Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen
U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding met smartphones
vastleggen.
Naast de verbindingsinstellingen die via de NFC-functie worden toegevoegd,
kunt u nog maximaal drie verbindingsinstellingen vastleggen.
Als u instellingen wilt verwijderen, raadpleegt u pag. 136.
92
Selecteer [Wi-Fi-functie].
1
Stel op het tabblad [51] de optie
[Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en
selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie].
Selecteer [q].
2
Selecteer [q] (Verbinden met
smartphone) en druk op <0>.
Selecteer [Kies instell.].
3
Selecteer [Kies instell.] en druk
op <0>.
Selecteer [SET* (niet
4
geconfigureerd)].
Selecteer [SET* (niet
geconfigureerd)] en druk op <0>.
Het scherm met
verbindingsinstellingen wordt
weergegeven. Volg de weergegeven
instructies om de
verbindingsinstellingen te voltooien.