Advertenties
Bediening
veiligheidsniveau in het resulterende systeem. Eventuele patiëntapparatuur die is aangesloten op
het systeem moet voldoen aan de eisen van ANSI/AAMI ES60601-1 en IEC 60601-1. Apparatuur
buiten de patiëntomgeving mag alleen worden aangesloten op het systeem indien deze voldoet aan
de toepasselijke UL/ANSI/AAMI- en EN/IEC-normen.
WAARSCHUWING
Om het risico op elektrische schokken te vermijden mag deze apparatuur alleen worden aangesloten
op een geaarde wandcontactdoos.
LET OP
Zorg ervoor dat de wandcontactdoos is voorzien van een correcte aardverbinding, geschikt voor een
geaard netsnoer. De weerstand in de wandcontactdoos moet voldoen aan de
stroomvoorzieningspecificaties zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing.
Breng wanneer de C-boog en mobiele weergavestation in de gewenste positie staan, de volgende
elektrische aansluitingen tot stand.
1
Sluit de kabel van het mobiele weergavestation aan op de C-boog en draai de sluiting rechtsom
totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Figuur 52 Stekkerpaneel C-boog met kabelaansluitingen
Legenda
1
3
5
2
Sluit het netsnoer van het mobiele weergavestation aan op een geschikte wandcontactdoos.
3
Sluit indien van toepassing het pedaal aan op het stekkerpaneel van de C-boog.
Systeemvergrendeling
Wanneer de systeemvergrendeling is ingesteld op 0, zijn alle röntgenfuncties uitgeschakeld en
verschijnt er een bericht op de C-boogdisplay. De hoogteverstelling is tevens geblokkeerd.
Schakel, alvorens het systeem in te schakelen, de systeemvergrendeling naar de stand 0 om
ongewenste röntgenstraling te voorkomen. Schakel de systeemvergrendeling alleen naar de stand 1
gedurende stralingsprocedures en voor positionering van de hoogteverstelling.
Zenition 50 Uitgave 1.1 Gebruiksaanwijzing
Connector pedaal
Signaallampje energieopslageenheid
Aansluiting voor mobiel weergavestation
2
4
85
Systeem Aan/Uit
Equipotentiale aardconnector
Systeemvergrendeling
Philips 3000 063 93991
Advertenties
