Verbinding maken met een smartphone
Wanneer op het LCD-scherm van de camera het bericht
verschijnt dat er verbinding tot stand is gebracht, moet u de
smartphone weg van de camera houden.
Het <k>-lampje van de camera gaat knipperen.
Camera Connect wordt gestart op de smartphone en brengt
verbinding tot stand.
Zodra de bewerking op de camera is voltooid in stap 2, wordt het
hoofdvenster van Camera Connect weergegeven.
De apparaatnaam die is
ingesteld in Camera Connect
U kunt de apparaatnaam controleren of wijzigen op het instelscherm van
Camera Connect.
Verbinding maken via de NFC-functie
Houd een smartphone tegen de camera.
1
Als er een opname op de camera wordt
weergegeven, beëindigt u de weergave.
Houd het symbool p op de
smartphone tegen hetzelfde symbool
op de camera.
Sla de instellingen op.
2
Wanneer de verbinding tot stand is
gebracht, verschijnt het hier links
weergegeven scherm op het LCD-
scherm van de camera. Als er al
verbindingsinstellingen zijn opgeslagen,
wordt dit scherm niet weergegeven en
wordt het LCD-scherm uitgeschakeld.
Druk op de knop <B> om het aantal
weer te geven opnamen te selecteren.
Zie stap 5 op pagina 90 voor
aanwijzingen over hoe deze in te stellen.
Het <k>-lampje van de camera licht
blauw op.
Druk op de knop <Z> om [OK] te
selecteren en druk vervolgens op <0>.
Nadat er een bericht is weergegeven,
wordt het LCD-scherm van de
camera uitgeschakeld.
29