Pagina 1
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Series 50 XM M1350B Series 50 XMO M1350C Foetale/Maternale Monitors F O E T A L E M O N I T O R I N G...
Pagina 2
Gedrukt in Duitsland 08/04 *M1350-9004U* Part Number M1350-9004U 4512 610 04321...
Pagina 3
Serie 50 XM (M1350B) Serie 50 XMO (M1350C) Foetale/Maternale bewaking G E B R U I K S A A N W I J Z I N G M1350-9004U Gedrukt in Duitsland augustus 2004...
Pagina 4
Philips biedt ten aanzien van dit materiaal geen enkele vorm van garantie, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de impliciete garanties aangaande verhandelbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel. Philips zal niet aansprakelijk zijn voor fouten in de documentatie of voor enige directe of indiecte schade, vervolgschade, die voortvloeit uit de fabricage, werking of gebruik van dit materiaal.
Pagina 5
Beoogd gebruik (M1350C) De Serie 50 XMO Foetale/Maternale monitor (M1350C) maakt non-invasieve of invasieve bewaking van een patiënt mogelijk, zowel tijdens antepartum testen als tijdens de baring. Bewaking van de foetale hartfrequentie (FHF) via ultrasound or direct ecg (DECG), en uterus activiteit via een externe Toco transducer of een interne intra-uterine druk (IUP) transducer is mogelijk, bovendien kan maternale hartfrequentie worden geregistreerd via de MECG transducer.
Pagina 6
CTG apparatuur en de interpretatie van foetale en maternale hartfrequentie patronen. Federale wetgeving in de U.S.A. beperkt de verkoop van dit apparaat aan, of in opdracht van een arts. Copyright 1990-2004 Koninklijke Philips Electronics N.V. Alle rechten voorbehouden.
Pagina 7
Inhoud 1. Overzicht..........1 Over deze gebruiksaanwijzing .
Pagina 8
Montage op een rolwagen ..........26 Extra apparatuur op de bovenkant monteren.
Pagina 9
Met Patiënt module M1364A of M1365A ....... . . 60 DECG bewaken .
Pagina 10
Alarmen in- en uitschakelen..........86 Alarmgrenzen wijzigen .
Pagina 17
Overzicht Over deze gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing is geschreven voor verloskundigen, verpleeg- kundigen die werkzaam zijn in de gezondheidszorg. Hij behandelt bediening en gebruik van de Serie 50 XMO en de Serie 50 XM foetale/ maternale monitoren. Alle functies en mogelijke parameters van beide monitoren worden besproken en geïllustreerd.
Pagina 18
Onderdelen en knoppen Onderdelen en knoppen Het display kan vlakliggend of gekanteld in de monitor worden bekeken. 1. Monitor aan/uit knop 9. Functietoets 2. Monitor aan/uit lampje 10. Telemetrie indicator 3. Registratieknoppen 11. FSpO parameter 4. Recorder 12. Inspringend gedeelte 5.
Pagina 19
Onderdelen en knoppen Cardio, Toco en FSpO kanalen 1. Toco display. Toont uterusactiviteit. 2. Foetale SpO display. Toont foetale pulsindicator, signaalkwaliteit, alarmstatus en kruis-correlatie tussen de kanalen plus indicator. 3. Cardio display. Toont de FHF. 4. Signaalkwaliteit indicator. Geeft de kwaliteit aan van het hartfrequentie signaal dat door de transducer wordt waargenomen: –...
Pagina 20
Onderdelen en knoppen 8. Luidsprekerlampje. Geeft aan welke hartslag u hoort uit de luidspreker. 9. Volumeknoppen. Knoppen voor het instellen van het volume en het selecteren van de hartslag. Ook gebruikt voor het wijzigen van de huidige instelling van FBO, Twins Offset, Logic, FHF alarm en FSpO alarmen.
Pagina 21
Onderdelen en knoppen Maternale parameters 1. Ingang voor niet-invasieve bloeddrukmeting. Aansluiting voor: – Aansluitslang (M1599A) en manchet voor NIBD bewaking. 2. Ingang voor puls-oxymetrie meting. Voor het aansluiten van: – Een SpO transducer (M1940A adapterkabel met M1191A transducer). 3. Functietoetsen voor het instellen van maternale parameters. modi en alarmgrenzen voor niet-invasieve bloeddruk.
Pagina 22
Onderdelen en knoppen 6. Maternale hart/polsfrequentie pictogram geeft de bron van de meting aan. geeft aan dat de hartfrequentiebron MECG is. geeft aan dat de polsfrequentie van SpO afkomstig is. geeft aan dat gemiddelde polsfrequentie van NIBD is. 7. Maternale hartfrequentie toont de huidige hart/polsfrequentie. 8.
Pagina 23
Onderdelen en knoppen Recorder knoppen 1. Recorder aan/uit lampje. Brandt als de recorder aan staat. Knippert als er vijf vellen papier of minder over zijn in het papiermagazijn. 2. Recorder aan/uit knop. Zet de recorder aan en uit. Start ook de NST tijdklok (recorder uit zetten en twee seconden ingedrukt houden).
Pagina 24
Onderdelen en knoppen Instelknoppen 1. Tijd en datum knop. Knop voor het wijzigen van de datum en tijd. Druk op deze knop om de huidige datum en tijd weer te geven in het Cardio 1/Combi en Toco display, om de instellingen die u wilt wijzigen (uren, minuten, dag, maand en jaar) te doorlopen en om terug te keren naar de normale weergave.
Pagina 25
Uw monitor beschikt mogelijk niet over alle genoemde functies. Kenmerken De Philips Serie 50 XMO en de Philips Serie 50 XM foetale/maternale monitoren combineren geavanceerde foetale bewaking met geïntegreerde maternale niet-invasieve bloeddrukmeting, puls-oxymetrie en ECG- meting.
Pagina 26
U kunt de curve ook afdrukken op de FHF curve. De Philips Serie 50 XMO is ook geschikt voor het meten van foetale puls-oxymetrie. Bewaking van de foetale zuurstofsaturatie tijdens weeën en baring gebeurt op basis van de technologie van Nellcor. De meting is niet-invasief voor de foetus en niet-traumatisch voor de moeder.
Pagina 27
Band bevestigen Band bevestigen Houd het uiteinde met de knoop in één hand en trek de band met de andere hand aan. Bevestig de band met behulp van de knoop wanneer de band strak zit, maar niet oncomfortabel voor de patiënt. Zorg dat de knoop en het niet-gebruikte deel van de band vrij naast de patiënt hangen.
Pagina 28
Transducer aan de band bevestigen Transducer aan de band bevestigen Zorg dat de transducer in de juiste stand staat en bevestig deze op de band. U kunt ook een knoop aan de transducer bevestigen en met behulp van deze knoop de transducer op de band bevestigen. Raadpleeg de instructie bij de transducer knoopadapter voor instructies voor bevestiging.
Pagina 29
Patiëntmodule aan de band bevestigen Patiëntmodule aan de band bevestigen U kunt een patiëntmodule op de band bevestigen door de patiëntmodule onder de band te schuiven en de knop (1) op de module door één van de gaten in de band te drukken. Hoofdstuk 2 - Algemene informatie...
Pagina 30
Transducer of patiëntmodule op de monitor aansluiten Transducer of patiëntmodule op de monitor aansluiten Als u een transducer of patiëntmodule aansluit op de Cardio 1/Combi ingang, de Toco ingang of de Cardio 2 ingang, verdwijnen de drie streepjes in het display. Het signaalkwaliteit lampje voor de weergegeven hartfrequentie wordt rood (omdat de transducer geen goed signaal van de patiënt ontvangt).
Pagina 31
Overzicht van invoerkanalen Overzicht van invoerkanalen Hieronder ziet u welke combinatie van transducers en patiëntmodules u kunt gebruiken in de Cardio ingangen. Cardio1/Combi Cardio 2 Metingen US (M1356A of M1358A) Dubbele ultrasound. (M1356A) DECG (M1357A of M1364A) Enkele ultrasound en foetaal ECG. FSpO2/ECG met combi US (M1356A) Foetaal SpO...
Pagina 32
Curvenvoorbeeld U kunt met de gecombineerde US/MECG transducer (M1358A) in de Cardio 2 connector alleen ultrasound meten. Als u dus gecombineerd US/MECG wilt meten moet u de Cardio 1/Combi connector nemen. Curvenvoorbeeld 1. Logo van de fabrikant. 2. Tijd, datum en papiersnelheid. 3.
Pagina 33
Markeringen aanbrengen 8. Bloeddruk van de moeder: – Systolische bloeddruk is 128 mmHg. – Diastolische bloeddruk is 98 mmHg. – Mean arteriële druk is 109 mmHg. 9. Temperatuur van de moeder (37,5 C). Een asterisk * markeert metingen van extern apparaten. 10.
Pagina 34
Markeringen aanbrengen Hoofdstuk 2 - Algemene informatie...
Pagina 35
Installatie Het installeren dien door gekwalificeerd technisch personeel van uw eigen technische dienst, of van Philips te worden uitgevoerd. Configuratie Elke configuratie instelling, die door de gebruiker kan worden gewijzigd, wordt in deze Gebruiksaanwijzing beschreven. Gedetailleerde informatie over de configuratie vindt u in de Service Guidew.
Pagina 36
Controlelijst bij installatie Controlelijst bij installatie Gebruik deze controlelijst om uw installatie te documenteren. Tabel 1 Controlelijst bij installatie Stap Taak Afvinken ❏ Eerste controle op de levering (zie “Eerste controle op de levering” op pagina 21) ❏ Uitpakken en controleren van de levering (zie “Uitpakken en controleren van de levering”...
Pagina 37
Weer inpakken Bewaar de originele doos en het verpakkingsmateriaal voor het geval u de apparatuur naar Philips moet opsturen voor service verlening. Als u de originele verpakkingsmaterialen niet meer hebt kan Philips u van advies dienen voor alternatieven.
Pagina 38
Uitpakken en controleren van de levering Tabel 2 Controlelijst inhoud Foetaal, Foetal en Foetaal en Beschrijving maternaal Alleen foetal FSpO maternaal en FSpO Foetale monitor M1350B M1350B M1350C M1350C (optie C03) (optie C03) Foetale accessoires Gecombineerde F /DECG/MECG patiënten module M1365A met DECG adapterkabel M1362B Externe Toco transducer (M1355A) Ultrasound transducer (M1356A) slechts één transducer wanneer optie C01 besteld werd...
