Bediening
5 Bediening
In dit hoofdstuk worden de bedieningsprocedures van het systeem beschreven.
5.1 Veiligheid
De operator moet bekend zijn met de veiligheidsprocedures die staan beschreven in
Veiligheid (Pagina
WAARSCHUWING
Het systeem mag pas voor applicaties worden gebruikt nadat u alle veiligheidsinformatie,
veiligheidsprocedures en noodprocedures in deze gebruiksaanwijzing over veiligheid hebt gelezen en
begrepen. Bediening van het systeem zonder de juiste kennis over het veilige gebruik ervan kan
leiden tot dodelijk of ander ernstig persoonlijk letsel. Het kan tevens leiden tot een verkeerde
klinische diagnose/behandeling.
WAARSCHUWING
Het systeem mag pas voor applicaties worden gebruikt als u er zeker van bent dat het
gebruikersroutinecontroleprogramma naar tevredenheid is uitgevoerd en het geplande
onderhoudsprogramma up-to-date is.
WAARSCHUWING
Als u weet of vermoedt dat een onderdeel van de apparatuur of het systeem defect is of op onjuiste
wijze is aangepast, dient u het systeem niet te gebruiken. Neem contact op met de technische
ondersteuning om een reparatie te regelen. Gebruik van de apparatuur of het systeem met defecte of
verkeerd ingestelde onderdelen kan de operator of de patiënt blootstellen aan straling of andere
veiligheidsrisico's. Dit kan leiden tot dodelijk of ander ernstig persoonlijk letsel of tot een verkeerde
klinische diagnose/behandeling.
Zie
Onderhoud (Pagina 200)
geplande onderhoudsprogramma.
WAARSCHUWING
Gebruik het systeem alleen bij patiënten als u goed weet wat de mogelijkheden en de functies zijn.
Gebruik van de apparatuur zonder een gedegen kennis kan de doelmatigheid in gevaar brengen
en/of de veiligheid van de patiënt, gebruiker en anderen in gevaar brengen.
Het is belangrijk dat u deze handleiding leest alvorens het systeem te gebruiken.
5.2 Transport
WAARSCHUWING
Steek hellingen niet zijwaarts over.
WAARSCHUWING
Parkeer niet op hellingen met een hoek groter dan 5 graden.
WAARSCHUWING
De effectiviteit van de remmen is sterk afhankelijk van de eigenschappen van de vloer of de
helling.
5.2.1
De C-boog in de transportstand zetten
U moet de C-boog in de volgende posities plaatsen voor transport:
Zenition 50 Uitgave 1.1 Gebruiksaanwijzing
16).
voor informatie over het gebruikersroutinecontroleprogramma en het
73
Veiligheid
Philips 3000 063 93991