Opnamen voor weergave specificeren
U kunt op de camera instellen welke opnamen er op de smartphone worden
weergegeven. Opnamen kunnen zowel tijdens de verbindingsinstelling
als na beëindiging van de verbinding worden gespecificeerd.
Als er weer te geven opnamen zijn ingesteld, is het niet mogelijk om opnamen op afstand te maken.
Controleer de instelling voor weer te geven opnamen voordat u opnieuw
verbinding maakt met een smartphone.
Selecteer [Wi-Fi-functie].
1
Stel op het tabblad [51] de optie
[Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en
selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie].
Selecteer [q].
2
Selecteer [q] (Verbinden met
smartphone) en druk op <0>.
Selecteer [Bekijk/wijzig
3
instellingen].
Selecteer [Bekijk/wijzig
instellingen] en druk op <0>.
Selecteer [Weerg. beelden].
4
Selecteer [Weerg. beelden] en druk
op <0>.
89