Pagina 3
Voorwoord Linde − uw partner Met ruim 100.000 verkochte heftrucks en ma- Uw Linde-dealer ter plekke biedt u een all- gazijn-technische producten per jaar behoort round-service. Hier kunt u o.a. terecht voor Linde tot de meest vooraanstaande fabrikan- vakkundig advies, verkoop en service. Van- ten wereldwijd.
Inhoudsopgave Inleiding Uw machine ............2 Verantwoord gebruik .
Pagina 6
Linde Forklift Data Management (LFM) ........
Pagina 7
Inhoudsopgave Werken met een last ..........146 Vóór het oppakken van een last .
Pagina 8
Inhoudsopgave Potentiometer van de rijpedaalsensor afstellen ......186 Pedaalgroep en stangenstelsel controleren en smeren ......186 Balg van joystick controleren .
Pagina 9
Inhoudsopgave Technische gegevens Overzicht van afmetingen ..........222 Hefmastgegevens voor model 181 .
Inleiding Uw machine Uw machine biedt een optimaal rendement en rijcomfort Bij het bestellen van onderdelen moet naast en een optimale veiligheid. Het is nu voorna- de betreffende onderdeelnummers het vol- melijk aan u om deze eigenschappen zo lang gende worden vermeld: mogelijk te behouden en van de daaruit resul- Type heftruck: terende voordelen te profiteren.
Inleiding Verantwoord gebruik Om die reden kan de fabrikant geen enkele Deze bedieningsinstructies mogen niet gere- aansprakelijkheid aanvaarden op basis van produceerd, vertaald of voor derden toegan- de gegevens, afbeeldingen en beschrijvingen kelijk gemaakt worden, ook niet in de vorm van in deze bedieningsinstructies.
Inleiding Verantwoord gebruik volgd. Voor niet-Europese landengelden de voorzetapparaat met betrekking tot de desbe- respectieve nationale voorschriften. treffende instructies. Gevaarlijke punten van rijwegen of routes Als voorzetapparatuur niet samen met de moeten worden gemarkeerd met de gebruike- heftruck, wordt geleverd, moeten de specifi- lijke verkeersborden en indien nodig met extra caties van de fabrikant van de heftruck en de waarschuwingsborden.
Inleiding Ongeoorloofd gebruik Ongeoorloofd gebruik GEVAAR Het is niet toegestaan: • om de machine te gebruiken voor het trans- Groot risico van materiële schade, gevaar van porteren van personen (als de machine niet ernstig letsel en levensgevaar. voor dit gebruiksdoel is ontworpen) Voorkom ongeoorloofd gebruik.
Pagina 16
Inleiding Gebruikte symbolen Voor uw veiligheid wordt er tevens gebruikge- LET OP maakt van aanvullende symbolen. Let op de Dit label bevindt zich op die plaatsen verschillende symbolen. van de heftruck waar speciale voorzichtigheid en aandacht vereist zijn. Lees het betreffende gedeelte van deze bedieningsinstructies.
Inleiding Technische beschrijving Technische beschrijving De elektrische vorkheftrucks van de serie 386 zelfs op slechte ondergronden, zowel binnen zijn geschikt voor het laden en palletiseren van als buiten. lasten tot 1,2 t bij de E 12, 1,4 t bij de E 14, 1,5 t De heftruck is uitgerust met een elektrische bij de E 15, 1,6 t bij de E 16, 1,8 t bij de E 18 en rijaandrijving en met een elektromotor met...
• Het elektrische remsysteem met energie- Een joystick wordt gebruik voor het bedienen terugwinning, de LBC (Linde Brake Con- van de hef-, daal- en neigbewegingen van de trol). De LBC wordt automatisch bediend werkhydrauliek.
Inleiding Ontvangst van de heftruck Ontvangst van de heftruck Voordat de heftruck onze fabriek verlaat, OPMERKING wordt hij grondig geïnspecteerd om te ga- randeren dat hij in perfecte staat verkeert en Bij heftrucks die onze fabriek zonder hefmast dat hij compleet met alle bestelde uitrusting verlaten, zijn er extra aanslagbouten voor wordt geleverd.
Inleiding Wettelijke voorschriften voor het op de markt brengen Wettelijke voorschriften voor het op de markt brengen Verklaring Linde Material Handling GmbH Carl-von-Linde-Platz D-63743 Aschaffenburg, Duitsland Wij verklaren dat de machine volgens deze bedieningsinstructies Machine volgens deze bedieningsinstructies Model in overeenstemming is met de meest recente versie van de Machinerichtlijn 2006/42/EG.
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinformatie Het is van essentieel belang dat het bedie- ningspersoneel en het onderhoudspersoneel GEVAAR de bij deze bedieningsinstructies gevoegde ”voorschriften voor het gebruik van industriële De machine mag niet door onbevoegde personen machines” opvolgen. worden gebruikt. Alleen getrainde en voor het bedienen geautori- Daarin wordt bijvoorbeeld op het volgende seerde personen mogen toegang tot de machine ingegaan:...
Veiligheid Restrisico’s LET OP WAARSCHUWING Risico van overbelasting van de batterijaansluiting. Afhankelijk van hoe lang er met de heftruck is gewerkt of gereden, Dit betekent dat uitsluitend de door de fabrikant kunnen componenten waardoorheen goedgekeurde aangegoten batterijaansluiting uitlaatlucht of uitlaatgassen stromen (MRC-contactdoos) mag worden gebruikt.
Veiligheid Stabiliteit De heftruck en de mogelijke voorzetapparaten • Ontsnappen van vloeistoffen als gevolg voldoen aan de actuele veiligheidsvoorschrif- van lekkage, leidingbreuk, slangbreuk of ten. Desondanks kan ook bij gebruik voor de gescheurde reservoirs beoogde doeleinden en het opvolgen van alle •...
Pagina 25
Veiligheid In geval van kantelen • Voeten steunen in overeenstemming met het gebruiksdoel wordt gebruikt. Mocht de machine tijdens • Tegen de vallende richting in buigen een niet-goedgekeurde toepassing of door De stabiliteit van uw machine is gegarandeerd verkeerd gebruik kantelen, volg dan altijd de wanneer de machine op de juiste manier en hierboven gegeven instructies op.
Veiligheid Nooduitgang met achterruit Nooduitgang met achterruit OPMERKING Indien een heftruck met voor- en achterruit in een smal gangpad defect raakt, kan het gebeuren dat de bestuurder de heftruck niet via de zijkant kan verlaten. Bij acuut gevaar kan de bestuurder de heftruck via de achterruit verlaten.
Veiligheid Gekwalificeerde persoon WAARSCHUWING WAARSCHUWING Het binnendringen van onder druk staande hydrau- Onoordeelkundig gebruik van koelvloeistof en liekolie in de huid, bijv. door lekkage, is gevaarlijk. koelvloeistofadditieven brengt uw gezondheid en Raapleeg bij dit soort verwondingen altijd een arts. het milieu in gevaar. Draag beschermende kleding en gebruik persoon- Volg te allen tijde de instructies van de fabrikant op.
Veiligheid Voorzetapparatuur monteren Voor de omvang van de periodieke veilig- heidsinspectie bestaat een aanbeveling, FEM 4.004, van de Europese federatie voor intern transport FEM, waarin een testlogboek voor het documenteren van de actuele veiligheid- sinspectie en een inspectiesticker voor de vol- gende veiligheidsinspectie zijn gedefinieerd.
Veiligheid Voorzetapparatuur monteren Hefver- Klasse Last- mogen Volgens zwaarte- Ontwerp Machine punt 2328 1000 - 500 en 2500 2501 - 500 en 21,5 4999 5000 - 25,5 8000 8001 - 10999 Geïntegreerde voorzetapparatuur is speci- aal op de gemonteerde hefmast afgestemd. Als voorzetapparatuur achteraf wordt gemon- teerd, moeten de juiste bevestiging en alle benodigde onderdelen −...
Veiligheid Voorzetapparatuur monteren Maak voorzichtig de aansluiting van de hydraulische leidingen los. Als de druk afneemt, ontsnapt er hydraulieko- lie. Koppel de hydraulische leidingen los. Sluit de hydraulische leidingen aan op het voorzetapparaat. Met systeem voor drukloos maken: (speciale uitrusting) ...
Veiligheid Vorkenbord in noodgeval laten zakken Vorkenbord in noodgeval laten zakken De regelklep is voorzien van een nooddaal- bout (1) voor het handmatig laten zakken van het vorkenbord. Dit kan nodig zijn bij een storing in het hydraulisch systeem. Het regelkleppenblok (3), dat zich onder de bo- demplaat voor de pedalen aan de rechterzijde van de heftruck bevindt, is uitgerust met een...
Pagina 32
Veiligheid Vorkenbord in noodgeval laten zakken Klap de bodemplaat (5) omhoog nadat u de twee bevestigingsbouten (4) aan de zijkant van de bestuurdersstoel hebt verwijderd, en maak de bodemplaat met een lus (7) vast aan de verstelknop (8) van de stuurkolom. OPMERKING Voor een betere toegang tot het kleppenblok wordt geadviseerd om de bodemplaat helem-...
Pagina 35
Overzicht Identificatieplaatje OPMERKING De CE-markering bevestigt de overeenstem- ming met de EG-machinerichtlijnen en de overeenstemming met alle op de heftruck van toepassing zijnde richtlijnen. e3871100 Typeplaatje Fabrikant Model/productienr./bouwjaar Leeggewicht Max. batterijgewicht / min. batterijgewicht Extra gewicht Tijdelijke aanduiding voor data-matrix-code CE-markering Nominaal aandrijfvermogen Batterijspanning...
Overzicht Overzichtstekening van de heftruck Overzichtstekening van de heftruck e3861116a Hefmast Behuizing voor zekeringen en relais voor Neigcilinders speciale uitrusting Werklamp vóór boven (speciale uitrusting) Diagnosestekker Stuurkolom (verstelbaar) Contragewicht Indicatiepaneel Batterijdeksel Lastindicatieschema (dakstijl, boven links) Bodemplaat met pedaalgroep Schakelaarpaneel Wielaandrijving links Beschermdak Vorkenbord Zwaailamp/flitslamp (speciale uitrusting)
Pagina 37
Overzicht Overzichtstekening van de heftruck Stuuras met draaikrans e3861346a Gecombineerde as e3861302a Bedieningshandleiding – 386 801 1509 NL – 05/2014...
Overzicht Bedieningselementen Bedieningselementen e3861117b Stuur Joystick voor voorzetapparatuur (speciale Verstelknop van de stuurkolom uitrusting) Richtingaanwijzerschakelaar Joystick voor werkhydrauliek Parkeerremschakelaar Armleuning Remhendel Claxonknop Noodstopschakelaar Rijpedaal voor vooruitrijden Bedieningspaneel voor de verwarming Rempedaal (speciale uitrusting) Hendel voor verstelling van de bestuurders- Contactschakelaar stoel Rijrichtingschakelaar, eenpedaalsysteem Rijpedaal voor achteruitrijden...
