Onderhoud
Raadpleeg uw documentatie voor de Philips SupportConnect-applicatie voor informatie over het
gebruik van de Field Service-toepassing.
7.3.1
Field Service starten
Om lokaal of extern onderhoud van het systeem mogelijk te maken kunt u een Field Service-sessie te
starten.
Om Field Service te starten moet u zijn aangemeld met het account van een beheerder. Het systeem
moet speciaal worden ingeschakeld voor serviceactiviteiten en mag het niet worden gebruikt voor
normaal bedrijf. Het systeem moet zijn aangesloten op het netwerk.
1
Als u niet bent aangemeld bij het systeem met het account van een beheerder, wisselt u van
gebruiker.
Raadpleeg
2
Open het beheerscherm door op de knop Administration (Beheer) te klikken.
3
Klik op System (Systeem) en selecteer Start Field Service (Field Service starten).
Afhankelijk van het aanmeldings- en beveiligingsconfiguratie, kan er een dialoogvenster worden
weergegeven waarin u moet bevestigen dat u door wilt gaan. Als een bericht wordt weergegeven,
leest u het bericht en voert u de aanbevolen handeling uit.
In een dialoogvenster wordt weergegeven waar u kunt aanmelden bij de Field Service-applicatie.
4
Klik op Cancel (Annuleren) om het dialoogvenster te sluiten zonder een nieuwe Field Service-sessie
te starten.
Het dialoogvenster wordt gesloten en het beheerscherm wordt weergegeven.
5
Ga als volgt te werk om door te gaan met de Field Service-sessie:
a
b
De Philips Support Connect-applicatie wordt gestart en Service Enabled (Service geactiveerd)
wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van de onderzoeksmonitor.
Als u driemaal de verkeerde Administrator name (Naam beheerder) of Administrator password
(Wachtwoord beheerder) invoert, wordt de Field Service-modus uitgeschakeld en moet u het
systeem opnieuw opstarten om deze weer in te schakelen.
7.4 Routinecontroles van programma door gebruiker
De organisatie die verantwoordelijk is voor het systeem moet een programma met door de gebruiker uit
te voeren routinecontroles samenstellen zoals aangegeven in onderstaande tabel.
Gewoonlijk zal de verantwoordelijke organisatie de operators opdracht geven deze controles en
eventuele bijbehorende handelingen uit te voeren. Het is in elk geval de operator van het systeem die
ervoor moet zorgen dat alle controles en handelingen naar behoren worden uitgevoerd voordat het
systeem wordt gebruikt voor het beoogde doel.
De volgende controles zijn visuele en hoorbare controles.
Zenition 50 Uitgave 1.1 Gebruiksaanwijzing
Schakelen tussen gebruikers (Pagina 90)
Voer uw Administrator name (Naam beheerder) en Administrator password (Wachtwoord
beheerder) in.
Klik op Log On (Aanmelden).
Routinecontroles van programma door gebruiker
voor meer informatie.
204
Philips 3000 063 93991