Bevestig stroppen (2) (min. draagvermo-
gen: 7000 kg) rond de onderzijde van het
contragewicht en over de buitenzijde van
het beschermdak, en bevestig de stroppen
vervolgens met een lus aan de kraanhaak
(1).
Gebruik randbeschermers ter bescherming
tegen scherpe randen van de dwarsbalk.
Bevestig stroppen (3) (min. draagvermo-
gen: 3000 kg) rond de steunen van de neig-
cilinders (5) links en rechts van de buiten-
mast.
Hang alle uiteinden in de kraanhaak (1).
Controleer of de veiligheidssluiting (4)
gesloten is.
OPMERKING
Bij het ophijsen mag de hijsinrichting niet in
contact komen met het beschermdak of de
voorzetapparatuur.
Hijsen met een kraan met behulp van
kraanogen
LET OP
Wanneer er tijdens het hijsen met een kraan schuin
aan een kraanoog wordt getrokken, kan het kraa-
noog afbreken.
Hijsen met een kraan met behulp van kraanogen
(1) is alleen toegestaan met de juiste hijsinrichting
(3) waarbij de kettingen (2, 6) vanaf de kraanogen
(1) verticaal naar boven leiden. De heftruck moet
zich in horizontale positie bevinden wanneer hij aan
de hijsinrichting hangt.
Bedieningshandleiding – 396 801 15 09 NL – 06/2014
Gebruik
Laden/transporteren
145
4