Pagina 41
Overzicht Displayeenheid Displayeenheid Weergave van resterende rijtijd voor elektri- Indicatielampje richtingaanwijzers (groen) sche vorkheftrucks actief Motortemperatuur aan bovengrens (rood) Geen functie Neutraal waarschuwingslampje (rood) / Snelheidsweergave (km/h / mph) geen functie Functietoets Storing in elektrische regeleenheid of Resettoets geïntegreerde batterijlader (rood) Klok / resterende rijtijd / snelheidsweergave Rijrichting vooruit bij heftrucks met eenpe- Geen functie...
Pagina 42
Overzicht Displayeenheid Mogelijke storingen Displayelement Werking Oplossing component kan worden gelokaliseerd. - Wanneer de maximaal toegestane temperatuur wordt bereikt, wordt tevens de in de displayeenheid ingebouwde waarschuwingszoemer geactiveerd. De functie kan worden - Het rode indicatielampje geprogrammeerd via de (4) Neutraal waarschu- biedt optionele informatie over heftruckdiagnose.
Pagina 43
Overzicht Displayeenheid Mogelijke storingen Displayelement Werking Oplossing Stoelschakelaar of FDE- eenheid niet geactiveerd en rijpedaal bediend - Als het gele indicatielampje Netspanning op de batterijlader, oplicht, is de oorzaak mogelijk en rijpedaal bediend een bedieningsfout of een (11) Indicatielampje Afstelproces van neighoeksen- storing.
Pagina 44
Overzicht Displayeenheid Mogelijke storingen Displayelement Werking Oplossing Wanneer er een defecte dis- playeenheid wordt vervangen, moeten de tot dan toe opge- telde draaiuren worden gere- gistreerd. Toont de draaiuren van de Bevestig deze informatie op heftruck. Deze indicator lettertape in de buurt van de dient voor het verifiëren displayeenheid.
Pagina 45
Overzicht Displayeenheid Mogelijke storingen Displayelement Werking Oplossing Met het diagnoseprogramma - 24-uurs-klokdisplay. Kan kan het display worden gereset (24) Klok / resterende rijtijd / worden ingesteld met de naar 12-uursnotatie. snelheidsweergave drukknoppen (22) en (23). Neem contact op met uw servicepartner.
Pagina 46
Overzicht Displayeenheid Mogelijke storingen Displayelement Werking Oplossing - Het gele indicatielampje licht op als de afdekking achter van de heftruck open is. - Bij heftrucks met geïnte- greerde lader wordt dit be- (33) Indicatielampje (geel), Sluit de afdekking achter. ”afdekking achter open” waakt om te voorkomen dat er met de heftruck wordt ge- reden terwijl de oplaadkabel...
Gebruik Onderhoud voor de eerste ingebruikname Onderhoud voor de eerste ingebruikname Chassis Controleer de wielbevestigingen en haal ze indien nodig aan. Controleer het remsysteem en de parkeerrem. Controleer de stuurinrichting. Elektrische installatie Batterij: controleer de ladingstoestand, het zuurpeil en de zuurdichtheid. Controleer de elektrische installatie (bijv.
Gebruik Controles bij begin van ploegendienst Controles bij begin van ploegendienst Chassis, plaatwerk en bevestigingen Controleer de toestand en werking van de bestuurdersstoel en veiligheidsgordel. Controleer of het verstelmechanisme van de stuurkolom stevig is vergrendeld. Controleer het ruitensproeierreservoir. Chassis Controleer de banden en velgen (profiel, uitwendige beschadiging, spanning). Controleer de toestand van de antistatische strip en het contact van de strip met de bodem (alleen bij gebruik van niet-antistatische banden).
Gebruik Standaarduitrusting Standaarduitrusting Op- en afstappen WAARSCHUWING Bij het op- en afstappen bestaat er verwondingsge- vaar voor de voeten en de rug. Stap altijd op en af met de voorzijde van uw lichaam naar de heftruck gewend. OPMERKING Gebruik nooit het stuur of de joysticks als op- of afstaphulp.
Gebruik Standaarduitrusting Bestuurdersstoel verstellen WAARSCHUWING Een verkeerde afstelling van de stoel kan rugklach- ten veroorzaken. De verstelinrichtingen voor de bestuurdersstoel mogen niet worden versteld tij- dens het werken. Telkens voordat de machine wordt gestart en tel- kens wanneer er van bestuurder wordt gewisseld, moet de stoel worden afgesteld op het gewicht van de betreffende bestuurder en moet worden gecontroleerd of alle verstelinrichtingen goed zijn...
Gebruik Standaarduitrusting Op het gewicht van de bestuurder afstellen OPMERKING De stoel moet op het gewicht van de bestuur- der worden afgesteld wanneer de bestuurder op de stoel zit. Klap de hendel (2) naar buiten. Beweeg de hendel om het gewicht van de bestuurder en de vering op elkaar af te stemmen.
Gebruik Standaarduitrusting Lendensteun verstellen Draai de draaiknop (6) naar links of naar rechts om de lendensteun te verstellen. OPMERKING Let op het label met symbool achter op de rugleuning. Stoelverwarming (speciale uitrusting) inschakelen Met deze schakelaar (7) wordt de verwar- ming van de bestuurdersstoel ingescha- keld.
Gebruik Standaarduitrusting Stuurkolom verstellen GEVAAR Veilig rijden is niet gegarandeerd wanneer de spanbout open is. Stel de stuurkolom alleen af wanneer de heftruck stilstaat. Controleer voordat u met de machine probeert te rijden of de stuurkolom is vergrendeld. Hoek verstellen ...
Gebruik Standaarduitrusting Tijd instellen OPMERKING De tijd wordt in 24-uursnotatie weergege- ven. Met het diagnoseapparaat kan er naar 12-uursnotatie worden overgeschakeld. Neem contact op met uw servicepartner. Druk de beide drukknoppen (2) en (3) gedurende 3 seconden tegelijkertijd in. De urenweergave op het tijddisplay (1) knip- pert.
Gebruik Standaarduitrusting Veiligheidsgordel Veiligheidsgordel omdoen GEVAAR Er bestaat levensgevaar wanneer de bestuurder de heftruck op een ongecontroleerde manier verlaat. Daarom moet de veiligheidsgordel te allen tijde worden gedragen wanneer met de heftruck wordt gewerkt! De veiligheidsgordel mag alleen worden gedragen door één persoon. WAARSCHUWING De veiligheidsgordel moet perfect functioneren.
Gebruik Standaarduitrusting ten zodat zijn of haar rug tegen de rugleuning rust. Het automatische blokkeermechanisme van het oprolmechanisme van de veiligheids- gordel biedt de bestuurder tijdens normaal gebruik van de heftruck voldoende bewe- gingsvrijheid op de stoel. Trek de veiligheidsgordel (3) zonder hier- aan te rukken naar links uit het oprolmecha- nisme (1).
Gebruik Standaarduitrusting Machine in- en uitschakelen Machine inschakelen Ga op de bestuurdersstoel (5) zitten. Doe de veiligheidsgordel om. Trap op het rempedaal. OPMERKING De joysticks of de afzonderlijke hendels moeten in de neutrale stand staan. Trek indien nodig de noodstopschakelaar (3) uit.
Pagina 61
Gebruik Standaarduitrusting Machine uitschakelen Haal uw voeten van de rijpedalen (4) en (6). Draai de contactsleutel (2) naar links in de nulstand. OPMERKING De remwerking van de automatische rem houdt de heftruck met een gedaalde last en/of neergelaten hefmiddel op een helling met schone bodembedekking en een hellingsper- centage tot 10% tegen.
Achteruitrijden is daarom alleen toegestaan wan- neer u direct naar achteren kijkt. OPMERKING Bepaalde vorkheftrucks van Linde (bijv. met speciaal dak voor containers of met draaistoel) hebben een beperkte vrije ruimte tussen stoel en beschermdak. Daarom mogen dergelijke heftrucks alleen door personen worden...
Pagina 63
Gebruik Standaarduitrusting Ga op de bestuurdersstoel (5) zitten (alleen dan wordt de stoelschakelaar onder de bestuurdersstoel geactiveerd). Doe de veiligheidsgordel om. Trek de noodstopschakelaar (3) uit. e3861470 Steek de contactsleutel (2) in het con- tactslot en draai de sleutel helemaal naar rechts.
Gebruik Standaarduitrusting schakelaar op het symbool ”P” te bedienen, wordt de rem uitgeschakeld en dooft het rode lampje. Bedien de schakelaar (1) (druk op het symbool ”P”). Trap op het rijpedaal (5). De automatische rem wordt uitgeschakeld en de heftruck is gereed voor gebruik.
Pagina 65
Achteruitrijden is daarom alleen toegestaan wan- neer u direct naar achteren kijkt. OPMERKING Bepaalde heftrucks van Linde (bijv. met speciaal dak voor containers of met draaistoel) hebben een beperkte vrije ruimte tussen stoel en beschermdak. Daarom mag deze machine...
Pagina 66
Gebruik Standaarduitrusting Ga op de bestuurdersstoel zitten (alleen dan wordt de stoelschakelaar onder de bestuurdersstoel geactiveerd). Doe de veiligheidsgordel om. Trek de noodstopschakelaar (3) uit. Steek de contactsleutel (2) in de contact- schakelaar en draai de sleutel helemaal naar rechts.
Pagina 67
Gebruik Standaarduitrusting Vooruitrijden Beweeg de rijrichtinghendel (4) naar voren. Trap voorzichtig het rijpedaal (5) in. Het indicatielampje (8) licht op. De parkeerrem wordt uitgeschakeld en de heftruck is gereed voor gebruik. De rijsnelheid van de machine neemt toe naarmate het pedaal verder wordt ingetrapt.
Gebruik Standaarduitrusting Stuurinrichting Dankzij de hydrostatische stuurinrichting is er Het stuur kan met voldoende kracht voorbij de slechts zeer weinig kracht nodig om aan het aanslag worden gedraaid zonder dat hierdoor stuur te draaien. de stand van de wielen verandert. Dit is vooral gunstig tijdens het werk met GEVAAR pallets in smalle gangpaden.
Gebruik Standaarduitrusting Remsysteem GEVAAR Ongevallenrisico of levensgevaar bij een defect remsysteem. Uw heftruck mag in geen geval gebruikt worden als het remsysteem defect is. Als u gebreken van het remsysteem vaststelt, neem dan onmiddellijk contact op met uw servicepartner. GEVAAR De remkarakteristieken van de machine worden onder andere beïnvloed door de viscositeit van de olie.
Pagina 70
Gebruik Standaarduitrusting Bedrijfsrem via de remhendel De bedrijfsrem kan ook worden bediend met de remhendel (1). Deze bevindt zich aan de rechterzijde van de stuurkolom. Hij is via een bowdenkabel verbonden met de remklep. Als de remhendel helemaal wordt bediend, is er een geringere remwerking dan wanneer het rempedaal wordt gebruikt.
