Inhoudsopgave
Advertenties
12 - 50
2.
Na onderzoek van het vloeistofkanaal om te bepalen of het vrij is van overtollige lucht, klikken op "Ik heb op lucht
gecontroleerd":
a.
Selecteer Ja om te erkennen dat de apparaatbediener de injectiespuiten en de aansluitslang heeft onderzocht
en heeft vastgesteld dat alle lucht is verwijderd.
OPMERKING:
Wanneer de apparaatbediener Ja selecteert, licht de Ik heb op lucht gecontroleerd-icoon op op het
scherm en brandt de Ik heb op lucht gecontroleerd-bevestigingsknop op het injectorhoofd.
b. Selecteer Nee indien de apparaatbediener niet heeft gecontroleerd of alle lucht is verwijderd uit de spuit en
slang of als lucht wordt waargenomen tijdens de controle. Het systeem wordt niet ingeschakeld.
OPMERKING:
Het systeem controleert de aanwezigheid van de injectiespuit en zuigerbeweging nadat de Ik heb
op lucht gecontroleerd is bevestigd. Als de injectiespuit wordt verwijderd of de zuiger omgekeerd
beweegt, reset het systeem de Ik heb op lucht gecontroleerd-bevestiging.
3.
Als de apparaatbediener de Volume-indicator toevoegen niet eerder heeft gecorrigeerd voorafgaand aan het
inschakelen, wordt het Onvoldoende Volume-bericht weergegeven.
Het systeem genereert een aangepast protocol gebaseerd op het beschikbare restvolume.
a.
Selecteer Ja om het door het systeem aangepaste protocol te aanvaarden. Het systeem gaat verder met het
inschakelproces. Ga naar
b. Selecteer Nee om het door het systeem aangepast protocol te weigeren. Het systeem wordt niet ingeschakeld.
Figuur 12 - 2: Verhinderde Communicatie inschakelen
Figuur 12 - 3: "Ik heb op lucht gecontroleerd"
Figuur 12 - 4: Onvoldoende Volume-bericht
"Sectie 12.4 - Starten van een
injectie".
MEDRAD® MRXperion
Advertenties
Inhoudsopgave