Pagina 39
Uitpakken en controleren van de levering Tabel 2 Controlelijst inhoud Foetaal, Foetal en Foetaal en Beschrijving maternaal Alleen foetal FSpO maternaal en FSpO Foetale monitor M1350B M1350B M1350C M1350C (optie C03) (optie C03) Standaard Accessoires Afstandbediening markeerknop (15249A) Netsnoer (Bestelnummer afhankelijk van land optie) Equipotentiaal aardingskabel 8120-2961 (U.S.A.) 8120-4808 (Europa)
Pagina 40
Vóórdat u de netspanning aansluit Optionele accessoires Het volgende wordt geleverd als de betreffende optie besteld werd: Tabel 3 Optionele accessoires Beschrijving Aantal Nabestelnummer IUP druktransducer, inclusief CPJ840J5 transducerhouder CPJ84022. IUP sensor-tip drukkatheters 1 doos van M1333A (disposable) 10 stuks Adapterkabel voor disposable IUP M1334A sensor-tip drukkatheters...
Pagina 41
Vóórdat u de netspanning aansluit bij een frequentie van 50 tot 60 Hz (± 5%). Het maximale energieverbruik is 60 VA. Het systeem wordt door de fabriek met de juiste voltage instelling geleverd Controleer vóór het aansluiten of de voltage keuzeknop) op de achterzijde van de monitor goed is ingesteld (op 240V).
Pagina 42
Monteren van de monitor Monteren van de monitor U dient voordat u de monitor installeert de pre-installatie controles uit te voeren zoals deze in dit hoofdstuk worden beschreven. De monitor kan op allerlei manieren worden gemonteerd, bijvoordeeld: • Montage op een blad •...
Pagina 43
Monteren van de monitor De montageplaat bevestigen Hoofdstuk 3 - Gebruiksklaar maken...
Pagina 44
De papieropvangbak vastzetten De papieropvangbak vastzetten U kunt de papieropvangbak (M1350-00452) aan de onderkant van de monitor vastzetten in de twee voorgemonteerde sleuven onder de recorder module. Breng de papieropvangbak in lijn met de sleuven en schuif hem op z’n plaats. Papieropvangbak Hoofdstuk 3 - Gebruiksklaar maken...
Pagina 45
Welke testen wanneer en hoe uitvoeren Welke testen wanneer en hoe uitvoeren De volgende tabel geeft een overzicht van welke testen en inspecties er nodig zijn en wanneer deze uitgevoerd moeten worden. Tabel 4 M1350A/B/C - Testblokken Testblok Test of uit te voeren inspectie In welk geval? Visueel Inspecter het apparaat, de transducers en...
Pagina 46
Veiligheidstest Veiligheidstest Details over de veiligheidstesten en de vereiste procedures, na installatie of uitwisseling van systeem componenten, staan in de Service Guide. Waarschuwing Vereisten voor veiligheidstesten zijn opgezet volgens internationale standaarden, zoals IEC/EN 60601-1 en IEC 60601-1-1, de nationale afgeleiden hiervan, b.v. UL2601-1, CAN/CSA-C22.2 No. 601.1-M90 en No 601.1-S1-94, en specifieke lokale vereisten.
Pagina 47
Papier laden • Het maternale display toont gedurende enkele seconden een tijdklok-symbool en vervolgens de alarmparameter weergave. • Bij alle parameters worden twee of drie liggende streepjes getoond. Dit betekent dat geen transducer of patiëntmodule is aangesloten. • Het maternale display gaat branden en toont de alarminstellingen. Papier laden U laadt het papier als volgt: a.
Pagina 48
Papier laden f. Houd de weeën activiteit schaal aan de rechterkant. rep6_bw.hpg g. Schuif het pak in de houder (3). h. Druk de lade terug totdat deze dichtklikt. Druk niet op het papier bij het sluiten van de lade (4). pega73_bw.hpg i.
Pagina 49
Recorder inschakelen Pas op Gebruik van registratiepapier dat niet door Philips is goedgekeurd kan de monitor beschadigen. Dit soort schade wordt niet gedekt door de garantie. Als het resterende papier zich niet gemakkelijk laat verwijderen, controleer dan of u de knop van het papiermagazijn wel tweemaal hebt ingedrukt.
Pagina 50
Tijd en datum weergeven Tijd en datum weergeven De datum en tijd worden afgedrukt op de curve. U kunt uit een groot aantal notaties voor datum en tijd kiezen, zoals 12-uurs, 24-uurs, V.S. of Europa. Als u een barcode leespen hebt, kunt u de datum- en tijdweergave wijzigen door de gewenste notatie te scannen vanuit de barcode-lijst.
Pagina 51
Papiersnelheid Zo stelt u de datum en tijd in: 1. Druk op en laat weer los om de huidige tijd weer te geven. Het Cardio 1/Combi display knippert en u kunt nu de uren wijzigen. 2. Druk op om de uren in te stellen. Druk de knop in en houd deze ingedrukt, om de instelling sneller te wijzigen.
Pagina 52
Papiersnelheid kiezen Papiersnelheid kiezen Met de papiersnelheid knop geeft u de huidige papiersnelheid weer en keert u terug naar de normale weergave. Het display keert automatisch terug naar de normale weergave als u gedurende enige seconden niet op een knop drukt. Met de volumeknoppen kunt u de snelheid wijzigen. Als u terugkeert naar de normale weergave, is de nieuwe papiersnelheid ingesteld en worden de tijd, datum, snelheid en bewakingsgebruiken afgedrukt op het registratiepapier.
Pagina 53
Barcodelezer De lezer aansluiten Steek de connector van de barcodelezer in de plug op de monitor en zet deze vast door de twee schroeven vast te draaien. De barcodelezer aansluiten De lezer testen Na het installeren van de barcodelezer dient u te controleren of deze correct op de monitor is aangesloten en dat de monitor geconfigureerd is om barcodes te lezen.
Pagina 54
Barcodelezer 3. Schakel de monitor uit, dan weer aan. Lees de TEST OK 5 barcode. Test barcodes TEST OK 5 dient op het recorderpapier afgedrukt te worden. Test annotatie op het recorderpapier 1. Als bovenstaande test niet werkt, schakel de monitor UIT en dan weer AAN en herhaal de test.
Pagina 55
Na de bewaking Na de bewaking 1. Zet de recorder uit (1). 2. Druk op de papierdoorvoer knop (2) om het papier automatisch door te voeren naar het volgende blad. 3. Verwijder intussen de transducer van de patiënt en verwijder alle gel van de transducer met een zachte doek of tissue.
Pagina 56
Systeemtest Systeemtest Voer na het monteren en instellen van een systeem de veiligheidstesten uit zoals deze beschreven staan in de Service Guide, en de systeemtest (zie ook Tabel 4, “M1350A/B/C - Testblokken,” op pagina 29). Wat is een medisch elektrisch systeem? Een medisch elektrisch systeem is een combinatie van tenminste één medisch elektrisch apparaat en een ander elektrisch apparaat dat daarmee verbonden is, of gebruik maakt van dezelfde meervoudige stopcontacten...
Pagina 57
Systeemtest Systeem voorbeeld Deze illustratie toont een systeem waar zowel medisch elektrische apparatuur als niet-medisch elektrische apparaten aan het bed van de patiënt staan. Niet medische apparaten Medische apparaten Personal Externe medische Computer apparaten Afstand tot patiënt moet >= 1,5m zijn Scheidings- transformer Belangrijk:...
Pagina 58
Systeemtest Als de personal computer (of enig ander niet-medisch elektrisch apparaat) niet aangesloten is op de gemeenschappelijke veiligheidsaarding van het systeem dient er een scheidingsapparaat toegepast te worden. We adviseren nadrukkelijk om een scheidingsapparaat toe te passen als u niet-medisch elektrische apparatuur aansluit. Waarschuwing Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige stekkerdozen.
Pagina 59
FHF en FBO bewaken met ultrasound Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u één foetale hartfrequentie kunt bewaken met ultrasound. Bewaking met behulp van ultrasound wordt voor non-stress of foetaal routine-onderzoek aanbevolen vanaf de 25e week van de zwangerschap. Met de monitor kunt u ook foetale beweging detecteren en het resulterende FBO (foetaal bewegingsoverzicht) op de curve weergeven.
Pagina 60
4. Bepaal de positie van het hart van de foetus door palpatie, beluisteren of US beeldvorming. Pas op Gebruik van ultrasound gel die niet goedgekeurd is door Philips kan de signaalkwaliteit reduceren en de transducer beschadigen. Deze vorm van schade valt niet onder de garantie.
Pagina 61
Voorbereiding 5. Breng een klein laagje ultrasound gel aan op het oppervlak van de transducer. 6. Breng de transducer op de patiënt aan en zorg ervoor dat de gel- laag goed contact maakt, door de transducer voorzichtig rond te bewegen. 7.
Pagina 62
Foetaal Bewegingen Overzicht Foetaal Bewegingen Overzicht De monitor kan foetale bewegingen detecteren via een ultrasound transducer die op de Cardio 1/Combi ingang is aangesloten. Het resulterende foetaal bewegingsoverzicht (FBO) verschijnt als “activiteitsblokken” (A) bovenaan de Toco schaal; de lengte van elk blok geeft de tijdsduur van de activiteit aan.
Pagina 63
Foetaal Bewegingen Overzicht beperken. Op het papier wordt FMP afgedrukt om het begin van de FBO registratie aan te geven. Let op—De transducer detecteert globale lichaamsbewegingen. Bewegingen van voeten en handen en oogbewegingen worden meestal niet geregistreerd. Het is belangrijk te weten dat het plaatsen of verplaatsen van de transducer evenals beweging van de moeder, foetale ademhaling en hik als foetale bewegingen worden geregistreerd.
Pagina 64
Foetaal Bewegingen Overzicht Met de knoppen Voordat u de FBO instelling kunt veranderen, moet u een ultrasound transducer aansluiten op de Cardio 1/Combi ingang. 1. Druk herhaaldelijk op verschijnt. De signaalkwaliteit indicator is: ROOD als FBO UIT staat. GROEN als FBO AAN staat. 2.
Pagina 65
Problemen oplossen Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaken Oplossingen Onregelmatige Foetale aritmie Geen curve Zwaarlijvige patiënt Geen Onregelmatige Transducer niet goed geplaatst Verplaats de transducer tot de groene signaalkwal- weergave iteit indicator brandt Band zit los Maak band steviger vast Te vel gel op de transducer Verwijder wat gel Zeer beweeglijke foetus Geen...
Pagina 66
Problemen oplossen Hoofdstuk 4 - FHF en FBO bewaken met ultrasound...
Pagina 67
FHF bewaken met DECG Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de foetale hartfrequentie van een enkele foetus kunt bewaken met een Foetale schedel elektrode. Omdat het uiteinde van de elektrode moet doordringen in de epidermis van de foetus, bestaat de mogelijkheid van beschadiging, bloedingen en infectie.
Pagina 68
Vereiste accessoires Vereiste accessoires • Als u foetaal DECG meet met de traditionele open draden methode met een beenplaattransducer: – DECG beenplaat transducer (M1357A) – Transducer beenband en knoop – Open draden Foetale schedel elektrode (15133A/15133C). • Als u foetaal DECG meet met de traditionele open draden methode met een patiënt module: –...