Gebruik Standaarduitrusting Automatische rem Als de machine tot stilstand wordt gebracht, wordt na korte tijd de automatische rem ingeschakeld. Op een schone bodembedekking houdt de parkeerrem de machine op hellingen met een hellingspercentage van maximaal 10% tegen. Het remsymbool ”P” (zie pijl) knippert in de displayeenheid.
Pagina 72
Gebruik Standaarduitrusting Het remsymbool (zie pijl) in de displayeenheid gaat continu branden. De machine staat op de rem. GEVAAR Ongevallenrisico en verwondingsgevaar Bedien de remschakelaar (1) niet tijdens het rijden. Onder sommige omstandigheden kan de last van de vorken schieten als de parkeerrem te abrupt wordt ingeschakeld.
Gebruik Standaarduitrusting Claxon De claxon wordt gebruikt als waarschuwings- signaal, bijv. op onoverzichtelijke plaatsen en bij kruisingen. De claxonknop bevindt zich gemakkelijk toegankelijk bij de armleuning. Druk bij de armleuning op de claxonknop (zie pijl) om de claxon te bedienen. e3871151 Bedieningshandleiding –...
Gebruik Standaarduitrusting Joystick − Bediening met centrale hendel WAARSCHUWING Door de bewegingen van de hefmast of voorzetapparatuur bestaat er beknellingsgevaar voor de bestuurder. Reik of stap daarom nooit tussen de hefmastconstructie of in de ruimte tussen hefmast en heftruck. De hefinrichting en de voorzetap- paratuur mogen uitsluitend worden gebruikt voor het beoogde doel.
Pagina 75
Gebruik Standaarduitrusting Vorkenbord heffen GEVAAR Bij het heffen van de hefmast is er een verhoogd val- en beknellingsgevaar. Het is daarom niet toegestaan om op de geheven vorken te staan. Duw de joystick (1) naar rechts. Vorkenbord laten zakken ...
Gebruik Standaarduitrusting LET OP Voorzetapparatuur beïnvloedt het hefvermogen en de stabiliteit van de heftruck. Voorzetapparatuur die niet samen met de heftruck wordt geleverd, mag alleen worden gebruikt wan- neer de servicepartner heeft bevestigd dat het hef- vermogen en de stabiliteit ervan een veilige werking garanderen OPMERKING De hier beschreven bediening van voorzetap-...
Gebruik Standaarduitrusting Vorkverstelling bedienen OPMERKING Om beschadiging te voorkomen, mag de vorkverstelling niet worden bediend met een last op de vorken of wanneer de vorken op de grond rusten. Gebruik de vorkverstelling niet als een klem. Duw de joystick (2) naar voren. De vorken schuiven uit elkaar.
Pagina 78
Gebruik Standaarduitrusting Duw de joystick (2) ten minste 40% naar voren en zet hem vervolgens in de nulstand. e3861476 De joystick wordt circa één seconde ontgren- deld en in de displayeenheid licht het display (1) op. OPMERKING Als de joystick gedurende deze tijd niet naar voren wordt geduwd, wordt hij weer vergrendeld.
Gebruik Standaarduitrusting Joystick − Bediening met afzonderlijke hendel WAARSCHUWING Door de bewegingen van de hefmast of voorzetapparatuur bestaat er beknellingsgevaar voor de bestuurder. Reik of stap daarom nooit tussen de hefmastconstructie of in de ruimte tussen hefmast en heftruck. De hefinrichting en de voorzetap- paratuur mogen uitsluitend worden gebruikt voor het beoogde doel.
Gebruik Standaarduitrusting Vorkenbord heffen GEVAAR Bij het heffen van de hefmast is er een verhoogd val- en beknellingsgevaar. Het is daarom niet toegestaan om op de vorken te staan. Trek de joystick (1) naar achteren. Vorkenbord laten zakken Duw de joystick (1) naar voren. e3861478b Hefmast naar voren neigen ...
Pagina 81
Gebruik Standaarduitrusting Voorzetapparatuur bedienen Als speciale uitrusting kan er voorzetappara- tuur aan de heftruck worden gemonteerd (bijv. sideshift, vorkverstelling, klem etc.). Let op de werkdruk en houd u aan de bedienings- instructies voor het voorzetapparaat. Een of twee andere joysticks zijn aangebracht voor het bedienen van de voorzetapparatuur.
Pagina 82
Gebruik Standaarduitrusting Let op de schakelsymbolen met pijlen. OPMERKING Voor elk voorzetapparaat moet er in het zicht van de bestuurder een label worden aange- bracht met daarop het hefvermogen van de heftruck plus voorzetapparaat (voor een be- schrijving zie ”Extra lastindicatieplaatje voor voorzetapparatuur”).
Gebruik Standaarduitrusting Vorkverstelling bedienen OPMERKING Om beschadiging te voorkomen, mag de vorkverstelling niet worden bediend met een last op de vorken of wanneer de vorken op de grond rusten. Gebruik de vorkverstelling niet als een klem. Duw de joystick (4) naar voren. De vorken schuiven uit elkaar.
Pagina 84
Gebruik Standaarduitrusting Duw de joystick (5) (afhankelijk van de uitvoering) ten minste 40% naar voren en zet hem vervolgens in de nulstand. e3861478b De joystick wordt ca. één seconde ontgren- deld en in de displayeenheid licht het display (6) op. OPMERKING Als de joystick gedurende deze tijd niet naar voren wordt geduwd, wordt hij weer...
Gebruik Standaarduitrusting Noodstopschakelaar Als de noodstopschakelaar wordt bediend tijdens het rijden, wordt de heftruck met gereduceerd remkoppel geremd. Deze minimaliseert het risico dat een last valt. Noodstopschakelaar uittrekken Trek de noodstopschakelaar (1) uit. De noodstopschakelaar wordt ontgrendeld en de elektrische installatie wordt ingeschakeld. De machine is gereed voor gebruik.
Gebruik Standaarduitrusting Ladingstoestand van de batterij controleren Algemeen De ladingstoestand van de batterij wordt aangegeven door middel van een LED- staafdiagram (2) in de displayeenheid (1). De zeven groene LED’s doven de een na de ander naarmate de batterij ontladen wordt Zodra de batterij voor 75% ontladen is, licht de rode LED (3) met het batterijsymbool op.
Gebruik Standaarduitrusting Batterij op externe batterijlader aansluiten Bij gebruik van externe batterijladers moet er altijd worden voldaan aan bepaalde vereisten: • Gebruik uitsluitend batterijladers en batte- rijladerkarakteristieken die zijn toegestaan voor de grootte van de batterij. • De batterij mag alleen worden opgeladen met gelijkstroom en met laadprocedures volgens DIN 41773 en DIN 41774.
Pagina 88
Gebruik Standaarduitrusting Koppel de batterijstekker (1) los van de contactdoos (2). Verbind de stekker van de externe batterij- lader met de batterijstekker (1). Schakel de lader in. e3861455 Bedieningshandleiding – 386 801 1509 NL – 05/2014...
Gebruik Standaarduitrusting Batterij opladen Aanbevolen wordt om de batterij weer op te laden wanneer alle groene LED’s van de ontlaadindicator (2) op de displayeenheid (1) uit zijn en de rode LED (3) oplicht (batterij 80% ontladen). Als de rode LED knippert (restcapaciteit van de batterij <20%), moet de batterij onmiddellijk worden opgeladen.
Pagina 90
Gebruik Standaarduitrusting LET OP Langdurige opslag van ontladen batterijen leidt tot blijvende beschadiging. Ontladen batterijen moeten onmiddellijk weer worden opgeladen. De batterij kan ook met behulp van diverse speciale uitrustingen worden opgeladen. Neem contact op met uw servicepartner. Bedieningshandleiding – 386 801 1509 NL – 05/2014...
Gebruik Standaarduitrusting Batterij vervangen WAARSCHUWING De machine kan kantelen als de batterij wordt vervangen terwijl de machine een last draagt. Het vervangen van batterijen terwijl de machine een last draagt, is uitdrukkelijk verboden. De last moet worden neergezet en de vorken moeten helemaal op de grond rusten.
Pagina 92
Gebruik Standaarduitrusting Neem omwille van de veiligheid de nodige maatregelen om te zorgen dat het batterij- deksel niet vanuit de bovenste stand kan dichtklappen. OPMERKING Bij speciale uitrusting bestaande uit een bestuurderscabine met achterruit moet ook de rugleuning van de bestuurdersstoel worden omgeklapt, en de bestuurdersstoel moet in de richting van het stuur worden geschoven.
Pagina 93
Gebruik Standaarduitrusting Batterijdeuren die 180° kunnen worden opengedraaid (speciale uitrusting), worden samen met het batterijdeksel ontgrendeld wanneer de hendel (1) wordt bediend. e3861139a Open de batterijdeur aan de zijkant, draai hem helemaal naar rechts en zet hem vast zodat hij niet kan terugdraaien. Bedieningshandleiding –...
Pagina 94
Gebruik Standaarduitrusting Trek de batterijstekker (8) uit de batterijaan- sluiting (9). Klap de batterijaansluiting (9) via het scharnier (10) zijwaarts omhoog. Controleer de batterij op zuurlekkage, scheuren in het huis en omhooggekomen platen. Controleer of de batterijstekkers en -kabel in een goede toestand zijn en leg ze op een veilige manier op de batterij.
Gebruik Standaarduitrusting Let er bij het aanbrengen van de nieuwe batterij goed op, dat de batterijdeur aan de zijkant wanneer hij wordt gesloten hoorbaar goed in het slot wordt vergrendeld. LET OP Als de batterijdeur niet gesloten is, kan dit leiden tot beschadiging van het machinechassis.
Pagina 96
Gebruik Standaarduitrusting WAARSCHUWING Ongevalrisico en kantelgevaar. Bij een vuile of oneffen ondergrond bestaat het gevaar dat de batterij tijdens het verwijderen of aanbrengen ervan door abrupte bewegingen kantelt, waardoor de handpallettruck in de richting van de bestuurder wordt geslingerd. De batterij moet daarom altijd worden vervangen op een vlakke, egale en schone ondergrond.
Gebruik Standaarduitrusting Batterij vervangen met een pallettruck en batterijsteun WAARSCHUWING Ongevalrisico De pallettruck moet voldoende hefvermogen heb- ben. Stel indien nodig de breedte van de bat- terijsteun (2) af. Steek de vorken (1) van de pallettruck tot aan de eindaanslag in de batterijsteun (2) (zie pijl).
Gebruik Standaarduitrusting Steek de vier haken (2) door de hiervoor aanwezige openingen van de batterijbak. Til de batterij voorzichtig (1) op, verwijder de batterij langzaam uit het batterijcom- partiment en zet de batterij neer op een geschikte plaats. Batterij vervangen met een rolplatform Bij de bodem van de batterij van de machine is een speciaal rolplatform (1) ingebouwd.
