3.
Gebruik het andere apparaat om verbinding te maken met de camera.
(1) SSID (netwerknaam)
(2) Encryptiesleutel (wachtwoord)
Selecteer in de Wi-Fi-instellingen van andere apparaten de SSID
(netwerknaam) die op het camerascherm wordt weergegeven en voer
het wachtwoord in.
842