Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Contrast En Helderheid; Beelden Roteren - Philips Zenition 50 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Bediening
5.17.2

Contrast en helderheid

Contrast en helderheid kunnen worden gewijzigd met behulp van het touchscreen van de C-boog.
1
Tik op de schakelknop Contrast Brightness (Contrast/helderheid) op de werkbalk rechts.
Er wordt een schuifregelaar weergegeven naast de schakelknop Contrast Brightness (Contrast/
helderheid).
Figuur 69 Schuifregelaar Contrast/Helderheid
2
Schuif de regelaar op het touchscreen omhoog om de helderheid en het contrast te verhogen.
Of
OPMERKING
3
Tik op de knop Auto om de automatische helderheid- en contrastfunctie in te schakelen. Met deze
functie wordt een optimale beeldkwaliteit verkregen op basis van de beeldinhoud.
De functie is niet van invloed op de positie van de schuifregelaar voor contrast en helderheid.
De schakelknop Auto wordt weergegeven als actief (gele rand) als deze functie is ingeschakeld. De
knop wordt weergegeven als inactief (geen rand) als Auto is uitgeschakeld.
De nieuwe contrast- en helderheidsinstelling wordt toegepast op alle beelden op de
onderzoeksmonitor. De instelling wordt niet toegepast op een beeld dat reeds is geparkeerd op de
referentiemonitor.
OPMERKING
U kunt het contrast en de helderheid ook aanpassen bij het nabewerken van beelden. Raadpleeg
Contrast en helderheid aanpassen (Pagina 153)
5.17.3

Beelden roteren

Beelden kunnen worden geroteerd tijdens de röntgenacquisitie of als het symbool van laatste beeld
vasthouden wordt weergegeven op de onderzoeksmonitor.
Het is niet mogelijk een beeld te draaien als er een omtrektekening aanwezig is. Als er wordt
geprobeerd het beeld te roteren terwijl er een tekening aanwezig is, wordt het beeld niet gedraaid en
wordt er een waarschuwing weergegeven op de onderzoeksmonitor en het touchscreen van de C-boog.
Zenition 50 Uitgave 1.1 Gebruiksaanwijzing
Sleep de regelaar op het touchscreen omlaag om de helderheid en het contrast te verlagen.
Wijzigingen die worden aangebracht in contrast en helderheid op het
touchscreen van de C-boog, zijn ook van invloed op de weergave op de
onderzoeksmonitor. Het effect van deze wijzigingen kan op de onderzoeksmonitor
sterker zijn vanwege de verschillen in contrast en helderheid tussen de
onderzoeksmonitor en het touchscreen van de C-boog.
Gebruik het touchscreen van de C-boog niet als leidend scherm om de
beeldkwaliteit te beoordelen. Gebruik in plaats daarvan de onderzoeksmonitor
van het mobiele weergavestation.
voor meer informatie.
125
Essentiële beeldfuncties
Philips 3000 063 93991

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave