3.
Stel [Aantal opnamen] in.
Geef het aantal beelden op dat per opname wordt vastgelegd.
Instelbaar binnen het bereik [2]–[999].
4.
Stel [Scherpstelstap] in.
Geef op hoeveel de scherpstelling verplaatst moet worden. Deze
hoeveelheid wordt automatisch aangepast volgens de
diafragmawaarde op het moment van de opnamen.
Grotere diafragmawaarden vergroten de scherpstelverschuiving en
zorgen ervoor dat scherpstelbracketing een groter bereik dekt onder
dezelfde scherpstelstap en hetzelfde aantal opnamen.
Druk wanneer u klaar bent met instellen op de knop <
301
>.