Pagina 69
Voorbereiden Voorbereiden Bereid de patiënt voor als voor een vaginaal routine-onderzoek, contro- leer of de foetus in een geschikte positie ligt voor DECG-bewaking. Breng de elektrode aan bij de foetus zoals beschreven in de instructies bij de foetale schedelelektrode. De foetale schalpelektrode plaatsen Foetale schalpelektrode geplaatst Waarschuwing Steek de draden van de schedelelektrode niet in het stopcontact.
Pagina 70
Voorbereiden De traditionele open draads methode voor DECG bewaking (bij foetale schedelelektrode 15133A en 15133C) (Deze methode NIET in de U.S.A. gebruiken). Met DECG beenplaat M1357A Om het foetale DECG te bewaken met de traditionele open draads methode en de DECG beenplaat M1357A , volgt u deze instructies: 1.
Pagina 71
Voorbereiden 3. Sluit de Foetale schedel elektrode draden aan op de DECG transducer. 4. Nu kunt u beginnen met bewaken van het DECG: zie de paragraaf “DECG bewaken” voor de volgende stappen. Met Patiënt module M1364A Om het foetale DECG te bewaken met de traditionele open draads methode en een ECG-alleen patiënt module (M1364A), volgt u deze instructies: 1.
Pagina 72
Voorbereiden moeders huid bevordert de kwaliteit van het FHF signaal. Voor het beste signaal zorgt u dat moeders huid te plekke schoon en droog is voordat u de elektrode vastplakt. Zorg dat de elektrode zodanig vastzit, dat er geen krachten op de draden van de Foetale schedel elektrode komen, dat letsel bij de foetus veroorzaken kan.
Pagina 73
Met de DECG adapterkabel M1362B om DECG te bewaken Met de DECG adapterkabel M1362B om DECG te bewaken (bij Foetale schedel elektrode 15133E/D) Met DECG beenplaat M1357A Om het foetale DECG te bewaken met DECG adapter kabel (M1362B) en een DECG beenplaat transducer (M1357A), volgt u deze instructies: 1.
Pagina 74
Met de DECG adapterkabel M1362B om DECG te bewaken 2. Zet de beenplaat transducer vast onder de abdominale band of onder de beenband. Voor het beste signaal moet de transducer goed contact maken met de huid van de moeder. Breng geen Redux creme of enig ander geleidende gel aan op de zilveren plaat aan de onderkant van de DECG transducer.
Pagina 75
Met de DECG adapterkabel M1362B om DECG te bewaken 4. Sluit de DECG adapter kabel (M1362B) aan op de DECG adapter (M1347A). M1362B M1357A M1347A 5. Sluit de Foetale schedel elektrode (15133E/D) aan op de DECG adapter kabel (M1362B). M1349A 15133E/D M1362B 6.
Pagina 76
Met de DECG adapterkabel M1362B om DECG te bewaken Met Patiënt module M1364A of M1365A Om het foetale DECG te bewaken met DECG adapter kabel (M1362B) en hetzij een alleen ECG patiënt module (M1364A) of een FSpO /ECG gecombineerde patiënt module (M1365A), volgt u deze instructies. 1.
Pagina 77
Met de DECG adapterkabel M1362B om DECG te bewaken 4. Sluit de rose connector (1) van de DECG adapter kabel aan op de rose ECG connector (1) van de module (M1364A/M1365A). M1349A M1362B M1364A M1365A 5. Zet de patiënt module met de fixeerknop (3) vast onder de band. 6.
Pagina 78
Met de DECG adapterkabel M1362B om DECG te bewaken Plaats de adapterkabel zo, dat deze zo min mogelijk contact maakt met het lichaamsvocht Gebruikelijk beeld van de plaatsing van de Foetale schedel elektrode 15133E/D, DECG adapter kabel M1362B en Patiënt module M1364A. Hoofdstuk 5 - FHF bewaken met DECG...
Pagina 79
DECG bewaken DECG bewaken 1. Schakel de monitor en de recorder in. 2. Sluit de beenplaat, of de patiënt module op de monitor aan. Voor het simultaan meten van foetale pulsoximetry en DECG moet u de patiënt module op de Cardio 1/Combi connector aansluiten. Als u alleen DECG meet kunt u zowel de Cardio 1/Combi connector gebruiken als de Cardio 2 connector.
Pagina 80
Het nut van de aritmie logica Waarschuwing Vergelijk regelmatig de pols van de moeder met het signaal dat uit de luidspreker komt om te controleren of u de foetale hartfrequentie bewaakt. Laat u niet door een dubbele maternale hartfrequentie misleiden. Bij gebruik van de kruiscorellatie verificatie alarmering zal de monitor u waarschuwen als de hartfrequentie van moeder en kind met elkaar overeenstemmen.
Pagina 81
Problemen oplossen Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Onregelmatige curve Geen ECG signaal Gebruik een nieuwe foetale Onregelmatige weergave Slecht contact tussen de schedelelektrode. referentie-elektrode en de moeder. Patiënt module is niet goed Maak de patiëntmodule vast aan de gefixeerd.
Pagina 82
Hartfrequentie buiten grenzen Hartfrequentie buiten grenzen Een twijfelachtige hartfrequentie komt zelden voor, maar hieronder vindt u enkele van de mogelijke oorzaken. Probleem Mogelijke oorzaak Twijfelachtige FHF lager dan 30 spm hartfrequentie Er wordt geen FHF geregistreerd en de signaalkwaliteit indicator is rood. FHF tussen 30 en 50 spm Op 50-210 spm papier wordt een rechte lijn geregistreerd op 50 spm.
Pagina 83
Hartfrequenties van tweelingen bewaken Inleiding U kunt tweelingen gedurende de bevalling blijven bewaken na het breken van de vliezen, de ene extern met ultrasound en de ander intern met DECG. Als u tweelingen alleen extern wilt bewaken, kunt u twee ultrasound transducers gebruiken, of één ultrasound transducer en een US/MECG transducer.
Pagina 84
Belangrijk bij de bewaking Belangrijk bij de bewaking Let tijdens het bewaken op de volgende punten: • Controleer of u twee verschillende hartfrequenties bewaakt. Als de twee hartfrequenties samenvallen (d.w.z. als beide transducers dezelfde FHF registreren), ontdekt de monitor dat via kruis- correlatie tussen de kanalen.
Pagina 85
Interne bewaking Interne bewaking Bewaak de ene tweeling volgens de procedures die beschreven zijn in Hoofdstuk 4, “FHF en FBO bewaken met ultrasound”. Bewaak de tweede volgens de procedures die beschreven zijn in Hoofdstuk 5, “FHF bewaken met DECG”. pop43fin.gif Externe bewaking Bewaak beide foetussen met de procedures uit Hoofdstuk 4, “FHF en FBO bewaken met ultrasound”.
Pagina 86
FHF-curven van tweelingen scheiden FHF-curven van tweelingen scheiden Om de interpretatie van curven van tweelingen met een gelijke basislijn te vergemakkelijken, kunt u de curven scheiden. De ene curve wordt 20 spm hoger weergegeven dan de andere. Gebruik hiervoor de knoppen of de optionele barcode leespen.
Pagina 87
FHF-curven van tweelingen scheiden Twins Offset: Aan Op de volgende manier wordt aangegeven dat Twins Offset aan staat en dat de Cardio 1/Combi curve verschoven is: • Op het registratiepapier wordt een stippellijn met het label ‘+20’ afgedrukt dóór de FHF-schaal. •...
Pagina 88
Problemen oplossen Twins Offset: Uit Om aan te geven dat Twins Offset is uitgeschakeld, wordt er op het registratiepapier een stippellijn met het label “+0” afgedrukt dóór de FHF-schaal. Als u de monitor uitzet, wordt de functie Twins Offset automatisch uitgeschakeld.
Pagina 89
Introductie Drielingen bewaken Introductie Dit hoofdstuk geeft aan wat u nodig hebt om drielingen te bewaken. Voor informatie over installatie, veiligheid en systeemtesten kunt u Hoofdstuk 3, “Gebruiksklaar maken” raadplegen. Hoofdstuk 7 - Drielingen bewaken...
Pagina 90
Wat u nodig hebt om drielingen te bewaken Wat u nodig hebt om drielingen te bewaken De M1360-61671 drielingen kabel geeft u de mogelijkheid om hetzij een 8040A of een 8041A Foetale monitor op een M1350A (Serie 50 IX) of een M1350B/C (Serie 50 XM/XMO) Intrapartum Foetale/Maternale monitor aan te sluiten.
Pagina 91
Installatie vereisten voor het bewaken van drielingen Installatie dient uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd technicus, hetzij van uw eigen technische dienst of van Philips Support. Sluit de geleverde kabel aan op de 25 pins connector van de telemetrie interface of telemetrie systeem interface van de M1350A of M1350B/C...
Pagina 92
Installatie vereisten voor het bewaken van drielingen De apparatuur dient al eerder getest te zijn overeenkomstig de veiligheidstesten die aangegeven staan in Hoofdstuk 3, “Gebruiksklaar maken” en gedetailleerd beschreven worden in de Service Guide. Voer na het met elkaar verbinden van de apparatuur het volgende uit: •...
Pagina 93
Uterusactiviteit bewaken Inleiding U kunt uterusactiviteit extern meten met een Toco transducer, of intern met een intra-uterine catheter. Een Toco transducer meet de frequentie en duur van contracties, maar niet hun intensiteit. De amplitude en gevoeligheid zijn afhankelijk van verschillende factoren: de positie van de transducer, de spanning van de band en de grootte van de patiënt.
Pagina 94
Interne Toco-bewaking (IUP-bewaking) 3. Op het Toco verschijnt het getal 20. Op het papier wordt om de paar pagina’s “Toco ext” (externe meting) afgedrukt. 4. Plaats de transducer op de fundus. Dit garandeert een optimale registratie van de uterusactiviteit. 5. Bevestig de transducer in de juiste positie op de band bij een goed signaal.
Pagina 95
Problemen oplossen display verschijnt 0. Op de curve wordt om de paar pagina’s “Toco int” (interne meting) afgedrukt. 3. Nul de monitor met de Toco basislijn toets . Het display en de curve worden hierdoor op nul gezet. Als u de monitor niet op de juiste manier nult, kan de drukcurve de papierschaal overschrijden.
Pagina 96
Problemen oplossen Interne tocografie Mogelijke Probleem Oplossingen oorzaken Geen curve Catheter verstopt Vul met steriele oplossing. Geen drukverandering tijdens Catheter in “droge” Vul met steriele oplossing of plaats sensor contractie omgeving of mogelijk opnieuw. extra-ovulaire plaatsing van sensortip. Uitsluitend drukpieken Systeem is niet juist Nul het systeem.
Pagina 97
Foetale puls-oximetrie Inleiding Foetale puls-oxymetrie (FSpO ) geeft een permanente actuele meting van de zuurstofsaturatie in het foetale arteriële bloed. De mogelijkheid om onderscheid te maken tussen foetussen met een adequate zuurstofvoorziening en foetussen met een risico van hypoxie, kan behulpzaam zijn bij het besluit om wel of niet in te grijpen in het geval van een twijfelachtige foetale hartfrequentie.