Gebruik Standaarduitrusting Rijd de pallettruck en het verwijdergereed- schap (3) langzaam en voorzichtig tot bo- ven de batterij in het batterijcompartiment. Steek de vier haken (2) door de hiervoor aanwezige openingen van de batterijbak. Til de batterij voorzichtig (1) op, verwijder de batterij langzaam uit het batterijcom- partiment en zet de batterij neer op een geschikte plaats.
Pagina 100
Gebruik Standaarduitrusting De hydraulische aandrijving wordt bediend via een drukknop onder de linker console van de machine (zie pijl). OPMERKING Een microschakelaar onder de vergrendeling voor de batterijdeur voorkomt dat de batterij naar buiten wordt geschoven als de batterij- deur gesloten is. e3861157a Batterij naar buiten schuiven ...
Pagina 101
Gebruik Standaarduitrusting Druk op de drukknop (zie pijl) onder de linker heftruckconsole. e3861157a De batterij wordt langzaam tot over het midden naar buiten geschoven. e3861158 Bedieningshandleiding – 386 801 1509 NL – 05/2014...
Gebruik Standaarduitrusting Koppel de batterijstekker (1) los van de batterijaansluiting (2). Bevestig een geschikte hijsinrichting in de hiervoor aanwezige openingen van de batterijbak. WAARSCHUWING Ongevalrisico bij gebruik van een ongeschikte hijsinrichting. Alleen geschikte hijsinrichtingen en kranen met voldoende hijsvermogen mogen worden gebruikt. ...
Pagina 103
Gebruik Standaarduitrusting Druk op de drukknop (zie pijl). De batterij wordt weer helemaal naar binnen geschoven. e3861157a Trek de steunrol in door de ontgrendelhen- del te bedienen (zie pijl). e3861161 Bedieningshandleiding – 386 801 1509 NL – 05/2014...
Gebruik Standaarduitrusting Ook het steunwielsysteem (1) wordt door sluiten van de batterijdeur ontgrendeld en ingetrokken. Omwille van de veiligheid gebeurt dit door middel van een sluitinrichting (2) in de batterijdeur. Sluit de batterijdeur aan de zijkant en controleer of hij goed gesloten is. LET OP Als de batterijdeur niet gesloten is, kan dit leiden tot beschadiging van het machinechassis.
Pagina 105
Gebruik Standaarduitrusting • Hoofdstroomzekering 100 A voor pompmo- • Hydraulische aandrijving: ingestelde maximumdruk 180 bar Bedieningshandleiding – 386 801 1509 NL – 05/2014...
Gebruik Speciale uitrusting Speciale uitrusting Bestuurdersstoel met draaionderstel afstellen LET OP De bestuurdersstoel mag niet draaien wanneer de heftruck in gebruik is. Controleer daarom of het draaionderstel vergren- deld is. De bestuurdersstoel met draaionderstel biedt beter zicht naar achteren bij het achteruitrijden over lange afstanden.
Gebruik Speciale uitrusting Mastpositionering De hefmastpositionering zorgt ervoor dat de hefmast gemakkelijk onder een vooraf geprogrammeerde neighoek kan worden gekanteld. Bij vrijgave van de functie licht het symbool (zie pijl) in de displayeenheid op. Programmeren Het neighoeksensorsysteem maakt het pro- grammeren van een bepaalde mastneighoek mogelijk.
Gebruik Speciale uitrusting OPMERKING Als de parameters in de heftruckregeleenheid (werkhydrauliek) op de fabrieksinstellingen worden teruggezet, wordt de hefmastpositio- nering gedeactiveerd en moet de functie weer worden ingeschakeld. Als de heftruck wordt uitgeschakeld, gaat de opgeslagen hefmast- positie verloren. Gebruik OPMERKING De hefmastpositionering dient als ondersteu- ning voor de bestuurder en is alleen bedoeld...
Gebruik Speciale uitrusting Hefhoogtebegrenzing De hefhoogtebegrenzing zorgt ervoor dat het uitschuiven van de hefmast bij een specifieke hefhoogte stopt. Deze functie wordt door middel van een schakelaar geactiveerd. De gewenste hefhoogte wordt herkend door twee andere schakelaars, die aan de hefmast moeten worden gemonteerd.
Gebruik Speciale uitrusting Stuurhoekindicatie Werking De stuurhoekindicatie moet worden geacti- veerd met het diagnoseprogramma. Bij vrijgave van deze functie licht het symbool (1) in de displayeenheid op. De stuurhoek wordt als balkendiagram met 11 segmenten in de tweede regel van het tekstdisplay (2) weergegeven.
Gebruik Speciale uitrusting Drukloos maken Bij het vervangen van hydraulische compo- nenten of het aansluiten van voorzetappara- tuur op de snelkoppelingen van de werkhy- drauliek moet het hydraulisch systeem druk- loos worden gemaakt. Het drukloos maken vindt plaats met behulp van een drukknop in de dakconsole.
Pagina 112
Gebruik Speciale uitrusting laden, en dooft het gele waarschuwingslampje in de displayeenheid. OPMERKING Bij heftrucks met snelkoppelingen voor het extra hydraulisch systeem is de drukknop voor drukloos maken standaard aanwezig. Drukloos maken is ook mogelijk via de hef- truckdiagnose. Neem contact op met uw ser- vicepartner.
Gebruik Speciale uitrusting Verlichting OPMERKING De configuratie van de diverse schakelaars op de dakconsole kan per uitvoering verschillen. Let op de schakelaarsymbolen. Interieurverlichting inschakelen Bedien de tuimelschakelaar (1). Zijlampen, dimlichten en kentekenplaat- verlichting inschakelen OPMERKING De zijlampen, dimlichten en richtingaanwij- zers zijn in de koplampen geïntegreerd.
Pagina 114
Gebruik Speciale uitrusting Werklampen achter inschakelen Druk de tuimelschakelaar (6) in de eind- stand (stand 2). De werklampen achter zijn ingeschakeld. Werklampen achter bij achteruitrijden inschakelen Zet de tuimelschakelaar (6) in de middelste stand (stand 1). Bij achteruitrijden worden de werklampen achter ingeschakeld.
Pagina 115
Gebruik Speciale uitrusting Knipperlichten inschakelen Duw de richtingaanwijzerschakelaar (1) aan het stuur omhoog. De richtingaanwijzers rechts knipperen. Het indicatielampje (2) in de displayeenheid knippert. Duw de richtingaanwijzerschakelaar (1) aan het stuur omlaag. De richtingaanwijzers links knipperen. Het indicatielampje (2) in de displayeenheid knippert.
Gebruik Speciale uitrusting BlueSpot ”BlueSpot” is een visuele waarschuwingseen- heid waarmee in rijomgevingen met slecht zicht (zoals gangpaden, hoge stellingen) en op onoverzichtelijke kruisingen voertuigen vroegtijdig kunnen worden waargenomen. e3871479 ”BlueSpot” is gemonteerd op een steun op het beschermdak en projecteert een krachtige blauwe lichtpunt (LED-technologie) op de grond.
Gebruik Speciale uitrusting BlueSpot inschakelen Afhankelijk van de aanwezige uitrusting zijn er drie manieren om BlueSpot te activeren: Optie 1 Tuimelschakelaar bedienen (zie pijl). Stand van de tuimelschakelaar: • Niveau 0:BlueSpot ”UIT” • Niveau 1:BlueSpot ”AAN” bij achteruitrijden • Niveau 2: BlueSpot voor continubedrijf Optie 2 ...
Gebruik Speciale uitrusting Ruitenwissers Voorruitwisser inschakelen Beweeg de multifunctionele hendel (1) aan het stuur vanuit de middelste stand naar achteren. De voorruitwisser staat in de stand voor intermitterend wissen. Schakel de tuimelschakelaar (7) helemaal Beweeg de multifunctionele hendel (1) naar achteren.
Gebruik Speciale uitrusting De achterruitwisser staat in de stand voor continu wissen. De voorruitwisser staat in de stand voor intermitterend wissen. Zet de tuimelschakelaar (8) in de middelste stand. Beweeg de multifunctionele hendel (1) naar voren. De achterruitwisser blijft wissen zolang de hendel wordt bediend.
Gebruik Speciale uitrusting Verwarming e3871134a Draaiknop voor de temperatuurregeling Draaischakelaar voor het instellen van de ventilator Draaiknop voor het instellen van de blaas- mondstanden op voorruitverwarming Bedieningselementen • Draaiknop (3) voor het instellen van de blaasmondstanden op voorruitverwarming • Draaiknop (1) voor de temperatuurregeling •...
Gebruik Speciale uitrusting • Draaischakelaar (2) helemaal naar rechts (stand 3) • Sluit de ventilatieopeningen (4) in de cabine. Voor het normale gebruik van de verwarming: • Kies de temperatuur met behulp van de draaiknop (1) (helemaal naar links → koud / helemaal naar rechts →...
Gebruik Speciale uitrusting Linde Forklift Data Management (LFM) De FDE-eenheid bestaat uit een metalen toetsenblok (1), twee LED’s (2) en een micro- controller met gegevensopslag. e3861465a De FDE-eenheid voor vorkheftrucks bevindt zich binnen handbereik van de bestuurder en is in de armleuning van de heftruck geï- ntegreerd.
Gebruik Speciale uitrusting Machine inschakelen Pincode via het toetsenblok invoeren OPMERKING In de standaardinstelling zijn de pincode en statuscode nodig om zich te kunnen aanmelden. Trek indien nodig de noodstopschakelaar uit. Open het klapdeksel van de armleuning- console naar de zijkant. e3871483 ...
Gebruik Speciale uitrusting Een verkeerde invoer kan worden afgebroken door op de Reset-toets (4) te drukken. Sluit het klapdeksel van de armleuningcon- sole weer. Schakel de parkeerrem uit door op de remschakelaar (1) te drukken en door op het rijpedaal te trappen.
Pagina 126
”automa- tische afmeldtijd” uitgeschakeld. Deze ”au- tomatische afmeldtijd” kan worden gewijzigd met de servicetool Linde Forklift Data Mana- gement. Neem contact op met de beheerder van uw heftruckvloot. Als de stoelschakelaar tijdens de ”automatische afmeldtijd” wordt ge-...
Neem contact op met de beheerder van uw heftruckvloot. Heftruckgegevensacquisitie via RFID- chip of magneetstripkaart Het Linde Forklift Data Management-systeem met een FDE-eenheid met RFID (Radio Frequency Identification) wordt gebruikt voor het contactloos vrijgeven van de machine zonder dat er een pincode wordt ingevoerd.
Pagina 128
Gebruik Speciale uitrusting Plaats een geldige RFID-chip of magneet- stripkaart op het leesoppervlak. De machinegegevens worden ingelezen. De LED’s (1) en (2) branden continu groen. Sluit de armleuningsteun weer. Schakel de parkeerrem uit door hetzij op de remschakelaar te drukken of door op het rijpedaal te trappen.
Gebruik Speciale uitrusting Mogelijke weergaven Overgang naar de stand-bymodus (licht kort op) Linker LED rood/rechter LED groen Sleep-modus Linker LED uit/rechter LED uit Pincode Vraag om invoer transponder Linker LED groen/rechter LED groen Pincode/transponder geaccepteerd Linker LED groen/rechter LED groen Pincode/transponder niet geaccepteerd Linker LED rood/rechter LED rood Gegevens uitlezen —...
