Een verbinding tot stand brengen met Camera access point modus
Bediening op de camera-2
De apparaatnaam die is
ingesteld in Camera Connect
Bediening op de smartphone-2
De instellingen voor communicatie met de smartphone zijn nu geconfigureerd.
Als u meerdere verbindingsinstellingen wilt vastleggen, raadpleegt u pag. 92.
Op het instellingenscherm van Camera Connect kunt u de
apparaatnaam weergeven en wijzigen.
34
Maak verbinding met de camera.
8
Wanneer de verbinding tot stand is gebracht,
verschijnt het hier links weergegeven scherm
op het LCD-scherm van de camera.
Druk op de knop <B> om het aantal
weer te geven opnamen te selecteren.
Zie stap 5 op pagina 90 voor
aanwijzingen over hoe deze in te stellen.
Druk op de knop <Z> om [OK] te
selecteren en druk vervolgens op <0>.
Het <k>-lampje van de camera licht
blauw op.
Nadat er een bericht is weergegeven,
wordt het LCD-scherm van de
camera uitgeschakeld.
Bedien de camera met Camera
9
Connect.
Voer verdere handelingen uit via
Camera Connect. Zie pagina 35 voor
aanwijzingen.