Pagina 98
Beginnen met bewaking Beginnen met bewaking 1. Sluit de gecombineerde FSpO patiëntmodule aan op de Cardio1/Combi ingang. Op de monitor verschijnt: 2. Controleer de alarminstellingen en verander deze zo nodig. 3. Sluit de sensor aan op de patiëntmodule en zorg dat de connector steriel blijft bij het openen van de sensorverpakking.
Pagina 99
Onderdelen van het display Onderdelen van het display Het FSpO display bevat de volgende elementen: xmodisp.gif 1. Pulsindicator De zes segmenten bewegen ritmisch op en neer volgens de foetale hartfrequentie wanneer de kwaliteit van de pulsactiviteit goed is. Als de indicator regelmatig op en neer beweegt maar de monitor geen foetale zuurstofsaturatiewaarde toont, wacht dan even met het verplaatsen van de sensor.
Pagina 100
Onderdelen van het display 2. Signaalkwaliteit indicator Als de pulsindicator regelmatig begint te bewegen gaan de vier segmenten van de signaalkwaliteit indicator aangeven hoe goed het signaal is dat de monitor van de sensor ontvangt. Hoe meer er branden, hoe beter het signaal. De monitor moet een minuut een redelijk tot goed signaal ontvangen (met drie of vier oplichtende segmenten) om de saturatie te kunnen berekenen en weer te geven.
Pagina 101
Alarm Alarm De monitor laat een “pieptoon” horen en de saturatiewaarde gaat knipperen. Alarmgrenzen FSpO beschikt over twee alarmcriteria, die u alleen kunt veranderen als er een patiëntmodule op de monitor is aangesloten. Als u een alarmgrens verandert, wordt deze door de monitor “onthouden”, ook nadat u de stroom uitschakelt.
Pagina 102
Alarm Alarmen in- en uitschakelen 1. Sluit de ECG/FSpO patiëntmodule aan op de Cardio 1/Combi ingang. 2. Druk op totdat verschijnt op het FSpO display. 3. Druk op om te schakelen tussen alarm AAN en UIT. De signaalkwaliteit indicator voor het Cardio1/Combi kanaal is rood als het alarm UIT staat en groen als het alarm AAN staat.
Pagina 103
Problemen oplossen Inop-alarmen Als de signaalkwaliteit een minuut of langer goed is geweest en daarna langer dan 30 seconden onder een acceptabel niveau zakt, laat de monitor een pieptoon horen. Deze functie kan worden in- of uitgeschakeld via de service-instellingen. Raadpleeg de Service Guide voor meer informatie. Problemen oplossen Display Probleem...
Pagina 104
Verlies van pulssignaal Verlies van pulssignaal Een tijdelijk verlies van pulssignaal is normaal en de gebruiker moet beoordelen of de curve voldoende informatie geeft voor een diagnose. Verlies van pulssignaal kan veroorzaakt worden door: • heftige of langdurige bewegingen van de foetus of de moeder •...
Pagina 105
Bewaking met externe apparaten Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft hoe u ondersteunde externe apparaten, zolals telemetrie en informatiesystemen aansluit en hoe u niet-invasieve bloeddruk (NIBD), maternale zuurstofsaturatie van het bloed (SpO temperatuur en hartfrequentie van de moeder (MHF) kunt registreren. Als u een Serie 50 XM hebt, kunt u een Nellcor OxiFirst Pulse Oximeter (N-400) of compatibele foetale puls-oximeter aansluiten.
Pagina 106
4. Seriële RS232/RS422 systeem interface voor aansluiting van maternale monitoren zoals Philips CMS. Zie “Dubbele seriële interface” op pagina 91. 5. RS232 digitale systeem interface voor aansluiting op een Philips systeem of een IBM compatibele PC. Zie TraceVue “Informatiesysteem interfaces” op pagina 97.
Pagina 108
Dubbele seriële interface Vereiste accessoires Voor aansluitng van een ondersteund apparaat hebt u nodig: vereisten Model extra benodigd optie J13 Press-Mate/Listmini Dubbele COLIN interface-kabel (verkrijgbaar model BP-8800 NIBD interface-kaart bij COLIN Corporation) Dinamap 8100 Dubbele Model 8801 interface-adapter interface-kaart (verkrijgbaar bij General Electric) Overige Dubbele Geen...
Pagina 109
De dubbele seriële interface heeft twee connectoren: Dubbele seriële interface 1. Gebruik connector 1 (9 pins) voor het aansluiten van: • Philips M1165A/1166A/1175A/1176A/1167A/1177A CMS. • Philips 78352C/78354C Compact Configureerbare Monitor. • Dinamap 1846/8100 NIBD Monitor. • Press-Mate/Listmini Model BP-8800. • Accutor 3, 4, 3SAT en 4SAT.
Pagina 110
Dubbele seriële interface Als u beide connectoren 1 en 2 gebruikt, en maternaal SpO worden geregistreerd via het externe apparaat op connector 1, heeft de meting van dit externe apparaat voorrang over de meting met de Nellcor Monitor N-200 in connector 2. 3.
Pagina 111
Toco schaal. Als uw monitor alleen maternale NIBD, of alleen SpO meet wordt een MHF waarde van de Philips Serie 50 monitor ook automatisch afgedrukt. Als u de monitor op automatisch instelt, met een korte intervaltijd tussen Automatische de metingen, worden niet alle metingen op het papier geregistreerd.
Pagina 112
Telemetrie interface Telemetrie interface Gebruik de telemetrie interface voor de volgende apparaten: • Philips Avalon CTS snoerloos foetaal transducer systeem, M2720A • Philips serie 50 T Foetale telemetrie, M1310A Ondersteunde parameters: Snoerloos/ Parameter telemetrie apparaat en Commentaar DECG MECG Toco...
Pagina 113
Service Guide voor verdere details. RS232 Systeem Interface De 9 pins RS232 systeem interfaceconnector dient voor aansluiting van uw monitor op een Philips OB TraceVue systeem. Curven-weergave op externe bewakingssystemen De curve die wordt weergegeven op een aangesloten bewakingssysteem (bijvoorbeeld OB TraceVue) of daarvan afkomstig is, hoeft niet identiek te zijn aan de curve van de recorder.
Pagina 114
Problemen oplossen Problemen oplossen FSpO Als de externe Nellcor N-400 FSpO monitor twee aan/uit schakelaars heeft (een hoofdschakelaar aan de achterzijde en een standby schakelaar aan de voorzijde), moet u er voor zorgen dat u deze schakelaars in de juiste, hieronder aangegeven volgorde aan en uit zet. Als u niet de juiste volgorde aanhoudt, kan de eenheid slecht lijken te functioneren doordat gegevens onregelmatig worden weergegeven of helemaal niet.
Pagina 115
F SpO op pagina 98. (Lampje de curve afgedrukt. van het batterij symbool dient uit te gaan.) Philips M165A/M1675A/M1676A/M1167A/M1177A Er worden geen De parameters zijn uitgeschakeld. Schakel de parameters in op het maternale metingen Parameters Aan/Uit menu. Raadpleeg de op de curve afgedrukt.
Pagina 116
Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Philips M2720A Avalon CTS snoerloos foetaal telemetrie systeem, en M1310A serie 50T foetaal telemetrie systeem Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing en de Service Guide van uw snoerloos/telemetrie systeem voor informatie over het oplossen van problemen daarmee.
Pagina 117
Registratie van behandelingsinformatie Inleiding Met behulp van de optionele barcode leespen en kant-en-klare lijsten met barcodes kunt u veel voorkomende behandelingsinformatie en bepaalde patiëntgegevens vastleggen op het registratiepapier. Hoofdstuk 11 - Registratie van behandelingsinformatie...
Pagina 118
Informatie registreren Informatie registreren Zo registreert u behandelingsinformatie op de curve: 1. Schakel de recorder in. 2. Houd de barcode leespen vast als een gewone pen. 3. Plaats de punt van de pen in de witruimte in de marge naast het begin van de barcode.
Pagina 119
Barcodes wissen Barcodes wissen Als u per ongeluk de verkeerde barcode inleest, kunt u de informatie wissen door onmiddellijk de ‘‘ANNULEER’’ barcode in te lezen. Als u de ‘‘ANNULEER’’' barcode niet binnen 15 seconden inleest, wordt de informatie automatisch ingevoerd. Verschillende barcodes als één notitie registreren U kunt ook verschillende barcodes als één notitie inlezen.
Pagina 120
Verschillende barcodes als aparte notities registreren Verschillende barcodes als aparte notities registreren Zo leest u verschillende barcodes als aparte notities in: 1. Lees een barcode in. 2. Lees de barcode ‘‘INVOEREN’’ in. 3. Herhaal stap 1 en 2 om alle gewenste barcodes in te lezen. De informatie wordt op verschillende regels afgedrukt, zoals in het voorbeeld hieronder.
Pagina 121
FHF alarmering Inleiding FHF alarmering (foetale hartfrequentie) kan een auditief of visueel alarm geven bij een twijfelachtige conditie van de foetus. Deze functie is NIET beschikbaar op monitoren die in de Verenigde Staten zijn gekocht. Alarmen U kunt de alarmfuncties alleen gebruiken als de monitor (via een service- instelling) is ingeschakeld voor alarmen.
Pagina 122
Alarmen FHF-alarmering in- en uitschakelen 1. Sluit een ultrasound transducer of een DECG transducer aan op één van de twee Cardio ingangen. 2. Druk op en loop door het menu tot verschijnt. De signaalkwaliteit Indicator is: – ROOD als FHF alarmering UIT staat. –...
Pagina 123
De FHF alarmering testen De FHF alarmering testen 1. Sluit de US transducer aan op één van de twee Cardio connectors. 2. Schakel de FHF alarmering in (zie “FHF-alarmering in- en uitschakelen” op pagina 106). 3. Stel bovengrens en vertraging respectievelijk in op 150 spm en 60 seconden, de ondergrens en de vertraging erven respectievelijk op 110 spm en 60 seconden (see “Alarmgrenzen wijzigen”...
Pagina 124
De FHF alarmering testen Hoofdstuk 12 - FHF alarmering...
Pagina 125
Non-stresstest tijdklok Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de Non Stress Test tijdklok (NST) instelt. NST tijdklok instellen 1. Controleer of de recorder uitgeschakeld is. 2. Druk twee seconden op de recorder AAN/UIT knop 3. Wijzig de tijd met de knoppen De instelling wordt gedurende 15 seconden getoond en de tijdklok wordt gestart.
Pagina 126
NST tijdklok instellen Hoofdstuk 13 - Non-stresstest tijdklok...
Pagina 127
Maternale bewaking - overzicht Inleiding Dit hoofdstuk geeft een overzicht over de volgende maternale parameters: • Maternale bloeddruk • Maternale hartfrequentie • Maternale pulsoximetrie Hoofdstuk 14 - Maternale bewaking - overzicht...
