Inhoudsopgave
Advertenties
Systeemoverzicht
WAARSCHUWING
Alle aansluitingen op externe apparatuur die is aangesloten op de netspanning, moeten worden
uitgevoerd volgens IEC60601-1 editie 3.1.
LET OP
Sluit het systeem niet aan op een netwerkuitgang die gebruikmaakt van PoE (Power over Ethernet).
Externe apparatuur aansluiten
U kunt extra monitors aansluiten (niet meegeleverd) op het mobiele weergavestation via de DVI-
uitgangen op het stekkerpaneel. Extra monitors moeten worden aangesloten volgens IEC 60601-1 tabel
I.1.
Bij plaatsing van extra monitors in de operatiekamer:
•
Gaat de voorkeur uit naar het gebruiken van hetzelfde type monitor dat in het systeem wordt
gebruikt; de monitors moeten voldoen aan IEC 60601-1. Wanneer dergelijke monitors in dezelfde
kamer als het systeem worden gebruikt, kan een normale DVI-kabel worden gebruikt.
•
Als een ander monitortype wordt gebruikt, dat niet voldoet aan IEC 60601-1 maar wel aan IEC
60950, is een voorziening voor galvanische scheiding verplicht.
•
Wanneer de bijgeplaatste monitors worden gebruikt voor diagnostische doeleinden, moeten hun
prestaties voor dat gebruik worden gevalideerd.
Wanneer extra monitors buiten de operatiekamer worden geplaatst, is een voorziening voor galvanische
scheiding verplicht.
Wanneer apparatuur wordt aangesloten op de USB- of Video in-aansluiting, is een voorziening voor
galvanische scheiding verplicht als de externe apparatuur wordt aangesloten op het elektriciteitsnet.
De DVI-interface kan worden aangesloten op de DVI-interface van apparaten die voldoen aan de IEC
60601-1.
4.2.4
Afstandsbediening
De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood licht. Hiermee kunnen sommige
beeldverwerkingsfuncties worden geregeld vanuit de bedieningspositie.
De IR-zender bevindt zich voor op de afstandsbediening. Bij blokkering worden er geen signalen
verzonden. De IR-ontvanger bevindt zich boven op het mobiele weergavestation, tussen de
onderzoeksmonitor en de referentiemonitor. Een lampje op de ontvanger geeft aan dat de
geselecteerde opdracht is ontvangen. Zie voor een beschrijving van de knoppen
Afstandsbediening (Pagina
De werking van de afstandsbediening wordt niet beïnvloed indien deze is geplaatst in een transparante
steriele hoes. De afstandsbediening werkt op batterijen die regelmatig moeten worden vervangen.
Raadpleeg
Figuur 27 Afstandsbediening
Zenition 50 Uitgave 1.1 Gebruiksaanwijzing
196).
Batterijen vervangen en opladen (Pagina 209)
voor meer informatie.
63
Configuratie
Philips 3000 063 93991
Advertenties
Inhoudsopgave
