Gebruikershandleiding
7.
Desgewenst kunt u een herinnering instellen of aanpassen.
Herinneringen zijn waarschuwingen die worden weergegeven na een door de apparaatbediener aangegeven hoe-
veelheid tijd. Het systeem slaat herinneringen op als onderdeel van het protocol.
a.
Selecteer Herinneringen (1) op het beginscherm.
1
b. Selecteer een lege herinneringsruimte (2) om nieuwe of aanvullende herinneringen in te voeren of selecteer een
bestaande herinnering (3) om de parameter te wijzigen.
c.
Voer de tijd voor de herinnering in minuten en seconden in met behulp van het toetsenbord (4).
d. Selecteer het type herinnering (5), selecteer vervolgens Invoeren (6).
Injectieherinnering: Geeft aan hoeveel van de ingestelde tijd is verstreken sinds de start van de injectie.
Injectieherinnering achteraf: Telt terug vanaf wanneer het protocol voltooid is in plaats van het tellen
vanaf de start van het protocol zoals de standaardherinnering. Geeft aan hoeveel van de ingestelde tijd is
verstreken nadat een injectie is voltooid. Herinneringen na injectie beginnen te tellen zodra de injectie is
voltooid en worden niet weergegeven als het scherm injectie wordt verlaten voordat de ingestelde hoeveel-
heid tijd is verstreken vanaf de voltooiing van de injectie.
e.
Selecteer eventueel het veld beschrijving (7). Een toetsenbord zal verschijnen op het scherm en er kan een korte
beschrijving worden toegevoegd die wordt weergegeven in het dialoogvenster van de herinnering. Voer de
beschrijving in en druk op Invoeren.
f.
Selecteer desgewenst een bestaande herinnering, selecteer vervolgens Verwijderen (8) om deze te verwijderen.
g. Selecteer OK om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar het vorige scherm.
8.
Optioneel, wijzig parameters voor een testinjectie.
Een testinjectie wordt apart gedefinieerd vanuit het protocol. De testinjectieparameters worden ingesteld via de
Testinjectie knop op het beginscherm.
De testinjectie kan worden gestart door op de Testinjectie knop op het injectorhoofd te drukken nadat de Ik heb op
lucht gecontroleerd bevestiging is voltooid en voorafgaand aan de start van het protocol. het injectorhoofd moet
omlaag worden gezet om een testinjectie te starten.
Figuur 10 - 4: Herinneringen invoeren
10 - 39