Pagina 128
Maternale parameters - overzicht Maternale parameters - overzicht 1. Connector voor Non-invasieve bloeddruk meting. 2. Connector voor Pulsoximetrie transducers. 3. Functietoetsen voor het instellen van maternale parameters: – NBP functietoets: stelt de modi en de alarmgrenzen in voor niet-invasieve bloeddruk. –...
Pagina 129
Maternale parameters - overzicht als gemiddelde verkregen uit een NIBD meting. 7. Maternale hartfrequentie toont de huidige hartfrequentie of polsfrequentie in slagen per minuut. 8. Systolische waarde toont de waarde voor de systolische parameter van de laatste niet-invasieve bloeddrukmeting. 9. Diastolische waarde toont de waarde voor de diastolische parameter van de laatste niet-invasieve bloeddrukmeting.
Pagina 130
Openingsscherm Openingsscherm Als u de monitor aanzet, wordt het openingsscherm weergegeven met de standaard alarmgrenzen. Direct beginnen met bewaken Stap 1. Zet de monitor aan. Stap 2. Breng de bloeddrukmanchet aan en plaats de MECG transducer en de SpO transducer bij de patiënt. Stap 3.
Pagina 131
Maternaal standaardscherm Maternaal standaardscherm Meestal zult u het maternale standaardscherm zien. Als de monitor dit scherm toont, kunt u alle vitale maternale parameters overzien, bekijken of er een parameteralarm is en welke parameter dit veroorzaakt. Maternaal standaardscherm 1. Systolische druk. 2.
Pagina 132
Teruggaan naar het maternale standaardscherm Teruggaan naar het maternale standaardscherm Als u maternale metingen uitvoert, komen specifieke vensters in de plaats van het maternale standaardscherm. Druk éénmaal op de reset knop om direct naar het maternale standaardscherm te gaan. U gaat automatisch naar deze weergave terug als u meer dan 20 seconden geen knop hebt ingedrukt wanneer u een alarm, volume of contrastinstelling wijzigt.
Pagina 133
Waarschuwingsmeldingen Alle alarminstellingen nakijken Druk, als u de huidige alarmwaarden in een oogopslag wilt overzien, binnen één seconde tweemaal op de reset knop. U gaat dan direct terug naar het openingsscherm. Alarmen instellen In de sectie over de betreffende parameter wordt beschreven hoe u maternale alarmen voor een parameter wijzigt.
Pagina 134
Volume en beeldcontrast instellen Volume en beeldcontrast instellen U kunt het volume van het alarmsignaal en het contrast van het weer- gavescherm verhogen en verlagen. Voor beide gebruikt u dezelfde methode. Volume en contrast instellen Stap 1. Ga naar het maternale standaardscherm. Stap 2.
Pagina 135
Volume en beeldcontrast instellen Stap 3. Druk op Volume of Contrast. Druk hierop om de waarde te verlagen. Druk hierop om de waarde te verhogen. Stap 4. Druk op de reset knop om terug te gaan naar het maternale standaardscherm. U hoort één piep op het huidige volume telkens als u de volume instelknop indrukt.
Pagina 136
Volume en beeldcontrast instellen Hoofdstuk 14 - Maternale bewaking - overzicht...
Pagina 137
Niet-invasieve bloeddruk bewaking Inleiding Als u de monitor de eerste keer aanzet, staat de niet-invasieve bloeddrukmeting (NIBP) ingesteld op manueel gebruik. Het maternale standaardscherm toont 0 als systolische én diastolische waarden. Waarschuwing Soort patiënt: Deze bloeddrukmeting is uitsluitend bedoeld voor volwassenen.
Pagina 138
Beginnen met bewaken Beginnen met bewaken 1. Zorg dat de bloeddrukmanchet correct bij de patiënt aangebracht is en niet op dezelfde arm is als een SpO vingertransducer. Zorg dat de juiste maat manchet gekozen is en dat de ballon erin niet gekreukeld of gedraaid zit.
Pagina 139
Instelscherm Instelscherm Op het instelscherm voor niet-invasieve bloeddruk begint u een meting, kiest u een ander meetgebruik en gaat u naar het alarm instelscherm. Druk op om naar het instelscherm te gaan. NIBD instelscherm (manueel gebruik) Start Druk op deze toets als u direct een meting wilt starten. Als de monitor in Cont.
Pagina 140
Meetgebruik Meetgebruik Niet-invasieve bloeddruk kan op drie manieren worden gemeten: • Manueel De monitor voert een meting uit als u die start. Deze methode heeft de voorkeur. • Automatisch De monitor voert continu metingen uit. U kunt de tijd tussen twee metingen instellen van 2 tot 60 minuten.
Pagina 141
Meetgebruik wijzigen Meetgebruik wijzigen Druk op om niet-invasieve bloeddruk in te stellen. Manueel 1. Druk op Aut/Man totdat Manueel boven de instelknop staat. 2. Druk op Start om direct NIBD te meten. Auto Druk op Aut/Man totdat Auto boven de instelknop staat.
Pagina 142
Polsfrequentie Polsfrequentie Tijdens een NIBD meting kan ook de gemiddelde polsfrequentie worden berekend. Dit gebeurt bij manueel of automatisch gebruik wanneer noch MECG noch SpO wordt gemeten. De waarde wordt op het scherm getoond en op de curve afgedrukt. De getoonde waarde is de gemiddelde polsfrequentie tijdens de meest recente NIBD meting, niet de actuele waarde.
Pagina 143
Alarmen Alarmen in- en uitschakelen Het volgende geeft een voorbeeld van alarminstellingen voor NIBD. De diastolische ondergrens is 50, de bovengrens 90. De systolische ondergrens is 90, de bovengrens is 160. NIBD alarmen staan Uit. 1. Druk op om het NBP instelscherm weer te geven. 2.
Pagina 144
Alarmen Alarmgrenzen wijzigen Uitgaande van het maternale standaardscherm gaat u als vogt te werk: 1. Druk op om het NBP instelscherm weer te geven. 2. Druk op Signaal om het alarminstelscherm weer te geven. 3. Druk op Signaal totdat de parameter die u wilt wijzigen (systolisch of diastolisch) verschijnt, met de huidige instellingen.
Pagina 145
Problemen oplossen Problemen oplossen Deze sectie beschrijft waarschuwingsmeldingen, mogelijke problemen tijdens het meten en beperkingen bij het meten van niet-invasieve bloeddruk. Waarschuwingsmeldingen Waarschu- Auditieve Situatie Vereiste actie wingsmelding indicatie Manchet- Controleer of de manchet overdruk druk komt (kan niet door een of andere oorzaak boven 300 worden ingedrukt wordt (mogelijk...
Pagina 146
Problemen oplossen Meetproblemen Situatie Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Manchet wordt niet Monitor staat in service-gebruik. Zet de monitor uit en weer aan. opgepompt. Technisch defect. Waarschuw de technische dienst. Manchetslang niet aangesloten. Sluit de slang aan. Hoge of lage waarden Weeën.
Pagina 147
Philips geleverde accessoires en verbruiksartikelen. Niet door Philips geleverde accessoires en verbruiksartikelen kunnen de goede werking van de apparatuur verminderen. Philips neemt geen verantwoor- ding op zich voor slecht functioneren van niet door Philips geleverde accessoires en verbruiksartikelen. Hoofdstuk 15 - Niet-invasieve bloeddruk bewaking...
Pagina 148
Problemen oplossen Hoofdstuk 15 - Niet-invasieve bloeddruk bewaking...
Pagina 149
Maternaal ECG, hart- en polsfrequentie Inleiding U kunt maternaal ECG bewaken, de curve op het scherm bekijken en afdrukken. Daarnaast kunt u alarmen instellen voor hart- en polsfrequentie. Beginnen met bewaken 1. Sluit de transducer aan op de vereiste monitor connector. Zie “Overzicht van invoerkanalen”...
Pagina 150
Beginnen met bewaken De transducer aansluiten Als u de transducer aansluit: 1. Gaat het “---” signaal in de display uit. 2. Gaat de MECG indicator branden. 3. Wordt het bewakingsgebruik (MECG of US1/MECG) afgedrukt op het papier onmiddellijk en dan elke drie tot vier pagina’s. Als een foetale transducer is aangesloten op het Cardio 1/Combi of het Cardio 2 kanaal, kunt u het volume van de hartslag van de moeder wijzigen met de volumeknoppen voor het foetale cardiokanaal.
Pagina 151
Beginnen met bewaken Elektroden aanbrengen Voor een bevredigend maternaal ECG moet u de R naar F 2-draads positie van het standaard 5-draads ECG gebruiken. 1. Plaats de R (RA) elektrode direct onder het sleutelbeen naast de rechter schouder. 2. Plaats de F (LL) elektrode linksonder op het abdomen. Als u geen behoefte hebt aan de MECG curve kunt u de elektroden ook volgens het hieronder staande diagram plaatsen, dit is comfortabeler voor de patiënt.
Pagina 152
Beginnen met bewaken Met de MECG transducer M1359A 1. Sluit elke draad op een elektrode en op de transducer aan. 2. Trek het beschermpapier van de elektroden af en plak ze op de patiënt. 3. Schuif de transducer onder de band of klip de kabel aan het beddegoed vast of aan de kleding van de patiënt.
Pagina 153
Beginnen met bewaken Met een patiëntmodule (M1364A of M1365A) 1. Sluit elke draad van de MECG adapter kabel aan op een pre-gelled elektrode (4). M1363A 2. Trek beschermpapier van de elektroden af en plak ze op de patiënt. M1365A M1364A 3.
Pagina 154
De MECG curve weergeven De MECG curve weergeven Zo geeft u de MECG-curve weer in het maternale display: 1. Druk op . Het MECG alarm/curve instelscherm verschijnt. 2. Druk op . De MECG-curve weergave verschijnt. De waarden boven de curve hebben de volgende betekenis (van links naar rechts): 1.
Pagina 155
De MECG curve weergeven Snelheid van de curve wijzigen U kunt de snelheid van de curven op het scherm verhogen of verlagen. Met de toets schakelt u tussen hoge en lage curvesnelheid. De curve bevriezen en afdrukken Continue De curve bevriezen Als u de curve nader wilt bekijken, kunt u de beweging op het scherm tijdelijk vastzetten.
Pagina 156
Alarm (MECG en SpO Als de MECG transducer aangesloten is, ziet u het ECG symbool rechts naast de hartfrequentie op de maternale weergave. Wanneer MECG en SpO beide worden bewaakt, wordt de waarde van de hartfrequentie uit MECG gebruikt omdat deze nauwkeuriger is dan de waarde van de polsfrequentie.
Pagina 157
Alarm (MECG en SpO Alarmering Aan- en Uitschakelen 1. Druk op Als de maternale hartfrequentie wordt afgeleid uit SpO metingen, verschijnt direct het alarm instelscherm. Op alle schermen ziet u het woord POLS. Als de maternale hartfrequentie wordt afgeleid uit MECG, verschijnt er eerst nog een ander scherm (zoals hierboven afgebeeld).
