Bediening
Indien nodig kan het logbestand van het systeem worden opgeslagen als hulpmiddel bij
systeemonderzoek, bijvoorbeeld als u problemen hebt waargenomen in het systeem of als u een
specifieke vraag hebt.
1
Selecteer in het menu Systeem van het mobiele weergavestation Logbestand opslaan voor service.
Er verschijnt een pop-upvenster waarin u het logbestand kunt opslaan of annuleren.
2
Klik op Opslaan om het nieuwe logbestand te maken. Dit kan enkele minuten duren.
Het logbestand kan bij onderhoud worden opgehaald, als deel van de Proactieve ondersteuning op
afstand.
5.22 Opties
Sommige functies zijn optioneel en kunnen wellicht niet worden geïnstalleerd op uw systeem.
In deze sectie vindt u informatie over het gebruik van optionele functies.
Installeer alvorens een onderzoek te starten de gewenste opties. Voer indien van toepassing ook de
volgende handelingen uit:
•
Breng de afstandsbediening in positie.
•
Sluit het pedaal aan en breng het in positie.
•
Controleer of er papier/transparantfilm in de printer aanwezig is.
5.22.1
Laserrichtapparaten
WAARSCHUWING
Schakel de laser niet doelloos in en vermijd onnodige blootstelling.
WAARSCHUWING
Het gebruik van regelaars, afstellingen of procedures anders dan gespecificeerd in deze
gebruiksaanwijzing kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Het optionele buis-laserrichtapparaat wordt in- en uitgeschakeld door op de knop Tube Laser
(Buislaser) op het touchscreen van de C-boog te tikken. Als de optie voor het buis-laserrichtapparaat
niet aanwezig is, is de knop Tube Laser (Buislaser) niet zichtbaar.
Er zijn geen afstellingen nodig vóór het onderzoek.
OPMERKING
Buis-laserrichtapparaat (optioneel)
WAARSCHUWING
Laserstraling. U moet niet rechtstreeks kijken met optische instrumenten. Laserproduct van klasse
1M. Wanneer u naar de laseruitvoer kijkt met bepaalde optische instrumenten (bijvoorbeeld loepen,
vergrootglazen en microscopen) binnen een afstand van 100 mm, kan dat risico's voor uw ogen met
zich meebrengen.
WAARSCHUWING
Gebruik de laser niet voor uitlijning op het doel als het midden van het lichtkruis niet overeenkomt
met de centrumindicator van het beeld op de detector. Als dit gebeurt, mag u het systeem pas weer
gebruiken als het probleem is verholpen door een onderhoudstechnicus.
OPMERKING
Zenition 50 Uitgave 1.1 Gebruiksaanwijzing
Voor een maximale nauwkeurigheid van de laserrichtapparaten dient de uitlijning te
worden gecontroleerd volgens de procedure in
gebruiker (Pagina
204).
Als de C-arm is gepositioneerd in een andere positie dan een verticale positie (tank
omlaag), vermindert de uitlijningsnauwkeurigheid van de laser.
Routinecontroles van programma door
177
Opties
Philips 3000 063 93991