Opmerking
Voor video-opname kunnen [Details] en [Drempel] voor [Scherpte] niet worden
ingesteld (niet weergegeven).
Door bij stap 3 [Stand.inst.] te selecteren kunt u de
standaardparameterinstellingen van de respectieve beeldstijl herstellen.
Als u opnamen wilt maken met de aangepaste beeldstijl, selecteert u eerst de
aangepaste beeldstijl en maakt u vervolgens de opnamen.
Instellingen en effecten
Scherpte
Contrast
Verzadiging
Kleurtoon
* 1: Geeft de dikte van de rand aan waarop de verbetering van toepassing is. Hoe kleiner het getal,
hoe fijner de contouren die kunnen worden benadrukt.
* 2: Contrastdrempel tussen de randen en de omringende beeldgebieden, die bepalend is voor de
randverbetering. Hoe kleiner het getal, hoe meer de contouren zullen worden benadrukt wanneer het
verschil in contrast laag is. Ruis is echter meer zichtbaar wanneer het getal kleiner is.
Sterkte
1
Details*
2
Drempel*
259
0: Zwak benadrukken
van de contouren
1: Fijn
1: Laag
-4: Laag contrast
-4: Lage verzadiging
-4: Roodachtige huidtint
7: Sterk benadrukken
van de contouren
5: Korrelig
5: Hoog
+4: Hoog contrast
+4: Hoge verzadiging
+4: Geelachtige huidtint