningsinstructies.
Voor uw veiligheid wordt er tevens gebruikge-
maakt van aanvullende symbolen. Let op de
verschillende symbolen.
Om de motor te beschermen, wordt dit filter
bewaakt door meerdere sensoren.
Dieselmotoren met ultramoderne motortech-
nologie worden toegepast voor:
• Hoog koppel
• Lage verbruikswaarden
• Lage uitlaatgasemissies
• Lage deeltjesemissies
• Lage geluidsniveaus
Hydraulisch systeem
De aandrijfeenheid bestaat uit een hydrau-
lische pomp met variabel slagvolume, twee
hydromotoren met variabel slagvolume voor
de wielen (tot een enkele eenheid als aan-
drijfas samengebouwd) en respectievelijk een
hydraulische pomp voor de werkhydrauliek en
voor de hydraulische stuurinrichting. De rij-
richting en -snelheid worden door middel van
twee rijpedalen via de hydraulische pomp met
variabel slagvolume geregeld.
De in de aandrijfas ondergebrachte hydromo-
toren met variabel slagvolume voor de wielen
worden gevoed door de hydraulische pomp
met variabel slagvolume. Deze motoren drij-
ven de aangedreven wielen aan via twee aan
weerszijden aangebrachte tandwielkasten.
Gebruik
Via afzonderlijke rijpedalen voor vooruit-
en achteruitrijden (tweepedalensysteem)
Bedieningshandleiding – 396 801 15 09 NL – 06/2014