Gebruik Speciale uitrusting Geïntegreerde lader (Linde Power Source) De geïntegreerde lader (1) (Linde Power Source) is direct op het contragewicht van de heftruck gemonteerd en dient voor het opladen van de heftruckbatterij. Ladertypes De batterijlader is er in drie verschillende uitvoeringen: •...
Pagina 131
Gebruik Speciale uitrusting LET OP Een verkeerd gekozen laadkarakteristiek kan de batterij onherstelbaar beschadigen. Voordat er de eerste keer wordt opgeladen, moet de juiste laadkarakteristiek in de batterijlader worden geprogrammeerd. Neem contact op met uw servicepartner. Onder de afdekking (3) bevindt zich een uitgangszekering voor de batterijlaadstroom, ter bescherming van de batterijlader.
Pagina 132
Gebruik Speciale uitrusting De heftruckregeleenheid bewaakt via een sensor (1) aan de steun voor de afdekking achter of de afdekking op de machine is aan- gebracht. Als de sensor tijdens het opladen gedeactiveerd is (afdekking achter verwij- derd), zijn alle rij- en heffuncties uitgescha- keld.
Pagina 133
Gebruik Speciale uitrusting GEVAAR De ontsnappende gassen zijn ontvlambaar. Laad de batterij uitsluitend op op goed geventile- erde plaatsen. Er mogen zich geen voorwerpen of hindernissen in de buurt van het ventilatiegebied van de ventilator bevinden. Zorg tijdens het opla- den voor een voldoende en veilige afzuiging van de tijdens het opladen vrijkomende gassen.
Pagina 134
Gebruik Speciale uitrusting Aansluiting van netkabel (spiraalkabel) van geïntegreerde lader op netcontactdoos GEVAAR Bij een ondeugdelijke beveiliging van de netcon- tactdoos kan de netkabel oververhit raken. De netcontactdoos moet beveiligd zijn volgens de desbetreffende voorschriften. Dit geldt in het bijzonder bij het gebruik van verlengkabels. Volg de instructies voor het correct beveiligen van netcontactdozen op.
Gebruik Speciale uitrusting Verbind de CEE-koppeling van de netkabel met de stekker (2) van de batterijlader (4). Steek de CEE-stekker van de netkabel in de netcontactdoos. OPMERKING Als de afdekking achter wordt verwijderd, wordt de sensor gedeactiveerd. Hierdoor worden de rij- en heffuncties uitgeschakeld.
Gebruik Speciale uitrusting OPMERKING Om het opladen te starten bij diep ontla- den batterijen met een celspanning tussen 1,0 V/cel en 1,6 V/cel (rood indicatielampje met ”bliksemsymbool” knippert), drukt u ten minste 3 seconden op de drukknop (1) (star- ten bij diepe ontlading / opladen onderbreken). Einde van het opladen Het laadproces wordt in de volgende gevallen automatisch beëindigd:...
Gebruik Speciale uitrusting OPMERKING Tijdens normaal bedrijf dient het opladen niet te worden afgebroken voordat er automa- tisch is uitgeschakeld. Anders is de batterij onvoldoende opgeladen en heeft deze een dienovereenkomstig lagere capaciteit. Vereffenings- en druppellading Wanneer de netstekker na het opladen in de contactdoos blijft, wordt bij bepaalde karakte- ristieken automatisch een vereffeningslading van de batterij gestart.
Gebruik Speciale uitrusting Beschrijving Status Opladen 1Geel 2Geel Begin van het opladen, vereffeningslading en nalaadfase knipperend Opladen beëindigd 3Groen 4Groen Druppellading knipperend 5Rood Batterij is diep ontladen; het opladen kan handmatig worden gestart door op knipperend de drukknop voor starten lader / opladen onderbreken te drukken Storingsmeldingen e3861131 Tijdens het opladen...
Pagina 139
Gebruik Speciale uitrusting Tijdens het opladen Status + Sto- Beschrijving Storing verhelpen rings- code Laat de batterij afkoelen; het opladen Batterijtemperatuur te hoog (hoger dan wordt automatisch hervat wanneer de 2C110 55 °C) temperatuur onder 45 °C daalt. Voordat de batterij wordt losgekoppeld, Batterij werd tijdens het opladen losge- moet eerst de netstekker worden uitge- koppeld zonder dat eerst de netstekker...
Pagina 140
Gebruik Speciale uitrusting Tijdens het opladen Status + Sto- Beschrijving Storing verhelpen rings- code Opladen handmatig gestart C112 Laadproces gestopt: ventilatortoerental (actieve ventilatie) is lager dan 70% of Controleer de ventilator. ventilator is helemaal uitgevallen. 1C154 Neem contact op met uw servicepartner. Rood lampje (bliksemsymbool) in de displayeenheid licht op.
Gebruik Speciale uitrusting Actieve ventilatie Met de optie ”actieve ventilatie” kan de batterij van de heftruck ook wanneer het batterijdek- sel gesloten is met een externe batterijlader worden opgeladen, en wel via een ventilatie- voorziening (1) achterin de heftruck. De actieve ventilatie zorgt ervoor dat de gassen die tijdens het opladen van de batterij met gesloten batterijdeksel vrijkomen, uit de heftruck worden afgezogen.
Pagina 142
Gebruik Speciale uitrusting Laadproces starten Druk op de noodstopschakelaar. Verwijder de afdekking achter. Verbind de stekker van de externe batterij- lader met de batterijaansluiting (3). OPMERKING De laadstroom van 180 A mag in geen enkel geval worden overschreden. Volg de bedie- ningsinstructies van de batterijlader op.
Gebruik Speciale uitrusting Mogelijke storingen Mogelijke storingen Oplossing Oorzaak Indicators - Defecte ventilatoren. Vervang de - Drukknop defect ventilatoren. De rode LED in de Actieve ventilatie start of langer dan Vervang de drukknop. drukknop licht op. niet 20 seconden Neem contact op met ingedrukt.
Gebruik Speciale uitrusting Elektrolytcirculatie Batterij laden met elektrolytcirculatie- pomp Het gebruik van batterijen met elektrolytcircu- latie biedt enkele belangrijke voordelen: • Kortere laadtijd • Verlaging van de energiekosten met circa 15% • 75% lager waterverbruik • Langere intervallen voor batterijonderhoud Hiervoor is er ook een elektrische pomp (1) in de in de buurt van de batterijlader (4) gemonteerd.
Gebruik Speciale uitrusting Op de displayeenheid knipperen afwisse- lend het gele (stekkersymbool) en het rode (bliksemsymbool) indicatielampje voor het laadproces. In de bedrijfsmodus (tegen het eind van de hoofdlaadfase) loopt de pomp eerst gedu- rende 2 minuten en schakelt dan over naar een 13 minuten durende pauzemodus.
Gebruik Speciale uitrusting Snelheidsbegrenzing via een schakelaar De gegarandeerde snelheid kan op een helling bergaf afhankelijk van de functie worden overschreden. De bestuurder kan de rijsnelheid reduceren door te remmen. De snelheid kan ook met behulp van de schakelaar (1) worden gereduceerd: •...
Gebruik Speciale uitrusting Hefinrichting en voorzetapparatuur - bediening met afzonderlijke hendel met 3e extra hydraulisch systeem WAARSCHUWING Door de bewegingen van de hefmast of voorzetapparatuur bestaat er beknellingsgevaar voor de bestuurder. Reik of stap daarom nooit tussen de hefmastconstructie of in de ruimte tussen hefmast en heftruck.
Pagina 148
Gebruik Speciale uitrusting Vorkenbord heffen GEVAAR Val- en beknellingsgevaar. Nooit personen met de vorken of met een pallet op de vorken optillen. Als de machine wordt gebruikt om personen op te tillen, moet de machine zijn uitgerust met een speciaal daarvoor ontworpen werkplatform.
Pagina 149
Gebruik Speciale uitrusting Neig de hefmast naar voren. Duw de joystick (2) naar voren. Hefmast naar achteren neigen Trek de joystick (2) naar achteren. e3861478b Let op het schakelsymbool met richtingspij- len. e3861483 Bedieningshandleiding – 386 801 1509 NL – 05/2014...
Pagina 150
Gebruik Speciale uitrusting Voorzetapparatuur bedienen Als speciale uitrusting kan er voorzetappara- tuur aan de heftruck worden gemonteerd (bijv. sideshift, klem, vorkverstelling etc.). Let op de werkdruk en houd u aan de bedie- ningsinstructies van het betreffende voorzet- apparaat. Een of twee andere joysticks zijn aangebracht voor het bedienen van de voorzetapparatuur.
Pagina 151
Gebruik Speciale uitrusting OPMERKING Wanneer het extra hydraulisch systeem wordt bediend, moet er enkele seconden worden gewacht voordat het via de schakelaars weer drukloos kan worden gemaakt. Anders treedt er een storing op en kan de hefmast niet meer worden bediend. In dat geval moet de contactschakelaar uit- en weer ingeschakeld worden.
Pagina 152
Gebruik Speciale uitrusting Sideshift bedienen OPMERKING Om beschadiging te voorkomen, mag de sideshift niet worden bediend wanneer de vorken op de grond rusten. Duw de joystick (3) naar voren. De sideshift gaat naar links. Trek de joystick (3) naar achteren. De sideshift gaat naar rechts.
Pagina 153
Gebruik Speciale uitrusting Vorkverstelling bedienen OPMERKING Om beschadiging te voorkomen, mag de vorkverstelling niet worden bediend met een last op de vorken of wanneer de vorken op de grond rusten. Gebruik de vorkverstelling niet als een klem. Duw de joystick (4) naar voren. De vorken schuiven uit elkaar.
Pagina 154
Gebruik Speciale uitrusting Klem bedienen Ontgrendel de joystick (5), afhankelijk van de uitvoering, door de knop omlaag te drukken. Duw de joystick (5) naar voren. De klem gaat open. Trek de joystick (5) naar achteren. De klem sluit. Na loslaten van de knop wordt de joystick automatisch weer vergrendeld.
Gebruik Speciale uitrusting Push-pull-functie OPMERKING Volg de bedieningsinstructies van de fabrikant van het voorzetapparaat op. Als u de ”push-pull”(1) gebruikt, schuift een duwmechanisme (2) de last van een plaat (3) af of van de vork van de heftruck af om de last op te slaan.
Gebruik Werken met een last GEVAAR Ongevallenrisico op hellingen! Als de push-pull- functie op een helling wordt geactiveerd, wordt de machine door de parkeerrem, die normaliter zou worden ingeschakeld, niet meer op de helling tegengehouden. De machine rolt dan langzaam naar beneden.