Pagina 158
Alarm (MECG en SpO Alarmgrenzen wijzigen Zo wijzigt u vanuit het maternale standaardscherm de MHF alarmgrenzen: 1. Druk op om naar het alarm instelscherm te gaan. Als de hartfrequentie wordt afgeleid uit MECG, toont de monitor eerst het Alarm/Curve keuzescherm en moet u nogmaals op drukken om in het alarm instelscherm te komen.
Pagina 159
Problemen oplossen Problemen oplossen In deze sectie worden problemen besproken die zich kunnen voordoen bij het meten van maternaal ECG. Situatie Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Monitor toont NOP. Elektroden defect. Controleer elektroden en vervang ze indien Slecht elektrisch nodig. contact. Controleer positie van de elektroden.
Pagina 160
Problemen oplossen Hoofdstuk 16 - Maternaal ECG, hart- en polsfrequentie...
Pagina 161
Maternale puls-oximetrie (SpO Inleiding Maternale pulsoximetrie (SpO ) is bedoeld voor volwassen patiënten. Als u een puls-oxymetrie (SpO ) transducer op de monitor aansluit, kunt u de functionele arteriële zuurstofsaturatie (SpO ) van het bloed van de moeder meten, dat is het percentage oxihemoglobine in relatie tot de som van oxihemoglobine en de-oxihemoglobine.
Pagina 162
Direct beginnen met bewaken 4. Sluit de transducer aan op de monitor. Gebruik daarbij zo nodig een adapterkabel. De monitor geeft SpO waarden weer zodra de sensor pulsatie bij de patiënt waarneemt. 5. Controleer of de lichtbron en de fotodetector wel direct tegenover elkaar liggen.
Pagina 163
Alarm (SpO Alarm (SpO U hoort het maternale SpO alarm als de SpO waarde onder de ingestelde alarmgrens komt, dit stopt vanzelf zodra de waarde weer terugkeert binnen de grenzen voordat u op de herstelknop drukt. Verdere details vindt u onder “Alarmen - overzicht” op pagina 116. Alarmen in- en uitschakelen 1.
Pagina 164
Alarm (polsfrequentie) Alarm (polsfrequentie) Raadpleeg “Alarm (MECG en SpO )” op pagina 140 over het instellen van het polsfrequentie alarm. alarmering testen Stap 1. Schakel de monitor aan. Stap 2. Breng de SpO transducer bij de patiënt aan. Stap 3. Schakel het maternale SpO2 alarm in (zie “Alarmen in- en uitschakelen”...
Pagina 165
Problemen oplossen Waarschuwingsmeldingen Waarschuwings- Parameter Auditieve Mogelijke oorzaak Actie melding weergave indicatie None. Transducer of Sluit transducer of adapterkabel is los. kabel aan. NOP. Pulsatie te zwak of geen Controleer pols van geen puls merkbare pulsatie. de patiënt. Verplaats (als alarm Transducer onjuist de transducer.
Pagina 166
Problemen oplossen Beperkingen Zoals bij elke meettechniek, bestaan ook hier omstandigheden waaronder nauwkeurige puls-oxymetriewaarden niet mogelijk zijn. • Als de NIBD-manchet op dezelfde arm is aangebracht als de SpO transducer, is meting tijdens het oppompen niet mogelijk. Dit kan leiden tot de melding “geen pols”. Als SpO waarden onacceptabel zijn, breng de vingertransducer en de manchet dan op verschillende armen aan.
Pagina 167
Onderhoud en fuctionaliteitscontrole Preventief onderhoud Wanneer er nationale richtlijnen van kracht zijn voor de kwalificatie van het testpersoneel en geschikte meet- en testfaciliteiten, dienen deze in acht te worden genomen. U dient de volgende controles jaarlijks uit te voeren, zodat u zeker weet dat de monitor en de accessoires in orde zijn.
Pagina 168
Kalibratie en elektrische veiligheid Routine inspectie Elke 12 maanden moet u een serie preventieve onderhoudstaken en functioneringstests uitvoeren. Hierdoor weet u zeker dat de monitor optimaal blijft functioneren en reduceert u de kans op storingen. De tabel hieronder bevat een overzicht van de verschillende taken, de volgorde waarin deze moeten worden uitgevoerd en de geschatte tijd die de taken in beslag nemen: Taken en testen...
Pagina 169
Opruimen van de monitor Opruimen van de monitor Waarschuwing Om besmetting van personeel, de omgeving of andere apparatuur te voorkomen moet u de monitor desinfecteren en ontsmetten alvorens deze weg te doen. Voer de monitor als afval af in overeenstemming met de geldende wettelijke bepalingen voor apparatuur die elektrische en elektronische onderdelen bevat.
Pagina 170
Voor veel supplies en accessoires gelden aparte instructies. Raadpleeg die voor complete informatie over reiniging en onderhoud. Houd u bij het reinigen altijd aan de richtlijnen van de fabrikant. Schade veroorzaakt door reinigingsmiddelen die niet door Philips zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie. Pas op Controleer na het reinigen, desinfecteren en steriliseren de monitor en de accessoires zorgvuldig.
Pagina 171
Zorg voor het foetale bewakingssysteem Transducers en patiëntmodules De informatie geldt voor de volgende transducers en patiëntmodules: • Gecombineerde FSpO /ECG patiëntmodule (M1365A) • ECG patiëntmodule (M1364A) • Ultrasound transducer (M1356A) • DECG kabel (M1357A) • US/MECG Combi transducer (M1358A) •...
Pagina 172
Reiniging Adapter kabels Reinig de kabels met een pluisvrije doek die bevochtigd is met warm water (maximaal 40 C) en zeep, een verdund niet-bijtend schoonmaakmiddel of één van de goedgekeurde schoonmaakmiddelen uit de lijst hieronder. Dompel de kabels nooit onder en zorg dat er geen schoonmaakmiddel op de kabel achterblijft.
Pagina 173
Verwijder het reinigingsmiddel van het oppervlak van de apparatuur met behulp van een vochtige doek. Waarschuwing Philips garandeert niet dat de vermelde chemicaliën en methoden effectief zijn als middel ter infectiebestrijding. Raadpleeg de ziekenhuismedewerker die belast is met infectiebestrijding of de epidemioloog voor informatie over infectiebestrijding.
Pagina 174
Desinfecteren Desinfecteren Hanteer de ziekenhuisvoorschriften voor het desinfecteren van de foetale bewakingsapparatuur. Als de apparatuur te vaak wordt gedesinfecteerd, kan deze op de lange duur beschadigd raken. Leef alle lokale wetten na die het gebruik van desinfectiemiddelen regelen. Dompel nooit enig deel van het bewakingssysteem onder in vloeistof.
Pagina 175
Steriliseren Pas op Neem ter voorkoming van beschadiging van het product bij het desinfecteren de volgende algemene voorzorgsmaatregelen in acht, tenzij de richtlijnen bij een specifiek product anders vermelden. ® ® ® Gebruik GEEN Povodine , Sagrotan , Mucovit of sterke oplosmiddelen.
Pagina 176
Steriliseren Adapter kabels M1362A, M1363A Alleen ECG adapterkabels M1362A en M1363A kunnen gesteriliseerd worden. Dit kan in een autoclaaf of via gassterilisatie. Hanteer uw interne voorschriften voor het steriliseren van de kabels. Als ze te vaak worden gesteriliseerd, kan op de lange duur beschadiging optredeen. Reinig kabels voordat u gaat steriliseren.
Pagina 177
Banden Banden Verontreinigde bevestigingsbanden kunnen worden schoongemaakt in een oplossing van water en zeep, op een temperatuur van maximaal Duurzame SpO transducers Raadpleeg de instructies die bij de transducer worden geleverd. Niet-invasieve bloeddrukmanchet Raadpleeg de instructies die bij de manchet worden geleverd. Registratiepapier bewaren Registratiepapier is niet geschikt voor langdurige archivering.
Pagina 178
Registratiepapier bewaren • Vermijd bewaren van thermisch papier in combinatie met: – Papieren die organische oplosmiddelen bevatten. Zoals papier met tributyl en/of dibutyl fosfaten, b.v. kringloop papier. – Carbon papier en koolstofvrij kopieerpapier. – Producten die polyvinyl chloride of andere vinyl chlorides, b.v.
Pagina 179
(“xxx” is het nummer van de foutmelding.) – Zet de monitor uit en weer aan. Als de fout weer optreedt, kunt u proberen deze op te lossen. Neem contact op met een Philips Servicetechnicus of het Response Center als de fout niet verdwijnt. •...
Pagina 180
Snelle test Snelle test De snelle test duurt ongeveer 15 seconden en test de basale elektronica van de monitor. Zo voert u deze test uit: 1. Verwijder alle apparatuur die op de ingangen is aangesloten. Als een telemetrie-ontvanger aan staat, zet u deze uit of koppelt u deze en alle andere externe apparaten los van de monitor.
Pagina 181
• (“xxx” is het nummer van de foutmelding.) Zet de monitor uit en weer aan om het afdrukken van de foutmelding te beeindigen. Neem contact op met een Philips Servicetechnicus of het Response Center als de fout weer optreedt. Parametertest De parametertest controleert het signaalpad naar en van de ingangen, maar niet de transducers of de patiëntmodules zelf.
Pagina 182
Zet de monitor uit en weer aan om het afdrukken van de fout te stoppen.Transducers testen Als een van de volgende testen faalt, herhaal de test dan met een andere transducer. Neem als dat niet helpt contact op met een Philips Service technicus of het Response Center. Toco Om een toco transducer te testen: 1.
Pagina 183
Parametertest 3. Druk voorzichtig op de pick-up knop. 4. Controleer of de verandering in druk op het display en op papier wordt weergegeven. Hoofdstuk 18 - Onderhoud en fuctionaliteitscontrole...
Pagina 184
Parametertest Ultrasound Om een ultrasound transducer te testen: 1. Zet de monitor en de recorder aan. 2. Sluit de transducer aan op de Cardio1/Combi ingang. 3. Draai het luidsprekervolume op tot een hoorbaar niveau. 4. Houd de transducer in één hand en beweeg uw andere hand enige malen in de richting van de transducer en er dan weer vanaf.
Pagina 185
Parametertest ECG: M1364A/M1365A Patiëntmodule Voer de volgende procedure uit om de werking van de M1364A/ M1365A patiëntmodule met de M1362B (DECG) of M1363A (MECG) adapterkabel te testen: 1. Steek de M1364A/M1365A patiëntmodule in de Cardio 1/ Combiconnector van de monitor zoder dat de adapterkabel M1362B of M1363A is aangesloten.
Pagina 186
Parametertest Als de testresultaten niet met bovenstaande overeenstemmen, herhaal de test dan met een andere M1363A MECG adapterkabel en/of M1364A/ M1365A patiëntmodule. Verdere details voor het testen van MECG staan in de Service Guide. De werking van de M1365A patiëntmodule met de foetale SpO sensor, Testen met foetale SpO...
