5.
Stel [Belicht.egalisatie] in.
Door in te stellen op [Inschak.] worden wijzigingen in de helderheid
van het beeld tijdens scherpstelbracketing onderdrukt om te
compenseren voor verschillen tussen de weergegeven en de werkelijke
diafragmawaarde (werkelijk f-getal) dat varieert per scherpstelpositie.
Selecteer [Uitschak.] als u liever niet wilt compenseren voor
veranderingen in de helderheid van beelden tijdens
scherpstelbracketing. Gebruik deze optie voor andere doeleinden dan
dieptecompositie van de vastgelegde beelden in Digital Photo
Professional (
6.
Stel [Dieptesamenstelling] in.
Selecteer [Inschak.] voor dieptecompositie in de camera. Zowel het
beeld met dieptecompositie als het bronbeeld worden opgeslagen.
Selecteer [Uitschak.] als u geen dieptecompositie in de camera wilt
uitvoeren. Alleen vastgelegde beelden worden opgeslagen.
).
302