Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
WAARSCHUWING
Het onjuist interpreteren van stilstaande beelden als livebeelden kan leiden tot ernstig letsel bij
de patiënt. Wanneer beelden live zijn, wordt het pictogram voor doorlichting of opname
weergegeven op de onderzoeksmonitor, gaat het indicatielampje voor röntgen AAN branden en
wordt het indicatiepictogram voor röntgen weergegeven op het touchscreen van de C-boog.
Tips
Röntgenalarmtimer
Pulssnelheid
Dosisniveau
Opslag
Ruis en vervagingen
Het laden van de röntgenbuis wordt uitgeschakeld na 10 minuten continu laden. Als u door wilt
gaan met röntgenbelichting, laat u de handschakelaar of het pedaal los en drukt u deze daarna
weer in.
De maximale continue röntgentijd is afhankelijk van het geselecteerde onderzoekstype, de
acquisitiemodus, de pulssnelheid en het dosisniveau. Deze tijd kan variëren van 10 minuten tot 60
seconden tot 30 seconden. De geldende maximale continue röntgentijd wordt vermeld in het
addendum Onderzoeksinstellingen voor de Zenition 50 bij deze gebruiksaanwijzing.
Voor een beter dosisbewustzijn genereert het systeem altijd snel opeenvolgende pieptonen voor
modi waarbij de waarde van 88 mGy/min kan worden overschreden.
Het systeem kan bij de installatie worden geconfigureerd om een enkele pieptoon aan het begin
van de röntgenbelichting te geven, of langzaam herhaalde pieptonen voor modi waarbij de waarde
van 88 mGy/min niet kan worden overschreden.
OPMERKING
Zenition 50 Uitgave 1.1 Gebruiksaanwijzing
Wanneer doorlichting langer dan vijf minuten wordt uitgevoerd, gaat er een zoemer af.
Tik op de knop OK op het touchscreen van de C-boog om de waarschuwing te bevesti-
gen en de zoemer uit te schakelen. Doorlichting kan worden vervolgd.
Als het signaal niet binnen de volgende 5 minuten doorlichting of belichting wordt gere-
set, wordt de röntgenstraling uitgeschakeld.
Als u de pulssnelheid wilt wijzigen, tikt u op de uitvouwpijl bij Fluoroscopy (Fluorosco-
pie) op het touchscreen van de C-boog en selecteert u de gewenste frequentie in de
vervolgkeuzelijst Pulse Rate (Pulssnelheid).
Als u het dosisniveau wilt wijzigen, tikt u op de uitvouwpijl bij Fluoroscopy (Fluorosco-
pie) op het touchscreen van de C-boog en selecteert u het gewenste dosisniveau in de
vervolgkeuzelijst Dose (Dosis).
Als het apparaat daartoe is geconfigureerd bij de installatie, kunt u ook gebruikmaken
van de Mode (Modus)-knop op de afstandsbediening om het dosisniveau te wijzigen.
Als u de opslaginstelling wilt wijzigen, tikt u op de uitvouwpijl bij Fluoroscopy (Fluoro-
scopie) op het touchscreen van de C-boog en selecteert u de gewenste opslaginstelling
in de vervolgkeuzelijst Store (Opslaan).
•
No storage (Geen opslag): er worden geen beelden opgeslagen.
•
LIH: alleen het LIH-beeld wordt opgeslagen.
•
All (Alle): de beelden worden opgeslagen met een opslagfrequentie die gelijk is
aan de pulssnelheid.
•
Opslagfrequentie: bijvoorbeeld
Als u het ruisniveau wilt reduceren, tikt u op de uitvouwpijl bij Fluoroscopy (Fluorosco-
pie) op het touchscreen van de C-boog en tikt u op de knop Reduce Noise (Ruis ver-
minderen).
Als u vervagingen wilt reduceren, tikt u op de uitvouwpijl bij Fluoroscopy (Fluoroscopie)
op het touchscreen van de C-boog en tikt u op de knop Reduce Blur (Onscherpte ver-
minderen).
Als de schakelknop Reduce Blur (Onscherpte verminderen) actief is, wordt er minder
ruisonderdrukking toegepast op het beeld. Als de schakelknop Reduce Noise (Ruis ver-
minderen) actief is, wordt er ruisonderdrukking toegepast op het beeld.
Dit zijn schakelknoppen. Als een van de knoppen actief wordt, wordt of blijft de andere
inactief.
De hogekwaliteitsmodus kan worden ingeschakeld door de dosismodus 'Hoog' op
het touchscreen van de C-boog te selecteren.
115
Doorlichtingsbeelden maken
½
¼
¹
,
of
/
van de geselecteerde pulssnelheid.
8
Philips 3000 063 93991
Advertenties
Inhoudsopgave