Pagina 187
Batterijen vervangen Batterijen vervangen De interne klok van de monitor loopt op twee batterijen. Deze bevinden zich onder een paneeltje aan de achterzijde. De gemiddelde levensduur van deze batterijen is één jaar. Daarom verdient het aanbeveling de batterijen tijdens de jaarlijkse preventieve onderhoudsbeurt te vervangen. Als de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt de melding en wordt afgedrukt op het registratiepapier.
Pagina 188
Zekeringen vervangen Zo vervangt u de zekeringen: 1. Zet de monitor uit en koppel hem los van de netspanning. 2. Open het paneeltje van de zekeringhouder met een platte schroevendraaier 3. Til de zekeringhouder iets omhoog en trek hem eruitt. 4.
Pagina 189
Alarmering testen Alarmering testen In het algemeen kunt u het functioneren van de visuele en auditieve alarmering als volgt controleren: 1. Zet de alarmering aan. 2. Stel de alarmgrenzen in. 3. Meet of simuleer een parameter buiten de ingestelde grens of verlies van signaal.
Pagina 190
Alarmering testen Hoofdstuk 18 - Onderhoud en fuctionaliteitscontrole...
Pagina 191
Problemen oplossen Inleiding Algemene problemen die tijdens het bewaken kunnen optreden worden in de relevante hoofdstukken van dit boek behandeld. Verdere details staan in de Installation and Service Guide van uw monitor. Hoofdstuk 19 - Problemen oplossen...
Pagina 192
Foutmeldingen Foutmeldingen Fout Display Oorzaak Oplossing Err 1 Cardio 1 Verkeerde transducer in Cardio Sluit de juiste transducer aan. 1/Combi ingang. Err 1 Cardio 2 Verkeerde transducer in Cardio 2 Sluit de juiste transducer aan. ingang. Err 2 Toco Verkeerde transducer in Toco Sluit de juiste transducer aan.
Pagina 193
Laad papier voor 30-240 spm of wijzig de papierformaat geladen. instelling op de monitor (ie de Installatie en service handleiding). xxx is een waarde Neem contact op met een Philips Service technicus of het Err xxx tussen 500 en 600. Response Center. Geeft aan dat een...
Pagina 194
Foutmeldingen Hoofdstuk 19 - Problemen oplossen...
Pagina 195
Niet alle items zijn overal leverbaar. Dit overzicht is daarom geen productcatalogus. Gebruik geen accessoires zoals papier of ultrasound gel die niet door Philips zijn goedgekeurd. Hiermee kunt u de apparatuur beschadigen. Dit type schade wordt niet gedekt door de garantie.
Pagina 196
• 1 x M1599B NIBD slang van monitor naar manchet (3,0m) • 1 x M1191A duurzame SpO vingertransducer volwassenen • 1 x M1940A adapterkabel voor Philips SpO transducers. Documentatie • Wegwijzer • Pocket Guide to Fetal Monitoring (alleen bij leveringen in de Engelse taal) •...
Pagina 197
Maternale parameter interface voor externe patiënt monitor. Gebruik dit alleen als uw monitor geen ingebouwde maternale parameters heeft. De volgende externe apparaten kunnen worden aangesloten: – M1165A/1166A/1175A/1176A Philips CMS. – 78352C/78354C Compact Configureerbare Monitors. – Dinamap 1846 en 8100 NIBP Monitors. Een model 8801 adapter is vereist van Critikon om de Dinamap 8100 te kunnen aansluiten.
Pagina 198
Papier Papier Gebruik uitsluitend de volgende soorten papier: Bestel- Raster Vette 3cm Landen nummer schaal kleur schaal lijnen M1910A USA/Canada 30-240 Oranje M1911A Europe/Japan 50-210 Groen M1913A Japan 50-120 Groen M1913J Japan 50-210 Groen 1. Normale bradycardie en tachycardie alarm bereiken zijn geel; meer ernstige bradycardie en tachycardie bereiken zijn rood.
Pagina 199
Transducers en patiëntmodules Transducers en patiëntmodules Alle transducers zijn apart verkrijgbaar. M1355A Toco transducer M1356A Ultrasound transducer M1358A US/MECG combi transducer voor ultrasound of MECG bewaking M1359A MECG transducer M1365A FSpO /ECG gecombineerde patiëntmodule M1364A ECG alleen patiëntmodule MECG elektrodes en kabels M1363A duurzame MECG adapterkabel voor M1364A of M1365A patiëntmodule.
Pagina 200
DECG kabels DECG kabels M1362A Duurzame DECG adapterkabel voor M1364A of M1365A patiëntmodule, voor open-draads systeem. M1362B Duurzame DECG adapterkabel voor M1364A or M1365A patiëntmodule voor schedel elektrodes met een connector. M1349A Pad elektrode om M1362B te fixeren Disposable schedel elektrodes 15133D Aleen in Europa leverbaar •...
Pagina 201
Foetale zuurstof sensor Foetale zuurstof sensor Nellcor FS14 Moet rectstreeks bij de locale Tyco vertegenwoordiger besteld worden. IUP transducers CPJ840J5 IUP druk transducer, geleverd met transducer houder CPJ84046. Gebruik deze met steriele disposable domes CPJ84022. IUP catheters M1333A Disposable intra-uterine sensor-tip drukcatheter (5 mV/V/mmHg ± 2% tolerantie).
Pagina 202
Domes Domes CPJ84022 Steriele, disposable dome voor gebruik met IUP transducer CPJ840J5. • Geleverd in pakjes van 50. • Houdbaarheid: maximaal 18 maanden. IUP Transducer houder CPJ84046 IUP Transducer houder • Voor gebruik met IUP druktransducer CPJ840J5. • Geleverd in pakjes van 4. Maternale accessoires NIBD accessoires Comfortabele duurzame en disposable manchetten voor volwassenen...
Pagina 203
Maternale accessoires Duurzame manchetten pakket Manchetten pakket Bestelnr. Volwassenen, klein, middel, groot, dij M1578A Zachte enkelvoudig te gebruiken manchetten voor volwassenen Disposable Patiënt Ballon voor omtrek manchet Slang categorie breedte Bestelnr. Volw. (dij) 45-56,5 cm 21,0 cm M4579A M1598B (1,5 m) of Volw.
Pagina 205
Banden en knopen Banden en knopen Duurzame transducer buikband (M1562A) • Op maat gesneden • Breedte: 50 mm • Lengte: 1,3 m • Geleverd in pakjes van 5. Disposable abdominale transducer band: M2208A - geel • Breedte: 60 mm. • Lengte: 1,3 m.
Pagina 206
Banden en knopen Hoofdstuk 20 - Accessoires...
Pagina 207
Specificaties Inleiding Dit hoofdstuk verschaft de informatie van de fabrikant aangaande de specificaties van de monitor. Patiënt veiligheid Resulterende Input isolatie met Parameter connector transducer of patiënten module IUP, TOCO, NIBP, SpO2 US (M1356A) DECG (M1357A) MECG (M1359A) DECG of MECG via M1364A FSpO2 en ofwel MECG of DECG via M1365A Marker voorval elders (15249A)
Pagina 208
Gebruiks- en omgevingsspecificaties Gebruiks- en omgevingsspecificaties Voeding Netspanning 100 - 120 V (± 10%) 220 - 240 V (±10%) Netfrequentie 50 tot 60 Hz Stroomverbruik maximaal 60 VA Omgeving Gebruiks- 0 °C tot + 55 °C temperatuur Opslag- -40 °C tot +75 °C temperatuur Relatieve vochtigheid 5% tot 95%°...
Pagina 209
Foetaal display Foetaal display Foetaal display specificaties Hartfrequentie bereik 50 tot 240 spm DECG 30 tot 240 spm 30 tot 240 spm (niet weergegeven) 0 tot +127 relatieve Externe toco bereik eenheden IUP bereik -99 tot +127 mmHg 0 - 99% Foetale SpO bereik Foetale hartfrequentie...
Pagina 210
Maternale niet-invasieve bloeddruk Maternale niet-invasieve bloeddruk Voldoet aan IEC 60601-2-30:1999/EN60601-2-30:2000 Maternale Niet-Invasieve BloedDrukmeting specificaties Nauwkeurigheid druktransducers 15 °C tot 25 °C ±3 mmHg 10 °C tot 35 °C ±3 mmHg (±0,6% van getal) 0 °C tot 55 °C ±3 mmHg (±1,7% van getal) Systolisch 30 tot 270 mmHg...
Pagina 211
Nauwkeurigheid Resolutie 1 spm Alarmgrenzen Bereik 70% - 96% polsfrequentie Aanpassing 1% stappen Nauwkeurigheid bij Philips duurzame M1191A, M1191T, 70 tot 100% ± 2,5% standaard deviatie van 1 transducers: M1192A, M1192T M1194A 70 tot 100% ± 4% Wegwerp- Philips: transducers: M1904B, M1903B ®...
Pagina 212
Bijwerken weergave 1. Raadpleeg de publicatie over de Nellcor OxiFirst Oxygen Saturation Monitor (N-400): Technical Issues (Application Note 5990-0505EN) voor een gedetailleerd overzicht van de meting. Herdruk via Philips van Nellcor’s Perinatal Reference Note 1. Hoofdstuk 21 - Specificaties...
Pagina 213
Maternaal ECG en hartfrequentie Maternaal ECG en hartfrequentie Maternaal ECG en hartfrequentie specificaties Meting Bereik 30 to 240 spm hartfrequentie Nauwkeurigheid ±1 spm Resolutie Recorder: 0,25 spm Display: 1 spm Bereik 30 tot 250 spm Alarmgrenzen hartfrequentie Instelbaarheid 5 spm stapjes (exclusief NIBD) Maternaal display gedeelte Numeriek display...
Pagina 214
Modus weergave Modus weergave Weergave van soort gebruik bij MECG en telemetrie (Telemetrie modus zal weergegeven worden als een M1310A Foetale Telemetrie Systeem is aangesloten en aangezet is.) Twee signaalkwaliteit indicatoren (alleen cardio kanalen): groen, geel en rood geven signaalkwaliteit aan. Acceptatielampje knippert bij geldige meting van hartfrequentie (alleen M1350B).
Pagina 215
Recorder Recorder Recorder mechanisme: 5-kanaals, hoge resolutie (8 dots per mm) thermische array recorder, detectie van papiervoorraad. Papiersnelheden: 1, 2 en 3cm/min. Notities: tijd en datum (automatisch genoteerd elke 10 minuten), papierdetectie gebruik (genoteerd bij elke verandering van parameter). Papierdoorvoersnelheid: 24cm/min. Stopt automatisch bij perforatie. FHF (Cardio) schalen Uterine activiteit (toco) Schaal A...