Gebruik Werken met een last vragen. Serie-aanduiding met heftruckmodel en hefmastserie Vóór het transporteren van excentrische of • Afstand tussen lastzwaartepunt en vorkrug zwaaiende lasten in mm Vóór het transporteren van lasten met de • hefmast naar voren geneigd of met de last niet dicht bij de grond Bij lasten met een grote zwaartepuntsaf- •...
Pagina 158
Gebruik Werken met een last Trek de hendel van de aanslag (1) omhoog. Stel de vorken naar binnen of naar buiten af in overeenstemming met de te heffen last. Zorg voor een uniforme afstand tot het midden van de vorkheftruck. ...
Gebruik Werken met een last Last oppakken GEVAAR GEVAAR Gevaar van een vallende last wanneer een last Val- en beknellingsgevaar. verkeerd wordt opgepakt Nooit personen met de vorken of met De lasten moeten zodanig worden geplaatst, dat een pallet op de vorken optillen. zij niet buiten het laadoppervlak van de heftruck Als de machine wordt gebruikt uitsteken en niet kunnen wegglijden, kantelen of...
Gebruik Werken met een last Alleen als de te transporteren last zo hoog is belemmert, mag er achterwaarts met de opgestapeld dat deze het zicht naar voren heftruck worden gereden. Lasten neerzetten GEVAAR Hef het vorkenbord naar de juiste hoogte. ...
Gebruik Laden/transporteren Laden/transporteren Hefmast demonteren/monteren WAARSCHUWING Hiervoor zijn speciaal gereedschap en specialisti- sche kennis nodig. Neem contact op met uw geautoriseerde dealer. Bedieningshandleiding – 386 801 1509 NL – 05/2014...
Gebruik Laden/transporteren Hijsen met een kraan GEVAAR Als er met een kraan wordt gehesen, bestaat er een ongevallenrisico en levensgevaar indien er zich personen binnen het werkbereik van de kraan bevinden. Als de heftruck met een kraan wordt opgehesen, moet ervoor worden gezorgd dat er zich geen personen binnen het werkbereik van de kraan bevinden! Let op het maximale...
Gebruik Laden/transporteren Hijsen met een kraan met behulp van hijsogen LET OP Wanneer er tijdens het hijsen met een kraan schuin aan een kraanoog wordt getrokken, kan het kraa- noog afbreken. Hijsen met een kraan met behulp van hijsogen is alleen toegestaan met de juiste hijsinrichting (3), waarbij de kettingen (2, 6) vanaf de hijsogen (1) verticaal naar boven leiden.
Gebruik Afstappen Afstappen Voordat u de machine verlaat Kies een veilige en zo schoon mogelijke De vorken moeten de grond raken. plaats. Haal uw voet van het rijpedaal . Zet de last neer en laat het vorkenbord ...
Onderhoud Machine reinigen Machine reinigen Hoe vaak de machine moet worden gereinigd, en de smeernippels, voordat u met smeren is afhankelijk van het gebruik ervan. begint. Als de machine met zeer agressieve stoffen in LET OP aanraking komt, bijv. zout water, kunstmest, Was de machine nooit wanneer deze ingeschakeld chemicaliën, cement etc., moet hij na elk gebruik grondig worden gereinigd.
Onderhoud Algemene informatie Algemene informatie De heftruck blijft alleen dan steeds gebruiks- Na elk onderhoud moet er een functietest gereed, wanneer regelmatig de voorgeschre- worden uitgevoerd en moet er met de heftruck ven onderhouds- en inspectietaken worden worden proefgedraaid. uitgevoerd volgens de informatie in de bedie- WAARSCHUWING ningshandleiding.
ISO-L-HM 32 volgens ISO 6743-4 verversen. of ISO VG32-HLP volgens DIN 51524-2 Sterk wisselende gebruiksomstandigheden Smeervet Linde-vet voor zware belastingen, lithium- OPMERKING verzeept met EP-middelen en MOS Voor alle hierboven genoemde toepassingen KPF2N-20 volgens DIN 51825 kan een hydrauliekolie met een hoge viscosi- Voor onderdeelnummer van Linde zie teitsindex (multigrade-olie) worden gebruikt.
Pagina 171
Schroefdraadborgmiddel Standaard-kettingspray/smeermiddel A167 Sneldrogend middel op basis van nitrocel- van Linde lulose voor het borgen en verzegelen van Voor onderdeelnummer van Linde zie bouten − geel. onderdelencatalogus Neem contact op met uw servicepartner. Linde-koelhuis-kettingspray, Synthesco Voor onderdeelnummer van Linde zie...
Onderhoud Onderhoud Onderhoud Opmerking betreffende onderhoud Voor onderhoud is specialistische kennis nodig. Er kan tevens speciaal gereedschap nodig zijn. Neem contact op met uw servicepartner. Voorbereidingen Lees het storingsgeheugen uit en wis het. Display voor het onderhoudsinterval resetten Onderhoud om de 1000 draaiuren of ten minste iedere 12 maanden (Uitzonderingen tussen haakjes) Transmissie Bevestiging van de aandrijfas controleren (visuele controle)
Pagina 173
Onderhoud Onderhoud Onderhoud om de 1000 draaiuren of ten minste iedere 12 maanden (Uitzonderingen tussen haakjes) Controleer de toestand en bevestiging van de elektrische kabels, kabelconnectoren en aanslui- tingen. (Controleer eenmaal na 1000 uur, opnieuw na 3000 uur en vervolgens om de 3000 uur) Controleren of de elektrische aansluitingen van de vermogensmodules goed vastzitten (Eenmaal na 1000 uur, dan na 3000 uur en vervolgens om de 3000 uur) Vermogensmodules op vervuiling controleren en indien nodig reinigen...
Pagina 174
Onderhoud Onderhoud Aanvullende onderhoudswerkzaamheden om de 3000 uur of ten minste iedere 3 jaar Olie van de planetaire overbrenging verversen en magneetplug reinigen Controleer de zijaanslagen van de aandrijfas. Chassis, plaatwerk en bevestigingen Bevestiging van het contragewicht aan het chassis en aan het beschermdak controleren Chassis Bevestiging van de stuuras controleren Elektrische installatie / elektronica...
Onderhoud Transmissie Transmissie Planetaire overbrenging - Oliepeil controleren Parkeer de heftruck zodanig dat de contro- leschroef (1) zich in de ’5-uur-stand’ en de vulplug (2) zich aan de bovenzijde bevindt. Schakel de machine uit. Reinig de omgeving van de controleschroef (1).
Onderhoud Transmissie Planetaire overbrenging op lekkage controleren Krik de heftruck links of rechts aan de voorzijde op met een hydraulische krik. Plaats er houten blokken onder. Controleer, afhankelijk van de uitvoering, aan de linker- en rechterzijde van de planetaire overbrenging bij de vulplug, de controleschroef, de aftapplug, de flens van het huis op lekkage.
Onderhoud Chassis, plaatwerk en bevestigingen Chassis, plaatwerk en bevestigingen Toestand en goede werking van de veiligheidsgordel controleren GEVAAR Ongevalrisico of levensgevaar bij defecte veilig- heidsgordel Gebruik heftrucks niet als de veiligheidsgordel defect is. Na een ongeval moeten veiligheidsgordels altijd worden vervangen. Bij aan de bestuurdersstoel gemonteerde veilig- heidsgordels moeten na een ongeval tevens de bestuurdersstoel en de bevestiging van de bestuur-...
Pagina 178
Onderhoud Chassis, plaatwerk en bevestigingen Trek de gordel (3) recht naar buiten en controleer op rafels en gescheurde naden. Controleer of de gordelsluiting (4) goed functioneert en of de gordel goed wordt opgerold. Controleer de afdekkingen en bevestigings- punten op beschadiging.
Onderhoud Chassis, plaatwerk en bevestigingen Batterijdeksel Openen - sluiten Het batterijdeksel moet onder de volgende omstandigheden worden geopend: • batterij vervangen • Batterijonderhoud • Zekeringen vervangen LET OP Mogelijke beschadiging van de joysticks met het batterijdeksel in de eindpositie. Verstel de bestuurdersstoel, de armleuning en de stuurkolom zodanig dat de joysticks niet tegen de dakconstructie van het heftruckframe kunnen stoten wanneer het batterijdeksel in de eindpositie...
Onderhoud Chassis, plaatwerk en bevestigingen Batterijdeksel openen Bedien de vergrendelingshendel (1). OPMERKING De vergrendelingshendel dient voor het openen van de batterijdeur (bij machines met een deur die 180° kan worden opengedraaid). OPMERKING Verwijder altijd eerst alle losse voorwerpen op het batterijdeksel en onder de bestuurders- stoel.
Onderhoud Chassis, plaatwerk en bevestigingen Sluit the side batterijdeur aan de zijkant (1). De batterijdeur (1) moet hoorbaar in het slot (2) vallen. e3861375 Batterijdeur en batterijdeksel Vergrendeling controleren en afstellen De machine mag altijd pas in gebruik worden genomen als het batterijdeksel en de batterij- deur zijn gesloten.
Onderhoud Chassis, plaatwerk en bevestigingen Overige lagers en gewrichten controleren en smeren MILIEUVOORSCHRIFT Let op de informatie over de te gebruiken middelen. Controleer en smeer de volgende lagers en bevestigingen: • Geleiding van de bestuurdersstoel • Lagering van de ruitenwisser (speciale uitrusting) •...
Onderhoud Chassis Chassis Banden controleren Banden op beschadiging controleren Op ongewenst materiaal controleren en bandenspanning controleren Beveilig de heftruck tegen wegrollen. Schakel de parkeerrem in. Plaats een wielkeg tegen een wiel dat niet zal worden geheven. Krik de heftruck op tot de wielen van de grond vrij zijn.
Pagina 184
Onderhoud Chassis Antistatische banden OPMERKING Onder bepaalde omstandigheden kan de machine elektrostatisch geladen worden. De mate van oplading hangt af van een aantal factoren, zoals bandtype, luchtvochtigheid, bodembedekking etc. Een te hoge elektrostatische oplading wordt • merkbaar wanneer iemand de machine aanraakt en de elektrostatische lading via diens lichaam wordt ontladen (elektrische schok) of wanneer een vonk van de ma-...
Onderhoud Chassis Bandenspanning controleren LET OP Een te lage bandenspanning verkort de levensduur van de banden en brengt de stabiliteit van de heftruck in gevaar. Controleer daarom regelmatig de bandenspanning. Controleer de banden op de gespecifi- ceerde spanning (zie hoofdstuk 6 ’Bandty- pes’).
Onderhoud Chassis Toestand van de antistatische strip controleren achterlaten) worden gebruikt en er met de OPMERKING machine in een ruimte met bijv. een kunst- stof gietvloer wordt gereden, treedt er zeer Onder bepaalde omstandigheden kan de vaak elektrostatische oplading op. machine elektrostatisch geladen worden.
Onderhoud Chassis Wielen vervangen GEVAAR Kantelgevaar. Alle banden aan één en dezelfde as moeten de- zelfde afmetingen hebben, van dezelfde fabrikant en van hetzelfde type zijn en hetzelfde profiel heb- ben. WAARSCHUWING Houd rekening met het leeggewicht van de hef- truck.
