Plaats uw voet op het rijpedaal (3).
Draai de parkeerremhendel (1) naar rechts
tot deze vergrendelt.
De parkeerrem moet ingeschakeld zijn (als de
parkeerrem niet is ingeschakeld, kan de motor
niet worden gestart).
Steek de contactsleutel (2) in de contact- en
startschakelaar en draai de sleutel van de
nulstand in stand "I".
De elektrische installatie wordt ingeschakeld.
Let op de displayeenheid (4).
OPMERKING
Na het inschakelen van het contact voert het
display een zelftest uit. Alle indicators gaan
gedurende ca. 2 seconden aan en op de dis-
playeenheid (4) wordt in het displayveld (10)
gedurende 5 seconden het aantal draaiuren
tot de volgende onderhoudsbeurt getoond.
Gedurende deze tijd brandt het symbool (13).
Na 5 seconden keert het display automatisch
terug naar het aantal draaiuren. Als het sym-
bool (9) knippert of oplicht, is het vooringe-
stelde onderhoudsinterval overschreden. De
noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd. Neem contact op
met uw geautoriseerde dealer.
De volgende indicators lichten op:
• Symbool voor ingeschakelde parkeerrem
(12),
• Indicator voor de motoroliedruk (6) (licht
niet op bij de 396-dieselserie),
• Batterij-indicator (5),
• Gloeibougie-indicator (14),
• Deeltjesfiltersymbool (7).
Bedieningshandleiding – 396 801 15 09 NL – 06/2014
4
Gebruik
Standaarduitrusting
67