Stoelhoek verstellen
Trek de hendel (3) omhoog.
Door de stoelzitting te be- of ontlasten, wordt
de stoelzitting in de gewenste stand gebracht.
Zittingdiepte verstellen
Trek de hendel (4) omhoog.
Door de stoelzitting naar voren of achteren te
schuiven, wordt de stoelzitting in de gewenste
stand gebracht.
Verlengde rugleuning verstellen
Duw de verlengde rugleuning (5) omlaag of
trek hem omhoog om hem naar behoefte te
verstellen.
Lendensteun verstellen
OPMERKING
Met behulp van de lendensteun kan de
contouren van de rugleuning optimaal op
de lichaamsvorm van de bestuurder worden
afgestemd.
Druk op de toets (6).
De bolling van het bovenste gedeelte van de
rugleuning kan apart worden afgesteld.
Druk op de toets (7).
De bolling van het onderste gedeelte van de
rugleuning kan apart worden afgesteld.
Stoelverwarming inschakelen (luxe
bestuurdersstoel)
Druk de schakelaar (8) omlaag om de
stoelverwarming in te schakelen.
Druk de schakelaar (8) omhoog om de
stoelverwarming uit te schakelen.
OPMERKING
De maximumtemperatuur is vooraf ingesteld.
Bedieningshandleiding – 396 801 15 09 NL – 06/2014
5
4
3
5
4
3
4
Gebruik
Standaarduitrusting
8
6
7
d3941403a
8
6
7
d3941403a
55