Pagina 188
Onderhoud Chassis Breng de wielbevestigingen aan en haal deze handvast aan. Laat de heftruck zakken. Haal de wielbevestigingen voor de voor- en achterwielen kruislings aan: aanhaalmo- ment 210 Nm. OPMERKING Haal de wielbevestigingen na 100 uur opnieuw aan.
Onderhoud Chassis Stuuras met draaikrans reinigen Wanneer de heftruck binnen, in schone en Laat het vorkenbord volledig zakken. droge ruimtes wordt gebruikt, is het doorgaans Reinig de stuuras met draaikrans met water voldoende als er om de 1000 draaiuren of een vloeibaar reinigingsmiddel.
Onderhoud Chassis Gecombineerde as reinigen en smeren Wanneer de heftruck binnen, in schone en droge ruimtes wordt gebruikt, is het doorgaans voldoende als er om de 1000 draaiuren onderhoud wordt uitgevoerd. Wanneer de heftruck zowel binnen als buiten wordt gebruikt, wordt reinigen/smeren om de 500 à 1000 draaiuren geadviseerd, echter niet later dan om de 12 maanden.
Pagina 191
Onderhoud Chassis Voorzie de smeernippels (zie pijlen) van de spoorstangen links en rechts van vet. Smeer met een vetspuit tot er nieuw smeer- vet uit de lagerpunten komt. OPMERKING Het is beter om regelmatig een kleine hoeveel- heid vet aan te brengen, dan om onregelmatig met een grote hoeveelheid vet te smeren.
Onderhoud Chassis Koellichamen van de vermogensmo- dules op vuil controleren en indien nodig reinigen Schuif de hefmast uit. Bevestig de ketting over de dwarsbalk van de buitenmast (1) en onder de dwarsbalk van de binnenmast (2). Laat de binnenmast zakken tot aan het eind van de ketting.
Onderhoud Bedieningselementen Bedieningselementen Remsysteem controleren Hydraulische bedrijfsrem met het rempedaal testen GEVAAR Een defect remsysteem betekent niet alleen ver- wondingsgevaar maar ook levensgevaar voor de bestuurder en alle mensen in de directe omgeving. Controleer de heftruck voordat u hem in gebruik neemt, om er zeker van te zijn dat de remmen perfect werken.
Onderhoud Bedieningselementen Hydraulische bedrijfsrem met de rem- hendel testen OPMERKING Als de remhendel helemaal wordt bediend, is er een geringere remwerking dan wanneer het rempedaal wordt gebruikt. De remweg is daardoor langer. Bedien de remhendel (2). De machine moet worden afgeremd tot deze stilstaat.
Onderhoud Bedieningselementen Haal uw voet van het rijpedaal (3). Als de machine tot stilstand wordt gebracht, wordt na korte tijd de automatische rem ingeschakeld. Het remsymbool (zie pijl) verschijnt in de displayeenheid. Parkeerrem controleren Bedien de remschakelaar (1) door op het symbool ”P”...
Onderhoud Bedieningselementen Potentiometer van de rijpedaalsen- sor afstellen LET OP Hiervoor zijn specialistische technische kennis en het juiste gereedschap vereist. Alleen getraind servicepersoneel mag de potentio- meter van de rijpedaalsensor instellen of opnieuw afstellen. Neem hiervoor contact op met uw servicepartner. Pedaalgroep en stangenstelsel controleren en smeren ...
Onderhoud Bedieningselementen Balg van joystick controleren Controleer of de balg goed op zijn plaats zit en niet beschadigd is. Vervang de balg indien nodig. Claxon op een goede werking controleren De claxonknop bevindt zich gemakkelijk toegankelijk bij de armleuning. ...
Onderhoud Elektrische installatie / elektronica Elektrische installatie / elektronica Hoofdonderbreker controleren De hoofdonderbreker (inschakelonderbreker) (2) bevindt zich onder de rechter heftruckcon- sole. Open het batterijdeksel en klap het naar achteren. Verwijder het rechter consolepaneel (1). Controleer de hoofdonderbreker (2) op brandplekken en vervang hem indien nodig.
Onderhoud Elektrische installatie / elektronica Ventilatoren reinigen - Op goede werking controleren Beschrijving Er bevinden zich vier ventilatoren in het besturingscompartiment. Bij de aandrijfas zijn drie ventilatoren gemonteerd die de beide vermogensmodules en de aandrijfas koelen. e3861435 De vierde ventilator bevindt zich rechtsvoor in de heftruck en blaast de verwarmde lucht uit het besturingscompartiment naar buiten.
Pagina 200
Onderhoud Elektrische installatie / elektronica Ventilatoren reinigen Het beste middel voor het reinigen van de ventilatoren is olievrije perslucht en/of een koudreiniger. Let er met name op dat de ruimtes tussen de ventilatorschoepen niet vuil zijn, om een efficiënte koeling van de vermogensmodules te garanderen.
Pagina 201
Onderhoud Elektrische installatie / elektronica Ventilatoren controleren Alle ventilatoren moeten tijdens de inspectie- en onderhoudswerkzaamheden op een goede werking worden gecontroleerd. De werking van de ventilatoren kan op drie manieren gecontroleerd worden. Controlemethode 1: Schakel de contactschakelaar uit. Verwijder zekering F4. ...
Onderhoud Elektrische installatie / elektronica Elektrische bedrading controleren Controleer de bevestiging en integriteit van OPMERKING alle elektrische leidingen en aansluitingen. Geoxideerde aansluitingen en draden met Railaansluitingen van de elektromotoren: breuken leiden tot spanningsverlies en kun- controleer de stekkerverbindingen op goed nen storingen veroorzaken.
Onderhoud Hydraulisch systeem Hydraulisch systeem Werkhydrauliek en hydraulische stuurinrichting - Oliepeil controleren MILIEUVOORSCHRIFT Let op de informatie over de te gebruiken middelen. LET OP Let op het oliepeil, de hoeveelheid olie en de specificaties. Controleer het hydrauliekolieniveau alleen wan- neer de hefmast verticaal staat en het vorkenbord volledig is gedaald.
Onderhoud Hydraulisch systeem Op de oliepeilstok bevinden zich twee marke- ringen (1, 2) voor de verschillende hefhoogtes. Vulhoeveel- Markering Hefhoogte heid Ca. 8,9 l Tot 5625 mm Ca. 11,8 l Tot 6075 mm Vul indien nodig hydrauliekolie bij tot aan de betreffende oliepeilmarkering (1) of (2).
Onderhoud Hydraulisch systeem Werkhydrauliek en hydraulische stuurinrichting - Op lekkage controleren Verwijder de rubbermat van de bodemplaat. Draai twee bouten (1) aan bestuurderszijde los. Klap de bodemplaat (2) omhoog en zet hem vast door middel van een lus (4) rond de verstelknop (5).
Onderhoud Hydraulisch systeem MILIEUVOORSCHRIFT Voer het oude ontluchtingsfilter op een milieu- vriendelijke manier af. Regeleenheid op goede werking controleren Voor het controleren van de daalstopklep en de uitlaatklep in de regeleenheid zijn specia- listische kennis en speciale gereedschappen vereist. Neem contact op met uw servicepartner. e3861400 Dubbele slangen: Voorspanning controleren...
Onderhoud Hydraulisch systeem Neigcilinderlagers - Op slijtage controleren OPMERKING De neigcilinders zijn aan beide zijden in veerelementen gelagerd. Verwijder de bout (1) samen met de onder- legring (2). Controleer de veerelementen op scheuren (visuele controle). Het rubber mag geen scheurtjes vertonen. ...
Smeer de ketting onmiddellijk met Linde- Plaats een opvangbak onder de hefmast. kettingspray en beweeg hierbij de ketting. Reinig de hefmastketting met paraffinederi- vaten zoals benzine.
Gebruik in plaats daarvan olie met een lage viscositeit die is goedgekeurd voor gebruik in de levens- middelenindustrie. Breng Linde-kettingspray aan op de gelei- dingsvlakken en op de ketting. Duplex-hefmast of triplex-hefmast OPMERKING De hefmastketting rekt tijdens het bedrijf uit en moet daarom opnieuw worden afgesteld.
Pagina 210
Gebruik in plaats daarvan olie met een lage viscositeit die is goedgekeurd voor gebruik in de levens- middelenindustrie. Breng Linde-kettingspray aan op de gelei- dingsvlakken en op de ketting. Bedieningshandleiding – 386 801 1509 NL – 05/2014...
Onderhoud Lasthefinrichting Bevestiging, toestand en werking van hefmast, hefmastkettingen, hefcilinders en eindaanslagen controleren Reinig de hefmastgeleidingen en ketting. OPMERKING Controleer de toestand van de ketting en Enkele beschadigde of ontbrekende kunst- controleer op slijtage, in het bijzonder in de stofschakels hebben geen negatieve gevol- buurt van de geleiderollen.
Onderhoud Lasthefinrichting Controleer of de geleiderollen (1) en (4) vrij kunnen bewegen. Olie de lagers van de geleiderollen en hendel. Duplex-hefmast Controleer of de zeskantbouten (11) goed vastzitten. Aanhaalmoment: 49 Nm Controleer of de zeskantbout (13) goed vastzit.
Onderhoud Speciale uitrusting Speciale uitrusting Ruitensproeierinstallatie (speciale uitrusting) Ruitensproeierreservoir bijvullen Het ruitensproeierreservoir bevindt zich aan de rechterzijde van de heftruck in het batterijcompartiment (vulhals met dop in de buurt van de batterijstekker). Open het batterijdeksel en klap het om- hoog.
Onderhoud Speciale uitrusting Controleer de cilinders op lekkage. Controleer de zuigerstangen op beschadi- ging. Verstel de vorken zodanig dat de 4 smeer- nippels (1) toegankelijk zijn. Laat de sideshift zakken tot de vorken de grond raken. ...
Onderhoud Speciale uitrusting Bevestigingsbouten aanhalen (1) met 106 Nm. Schroef de bouten (2) tot de vorkaanslag naar binnen en haal ze aan met 50 Nm. Bevestigingsbouten aanhalen (3) met 120 Nm. Bevestigingsbouten aanhalen (7) met 145 Nm. ...
Pagina 216
Onderhoud Speciale uitrusting Verwijder de schuifgeleidingen van de bovenste geleiding (1). Meet de dikte van de schuifgeleiding (3). Bij een dikte van minder dan 2,5 mm moeten de schuifgeleidingen worden vervangen. Smeer de schuifgeleidingen. Monteer de sideshift weer. ...
Onderhoud Zelfhulp Zelfhulp Zekeringen - Basisuitrusting Zekeringen controleren - indien nodig vervangen De zekeringen voor de basisuitrusting (steek- zekeringen) bevinden zich goed beschermd in een kunststof huis op een 10-polige basisplaat (zekeringhouder). De basisplaat is op de onderbrekerpaneel gemonteerd en gemakkelijk toegankelijk via het batterijcompartiment (in de buurt van de batterijstekker).
