Handmatige verbinding door netwerken te zoeken
De encryptiesleutel voor het wireless netwerk invoeren
Stel de encryptiesleutel in die voor het access point is gespecificeerd.
Voor informatie over de gespecificeerde encryptiesleutel raadpleegt u
de instructiehandleiding van het access point.
De schermen die in stap 6 t/m 8 hieronder zijn weergegeven variëren,
afhankelijk van de verificatie en encryptie van het access point.
Als het scherm [Inst. IP-adres] wordt weergegeven in plaats van de
schermen voor stap 6 t/m 8, gaat u naar stap 9.
80
Het scherm [Key index] wordt alleen
6
weergegeven als er voor het access
point WEP-encryptie wordt gebruikt.
Druk op de pijltjestoetsen <W> en
<X> om het key index-nummer voor
het access point te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
Selecteer [OK] en druk op <0> om
naar het volgende scherm te gaan.
Druk op de pijltjestoetsen <W> en
7
<X> om het soort en aantal tekens
voor de sleutel te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
Selecteer [OK] en druk op <0> om
naar het volgende scherm te gaan.
Geef de encryptiesleutel op met
8
behulp van het virtuele toetsenbord
(pag. 22) en druk vervolgens op de
knop <M>.
Het scherm [Inst. IP-adres] (pag. 81)
wordt weergegeven.