Bediening
1
Open het beheerscherm door op de knop Administration (Beheer) te klikken.
2
Klik op System (Systeem) en selecteer Wireless Network (Draadloos netwerk).
Het dialoogvenster Wi-Fi Networks (Wifinetwerken) wordt weergegeven.
3
Om de optie draadloos netwerk in te schakelen selecteert u Enabled (Ingeschakeld).
4
Kies indien gewenst een netwerk waarmee u verbinding wilt maken in de lijst Configured networks
(Geconfigureerde netwerken).
5
Om de optie draadloos netwerk uit te schakelen moet u ervoor zorgen dat Enabled (Ingeschakeld)
niet is geselecteerd.
6
Om het dialoogvenster te sluiten en de door u ingevoerde wijzigingen op te slaan klikt u op Close
(Sluiten).
5.22.4
Externe video bekijken
Met de optionele functie Externe video kunt u beelden bekijken vanaf een externe videobron die is
aangesloten op het mobiele weergavestation, zoals ultrasound- of endoscopiebeelden.
1
Sluit een videobron aan op de video in-connector op het stekkerpaneel van het mobiele
weergavestation.
Hiervoor is een video-ingangverbinding met DVI (digitaal en analoog), SDI of S-video vereist, met
twee gesynchroniseerde signaal- en aardeparen (Y/C).
•
•
Voor aansluiting van een analoge VGA-ingang dient u een VGA/DVI-converter te gebruiken die niet
wordt meegeleverd met het systeem.
OPMERKING
2
Als u de videobron die u wilt weergeven wilt wijzigen, gaat u als volgt te werk:
a
b
c
3
Druk op de knop External Video (Externe video) op het mobiele weergavestation.
De externe videobron wordt weergegeven op de referentiemonitor. Het indicatielampje van de
externe video licht op om aan te geven dat de beelden op de referentiemonitor afkomstig zijn van
een externe bron.
OPMERKING
OPMERKING
Zenition 50 Uitgave 1.1 Gebruiksaanwijzing
Y = intensiteit (luminantie)
C = kleur (chrominantie)
Sluit een externe videobron pas aan nadat het systeem is ingeschakeld en klaar is
voor gebruik wanneer u het voor het eerst aansluit.
Druk op de knop Administration (Beheer) op het mobiele weergavestation.
Het dialoogvenster System Setup (Systeeminstellingen) wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste External Video input (Externe video-input).
Klik op Apply (Toepassen.
Als het scherm geen externe videobeelden weergeeft bij het schakelen tussen de
typen ingangssignalen voor video, kan de output worden gereset door de knop
External Video (Externe video) in en uit te schakelen.
Als de externe videokabel per ongeluk is losgekoppeld bij het bekijken van
externe videobeelden, schakelt u de knop External Video (Externe video) in en uit
185
Opties
Philips 3000 063 93991