Haal uw voeten van de rijpedalen (3).
Draai de contactsleutel (2) in de nulstand.
OPMERKING
Wanneer de motor wordt afgezet, wordt de
rem ingeschakeld.
Draai de parkeerremhendel (1) naar rechts
tot deze vergrendelt.
De parkeerrem is nu ingeschakeld.
Verwijder de contactsleutel (2) wanneer u
de heftruck verlaat.
Rijden (tweepedalensysteem)
WAARSCHUWING
Het is over het algemeen niet toegestaan om op
lange hellingen van meer dan 15% te rijden, dit
vanwege de voorgeschreven minimale remwerk-
ings- en stabiliteitswaarden. Neem contact op met
uw geautoriseerde dealer voordat u op steilere
hellingen rijdt. De waarden met betrekking tot het
klimvermogen op het specificatieblad zijn afgeleid
uit de trekkracht en zijn alleen van toepassing op
het rijden over hindernissen en voor kleine hoogte-
verschillen.
Stem uw rijstijl altijd af op de toestand van de
ondergrond (oneffen vloeren, etc.); dit geldt in het
bijzonder voor gevaarlijke werkgebieden en met
het oog op de last.
WAARSCHUWING
Bij gebruik van spiegels mag niet worden vergeten
dat de achteruitkijkspiegel alleen bedoeld is om het
verkeer achter de heftruck in de gaten te houden.
Achteruitrijden is daarom alleen toegestaan wan-
neer u direct naar achteren kijkt.
LET OP
Eventueel aanwezige zijdeuren moeten tijdens het
rijden tegen beschadiging worden beveiligd.
Zorg er daarom voor dat beide zijdeuren gesloten
en vergrendeld zijn voordat u met de heftruck rijdt.
Bedieningshandleiding – 396 801 15 09 NL – 06/2014
4
Gebruik
Standaarduitrusting
63