4
Gebruik
Standaarduitrusting
Beweeg de hendel (3) naar boven voor een
groter gewicht.
Beweeg de hendel (3) naar beneden voor
een lager gewicht.
Lendensteun verstellen (alleen bij een
Comfort-bestuurdersstoel)
OPMERKING
Met behulp van de lendensteun kan de
contouren van de rugleuning optimaal op
de lichaamsvorm van de bestuurder worden
afgestemd.
Draai de knop (5) naar links of rechts.
De bolling van het onderste en het bovenste
gedeelte van de rugleuning kan apart worden
afgesteld.
Stoelverwarming inschakelen (alleen
Comfort-bestuurdersstoel)
Druk de schakelaar (6) omlaag om de
stoelverwarming in te schakelen.
Druk de schakelaar (6) omhoog om de
stoelverwarming uit te schakelen.
OPMERKING
De maximumtemperatuur is vooraf ingesteld.
46
Bedieningshandleiding – 396 801 15 09 NL – 06/2014
6
5
d3941475
6
5
d3941475