Onderhoud Zelfhulp Hoofdstroomzekeringen controleren - indien nodig vervangen OPMERKING De twee hoofdstroomzekeringen voor de beide rijmotoren en de pompmotor bevinden zich op het onderbrekerpaneel op de hoofdon- derbreker. Verwijder het rechter consolepaneel (1). Vervang de betreffende defecte zekering door een nieuwe zekering.
Gebruik ook hier nooit zekeringen uit de automo- bielindustrie. De stuurstroomzekeringen hebben een speciale kwartszandvulling en zijn ontworpen voor een hoger spanningsbereik. Gebruik uitslui- tend originele Linde-reservezekeringen met een hoge spanningswaarde. Neem contact op met uw servicepartner. Schroef de twee bevestigingsbouten aan de bovenzijde van het huis (1) los en verwijder het deksel.
Pagina 221
Onderhoud Zelfhulp Zekering Aansluiting Waarde Functie Werklampen items 1 + 2 5F40 15 A/32 V Werklampen items 3 + 4 15 A/32 V 5F41 Werklampen items 5 + 6 of dwarsbalk 5F42 Werklampen items 7 + 8 5F43 Ruitenwissers (algemeen) 9F80 2 A/32 V Ruitensproeierpompen...
Pagina 222
Onderhoud Zelfhulp Zekering Aansluiting Waarde Functie Relaisspoel 70 A (U+ geschakeld/spanningsomvor- 9F91 18.1 1 A/32 V mer, item 3) Niet toegewezen 18.2 Achterruitverwarming 9F72 18.3 15 A/32 V Ventilator van verwarming 9F71 18.4 20 A/32 V * Zekering 7,5 A/32 V bij één werklamp; zekering 15 A bij twee werklampen Kleurcodering van de zekeringen Zekering Kleur...
Onderhoud Zelfhulp Extra zekeringen voor speciale uitrusting De zekeringen bevinden zich rechtsvoor in de machine, onder het batterijdeksel. Zekering 9F90, 30 A/80 V Spanningsomvormer, items 1+2 Zekering 9F106, 30 A/80 V Spanningsomvormer, item 3 Zekering 9F70, 40 A/80 V Verwarming/verwarmingselement, 48 V Zekering 9F74, 70 A/80 V Verwarming/verwarmingselement, 24 V Zekering 9F101, 30 A/80 V...
Onderhoud Zelfhulp Diagnosestekker De diagnosestekker (1) bevindt zich links ach- ter de bestuurdersstoel, onder de achterruit. Draai de afdekkap (2) linksom los. Sluit de laptop aan. De diagnosestekker kan worden gebruikt om met behulp van een laptop en het diagnose- programma heftruckgegevens in te voeren en uit te lezen, en om onderhoudsintervallen te resetten.
Onderhoud Zelfhulp Machine slepen Om veiligheidsredenen mag er alleen een sleepstang worden gebruikt als de machine moet worden weggesleept. Zet de last neer. Plaats de vorken zodanig dat ze tijdens het slepen niet over de grond schrapen. Bevestig de sleepstang aan de aanhanger- koppeling van de weg te slepen machine (zie pijl).
Pagina 226
Onderhoud Zelfhulp Voor het uitschakelen van de lamellenrem is de remklep voorzien van een sleepmecha- nisme (zie pijl). e3861468 Draai de moer (2) los. Draai de bout (3) volledig naar rechts. Druk circa 20 keer via het metalen plaatje op de stoter (4).
Onderhoud Zelfhulp Storingen tijdens het gebruik LET OP Als een van de volgende indicatielampjes op de displayeenheid oplicht en de zoemer tijdens het gebruik van de heftruck klinkt, is er een storing opgetreden. De heftruck moet onmiddellijk worden uitgescha- keld en de storing verholpen. Iedere storing wordt aangeduid met een cijfer- code in het tekstveld (1) of door symboollamp- jes.
Onderhoud Uit gebruik nemen Uit gebruik nemen Machine uit gebruik nemen Maatregelen voordat de machine uit Krik de machine op zodat alle wielen van de gebruik wordt genomen grond vrij zijn. Dit voorkomt blijvende vervorming van de Wanneer de machine langer dan 2 maanden banden.
Onderhoud Uit gebruik nemen Afvoeren van oude machines Het afvoeren van oude machines is geregeld voor gedemonteerde en deels met olie ver- in de richtlijn 2000/53/EG van het Europese vuilde onderdelen alsmede voor banden Parlement en de Europese Raad. aanwezig zijn, inclusief brandbeveiligings- maatregelen.
Pagina 230
Onderhoud Uit gebruik nemen Bedieningshandleiding – 386 801 1509 NL – 05/2014...
Technische gegevens Hefmastgegevens voor model 181 Hefmastgegevens voor model 181 De hefmastgegevens gelden voor standaarduitrusting met volrubber banden en een vorken- bord. Neem al deze gegevens altijd in acht. Stuuras met draaikrans E 12, E 14, E 15, E 16, Standaardhefmast (in mm) E 16 H E 18, E 16 L, E 18 L, E 20 L...
Technische gegevens Specificatieblad E 20L-02, uitgave 04/2014 Specificatieblad E 20L-02, uitgave 04/2014 1 Kenmerken Fabrikant (korte benaming) Linde Typeaanduiding van fabrikant E 20 L Aandrijving: elektrisch, diesel, benzine, LPG, net- Elektrisch stroom Bediening: met de hand, meelopend, staand, zittend, Zittend...
Pagina 272
Technische gegevens Specificatieblad E 20L-02, uitgave 04/2014 4 Basisafmetingen Hoogte tot bovenzijde beschermdak (cabine) h6 (mm) 1970 Zithoogte/stahoogte h7 (mm) 4.12 Hoogte aanhangerkoppeling h10 (mm) 4.19 Totale lengte l1 (mm) 2967 4.20 Lengte incl. vorkrug l2 (mm) 2067 b1/b2 (mm) 4.21 Totale breedte 1172/1050 4.22 Vorkafmetingen...
Pagina 273
Technische gegevens Specificatieblad E 20L-02, uitgave 04/2014 6 Aandrijving/elektromotor Batterij conform DIN 43531/35/36 A, B, C, nee 43531 A Batterijtype, batterijspanning, nominale capaciteit K5 48 V/660 (690) /V/Ah Batterijgewicht (±5%) 1013 Energieverbruik volgens VDI-cyclus kWh/h 8 Diversen Digitale Type tractieregeling regeleenheid Werkdruk voor voorzetapparatuur Oliehoeveelheid voor voorzetapparatuur...
Pagina 279
Technische gegevens Specificatieblad E 20PHL-02, uitgave 04/2014 6 Aandrijving/elektromotor Batterij conform DIN 43531/35/36 A, B, C, nee 43531 A Batterijtype, batterijspanning, nominale capaciteit K5 48/840 (840) /V/Ah Batterijgewicht 1309 Energieverbruik volgens VDI-cyclus kWh/h 8 Diversen Digitale Type tractieregeling regeleenheid Werkdruk voor voorzetapparatuur Oliehoeveelheid voor voorzetapparatuur l/min Geluidsniveau bij het oor van de bestuurder...
Technische gegevens Machineconfiguratie Machineconfiguratie Plaatje ”machineconfiguratie” OPMERKING Indien er aan- en ombouwwerkzaamheden nodig zijn, neem dan contact op met uw geau- toriseerde dealer. De geautoriseerde dealer moet in dat geval een nieuw ”machinecon- figuratie”-plaatje maken en op de machine bevestigen. Serienummer van het chassis Aanduiding op identificatieplaatje voor hefmast met: Hefmastserie –...
Technische gegevens Bandtypes envelgmaten Bandtypes en velgmaten WAARSCHUWING Effect op het hefvermogen. Alleen de hier vermelde banden en velgen mogen worden gebruikt. Bij luchtbanden moet de aange- geven bandenspanning worden aangehouden. Bandtypes/uitvoering stuuras met draaikrans Banden op de aandrijfas Superelastische volrubber Machinetype Luchtbanden banden...
Pagina 285
Technische gegevens Bandtypes envelgmaten Bandtypes/uitvoering gecombineerde as Banden op de aandrijfas Superelastische volrubber Machinetype Luchtbanden banden 180x70-8 (18x7-8) 180x70-8 (18x7-8) 16 PR 10,0 bar E 16 P / E 16 PH 18x6x12 1/8 180x70-R8 XZM Massief 18x5x12 1/8 V 200/50-10 E 18 PH / E 20 PH 18x6x12 1/8 E 20 PHL...
Linde goed- gekeurd programma voor u zal berekenen. Extra lastindicatieplaatje voor voorzetapparatuur met niet-geklemde lasten Heftruckserie (bouwjaar, van - tot) Banden vóór...
Pagina 289
Technische gegevens Extra lastindicatieplaatje voor voorzetapparatuur OPMERKING Voorbeeld van het aflezen van het hefvermo- gen: a = 3930 kg bij lastzwaartepunt b = 900 mm • tot hefhoogte c = 7200 mm. Extra lastindicatieplaatje voor voorzetapparatuur met vastgezette of geklemde lasten Heftruckserie (bouwjaar, van - tot) te bereiken: bij een lastzwaartepunt van Type hefmast (serie)
Technische gegevens Geluidsemissieniveaus OPMERKING Voorbeeld van het aflezen van het hefvermo- gen: a = 4340 kg bij lastzwaartepunt b = 650 mm • tot hefhoogte c = 6800 mm. Geluidsemissieniveaus Berekend tijdens de testcyclus volgens EN OPMERKING 12053 uit de gewogen waarden in de bedrijfs- modi RIJDEN, HEFFEN, STATIONAIR.
Pagina 291
Trefwoordenregister Batterijdeur en batterijdeksel Vergrendeling controleren en Aandrijving ..... . . 7 afstellen ....171 Aanhangerkoppeling .
Pagina 292
Identificatieplaatje ....24 Geïntegreerde lader (Linde Power Inloopinstructies ....40 Source) .
Pagina 293
Trefwoordenregister Ladertypes ..... 120 Onderhoudsintervallen ... . . 158 Ladingstoestand van de batterij Ongeoorloofd gebruik .
Pagina 294
Trefwoordenregister Rijden Specificatieblad E 16P-02, uit- gave 04/2014 ....246 Eenpedaalsysteem ....55 Specificatieblad E 16PH-02, uit- met een last .
Pagina 295
Trefwoordenregister Transport per vrachtwagen of Voorzetapparatuur dieplader ....153 Hydraulische aansluiting ..18 Trillingskarakteristieken ... . 280 Mechanische aansluiting .
Pagina 296
Trefwoordenregister Zijlampen, dimlichten en kenteken- plaatverlichting inschakelen ..103 Zekeringen controleren; indien nodig Zwaailamp/flitslamp/BlueSpot vervangen ....207 inschakelen ....104 Zekeringen voor basisuitrusting .
Pagina 298
Linde Material Handling GmbH 386 801 1509 NL – 05/2014...