Pagina 216
Standaard systeem configuratie Standaard systeem configuratie Configuratie informatie Menu Beschrijving Keuzemogelijkheden Standaard item Tijd instelling 0 = AM/PM Land afhankelijk 1 = 24:00 Datum formaat 0 = US Land afhankelijk 1 = Europees IUP formaat 0 = mmHg 1 = kPa Papier formaat 0 = 30-240 spm Land afhankelijk...
Pagina 217
Standaard systeem configuratie Configuratie informatie Menu Beschrijving Keuzemogelijkheden Standaard item NST-timer/papier-op- 0 .. 5 alarm (NST-timer AAN; auto rec.uit uitgeschakeld; Papier-op-alarm AAN) Seriële poort selectie 0 = seriële poort op het System Interface board (RS422) staat op actief 1 = seriële poort op het Telemetry board (RS232) staat op actief Analoge FMP...
Pagina 218
Devices Directive (93/42/EEC) aangaande medische apparatuur. Dit product is geclassificeerd als Klasse IIb in overeenstemming met Annex IX van de Medical Devices Directive (93/42/EEC). Gefabriceerd door: Philips Medizinsysteme Böblingen GmbH Hewlett-Packard Str. 2, Böblingen, Duitsland Product naam: Foetale Monitor Serie 50 XM en 50 XMO...
Pagina 219
Veiligheid Algemene veiligheidsinformatie De monitor is ontwikkeld om te voldoen aan de veiligheidsvereisten overeenkomstig IEC 60601-1/EN 60601-1, de nationale afgeleiden, zoals UL 2601-1 en CSA-C22.2 No 601.1-M90, bijbehorenden standaarden zo\ls de systeemstandaard IEC/EN 60601-1-1 en van toepassing zijnde andere referentie standaarden. De systeemsoftware maakt gebruik van data integriteitscontrole (b.v.
Pagina 220
Algemene veiligheidsinformatie Inputconnector voor marker van voorvallen elders. Equipotentiaal aansluiting Dit symbool staat bij aansluitingen die ervoor bedoeld zijn verschillende apparaten met elkaar te verbinden zodat ze op eenzelfde potentiaalniveau staan. Dit hoeft niet noodzakelijk de aarding te zijn. De waarde t.o.v. aarde kan er bij aangegeven staan. Veiligheidsaardingsaansluiting Dit symbool staat bij de aansluiting voor een extra kabel naar de aarding van de ruimte.
Pagina 221
Maximum Input/Output voltages Maximum Input/Output voltages De figuur hieronder geeft een overzicht van de diverse connectoren: 1. Netsnoeringang. 2. Spanningsvereffeningsaarding. Als de monitor met andere apparatuur gebruikt wordt in een OK omgeving, dient u ervoor te zorgen dat de spanningsvereffeningsaardingsaansluiting (2) verbonden is met aarde.
Pagina 222
Service-aansluiting voor upgrade-doeleinden 6. Aansluiting voor een van de volgende systemen: – 80225A of 80235A/B Obstetrie Informatie Management Systeem (OBMS). – M1370A Display Informatie Systeem (ODIS). – ±12V behalve voor pin 17, 18 en 22 waarbij de ingangsspanning +5V bedraagt 7.
Pagina 223
Veiligheidsaarding Veiligheidsaarding Ter beveiliging van de patiënt en het ziekenhuispersoneel dient de behuizing van de monitor te worden geaard. Hiertoe is de monitor voorzien van een 3-aderig netsnoer dat het apparaat via het net aardt als dit wordt aangesloten op een correct geaard stopcontact. Gebruik nooit een 2-aderig netsnoer bij dit apparaat.
Pagina 224
Omgeving Omgeving De omgeving waarin de monitor wordt gebruikt dient redelijk vrij te zijn van vibratie, stof, corrosieve of explosieve gassen, ontvlambare stoffen, extreme temperaturen, vochtigheid en dergelijke. De monitor werkt bij een omgevings-temperatuur tussen 0 en 55 C. Temperaturen die buiten deze grenzen vallen kunnen de nauwkeurigheid van het apparaat beïnvloeden en schade veroorzaken aan onderdelen en schakelingen.
Pagina 225
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Neem speciale voorzorgen in verband met elektromagnetische compatibiliteit (EMC) als u medische elektrische apparatuur gebruikt. U moet uw bewakingsapparatuur bedienen in overeenstemming met de EMC-informatie die in dit boek en in de servicehandleiding is gegeven. Pas op Gebruik van andere dan de gespecificeerde accessoires, transducers en kabels kan leiden tot verhoogde elektromagnetische emissies of verlaagde elektromagnetische immuniteit van het apparaat.
Pagina 226
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) EMC testprocedures Pas op Foetale parameters, speciaal ultrageluid en ECG, zijn gevoelige metingen waarbij kleine signalen betrokken zijn. De bewakingsapparatuur bevat heel gevoelige hoogrendement front-end versterkers. De immuniteitsniveaus voor uitgezonden elektromagnetische RF-velden en door de RF-velden geïnduceerde geleide storingen zijn onderworpen aan technologische beperkingen.
Pagina 227
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Uitgevoerde RF-immuniteitstest EN/IEC 61000-4-6 Frequentiebereik IEC 60601-1-2 Ergste geval Bekende bronnen van (waar het Testniveau immuniteitsnivea elektromagnetische interferentie immuniteitsniveau bij van 150 kHz u binnen binnen het frequentiebereik bepaalde frequenties tot 80 MHz frequentiebereik onder het IEC 60601- 1-2 testniveau ligt) 3,0 V 0,5 MHz - 1,6 MHz...
Pagina 228
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Systeem kenmerken De bovenvermelde verschijnselen zijn niet uniek voor de monitor. Ze zijn kenmerkend voor de huidige generatie patiëntmonitoren. De verschijnselen treden op doordat zeer gevoelige versterkers gebruikt worden om de fysiologische signalen weer te geven. de vele reeds klinisch gebruikte vergelijkbare monitoren vormt interferentie uit elektromagnetische bronnen zelden een probleem.
Pagina 229
Voor meer informatie over bescherming van apparatuur tegen ESD, verwijzen we u naar het gekwalificeerd personeel van uw biomedische afdeling of van Philips. Hoofdstuk 22 - Veiligheid...
Pagina 230
ESU, MRI en defibrilleren ESU, MRI en defibrilleren Waarschuwing Verwijder alle transducers, patiëntmodules, sensoren en accessoires voordat elektrochirurgie, defibrillatie, MRI zal worden toegepast. Stroom met hoge frequenties kan door de apparatuur vloeien en de huid van de patiënt verbranden. De apparatuur is niet uitgetest met defibrillatoren. Lekstroom Lekstromen kunnen gevaarlijk zijn voor de patiënt.
Pagina 231
Trainings evaluatie M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest Competentie statement De leerling zal in staat zijn de basis bewakingsfuncties uit te voeren. Leerdoelen De volgende doelstellingen verschaffen bewijs over het minimaal te bereiken doel t.a.v. bovenstaand competentie niveau. De leerling zal in staat moeten zijn om: 1.
Pagina 232
M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest Maternale parameters 17. De pulsbron voor de maternale hartfrequentie te herkennen. 18. De maternale ECG curve te laten zien. 19. Een maternale SpO meting uit te voeren. 20. De NIBD instelschermen te laten zien en een meting te doen. 21.
Pagina 233
M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest Foetale monitor Lab evaluatie 1. Benoem elk van de volgende onderdelen en geef de functie aan: A. ___________________ Functie: ___________________________ B. ___________________ Functie: ___________________________ C. ___________________ Functie: ___________________________ D. ___________________ Functie: ___________________________ E. ___________________ Functie: ___________________________ F.
Pagina 234
M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest 2. Benoem elk van de volgende items: A. _________________________ B. ______________________ C. _________________________ D. _____________________ 3. Laad papier in de recorder. 4. a. Voer een “snelle test” op de monitor uit. b. Wat staat er in het Cardio 1/ Combi, Cardio 2 en Toco venster? __________________________________________ c.
Pagina 235
M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest 6. a. Hoe controleert u de US en Toco transducers om er zeker van te zijn dat ze naar behoren werken?______________________________________ _________________________________________________________ b. Geef twee mogelijke oorzaken van schade aan de transducer in klinische zin ______________________________________________________ 7.
Pagina 236
M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest 14. a. Als het systeem detecteert dat ultrasound transducers dezelfde hartactie oppikken (kruiscorrelatie verificatie), welk symbool wordt dan op de registratie afgedrukt? ___________________________________ b. Wat moet u doen als kruiscorrelatie gedetecteerd is? ________________________________________________ c. U dient periodiek moeders pols te vergelijken met het signaal dat door de monitor van de foetale hartslag komt om er zeker van te zijn dat u foetale hartfrequentie registreert.
Pagina 237
M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest Maternale Parameters 20. a. Beschrijf hoe u zorgt dat de juiste NIBD manchet correct bij de patiënt geplaatst wordt. _____________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ b. Zorg dat de bloeddrukmeting elke 15 minuten plaatsvindt. c. Een gemiddelde voor de maternale pols wordt tijdens bloeddrukmeting allen verkregen als _____ _____________________________________ en wordt aangegeven met het symbool _______________ naast het getal.
Pagina 238
M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest Foetale SpO 25. Beschrijf de volgende elementen van het foetale SpO display. A. _______________ ________________ B. ________________ ________________ C. _______________ ________________ D. _______________ ________________ 26. De FSpO alarmen kunnen afgaan als: (kies al wat geldt) A.
Pagina 239
M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest Antwoorden 1. A. Toco of IUP getal - toont de waarde van de uterine drukmeting. B. Functie knop - geeft toegang tot andere functies zoals LOGICA en FBO. C. Signaalkwaliteitindicator - toont signaalkwaliteit van de US transducer. D.
Pagina 240
M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest DECG in de Cardio 1/Combi connector - 200 in display en op papier Toco in de toco connector - afwisselend de waarden 10 en 60 in display en op papier MECG in de Cardio 1/Combi connector - 190 in display; 190 en 120 op papier.
Pagina 241
M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest 12. a. Het doel van de aritmie logica is om registratie artefact te voorkomen. Indien ingeschakeld voorkomt het dat hartfrequentievariaties die van slag op slag meer dan 28 spm bedragen niet worden geregistreerd en pas weer verder gaat als de variatie minder is.
Pagina 242
M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest b. De juiste keuzes zijm: A,C. (vraag 19 alleen voor monitors die buiten de U.S.A. gekocht zijn) 19. a. Met de US of DECG transducer aangesloten op de monitor, de Functie knop herhaaldelijk indrukken totdat ‘AL’ in display verschijnt. Met de [ -- ] of [ + ] knop de foetale alarmering Aanzetten, dit wordt aangegeven door het groene lampje.
Pagina 243
M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest 24. a. Plaats de sensor met het rode licht op het nagelbed. Sluit de kabel aan op de SpO connector. De waarde zal weergegeven worden. b. Een icon van een pleth curve. c. Vijf minuten; 2,5 minuut. d.