• Werk niet met de machine als u zich niet goed voelt.
Dit kan gevaarlijk voor u zijn en voor de mensen in uw
buurt.
• U moet inschatten of het veilig is om onder bepaalde
weersomstandigheden en bij een bepaalde staat van
de weg of de bodem op een heuvel, helling of ruw ter-
rein te werken.
• Blijf uit de buurt van gevaarlijk terrein, zoals greppels
overhangende obstakels, etc. Inspecteer, voordat u
begint met uw werkzaamheden, het terrein waarop u
wilt gaan werken, en controleer of er mogelijk gevaar-
lijke punten zijn.
• Let altijd goed op en wees u er altijd van bewust waar
alle werkkrachten in uw buurt zich precies bevinden.
Houd alle anderen ver uit de buurt van uw machine.
Het niet opvolgen van deze instructies kan letsel of de
dood tot gevolg hebben.
• Ontwikkel vloeiende en gelijkmatige bedieningstech-
nieken en houd de ondergrond waarop de machine
rijdt in goede conditie, om de op de bestuurder over-
gedragen trillingen te beperken.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
2-7