8. Vul naar behoefte koelvloeistof bij tot het koelvloeistof-
niveau reikt tot de markering "Full" (Vol).
OPMERKING: zorg ervoor dat de juiste verhouding water
en antivries/koelvloeistof wordt gebruikt. Vul niet te veel
bij.
9. Draai het kraantje (1) dicht.
10. Start de motor en wacht tot de motor opwarmt tot be-
drijfstemperatuur ( 80 – 90 °C (176 – 194 °F) zodat de
thermostaatklep zich kan openen). Vul het motorkoel-
vloeistofreservoir constant bij om het koelvloeistofni-
veau op de markering voor vol te houden.
11. Breng de dop (4) weer aan. Sluit het linkerpaneel.
12. Laat de machine gedurende ca. 15 minuten werken.
13. Zet de motor uit en wacht tot de motor is afgekoeld
tot een veilig niveau. Controleer het motorkoelvloei-
stofreservoir-niveau Het koelvloeistofniveau moet lig-
gen tussen de markering "Full" (Vol) en "Add" (Bijvul-
len) op het reservoir.
14. Open de motorkap en lokaliseer de Uitlaatgasrecir-
culatiesystemen (EGR) klep (6) in het motorcomparti-
ment, achter de luchtinlaatslang.
Open het kraantje op de EGR klep (6). Wacht tot de
koelvloeistof uit de EGR klep (6) is afgevoerd. Vang
ontsnappende koelvloeistof op en voer deze af con-
form de ter plaatse geldende milieuvoorschriften en
het afvalbeleid.
15. Installeer het kraantje weer op de EGR klep (6).
7 - ONDERHOUD
7-66
7
LEIL15CWL0089AA
8
LEIL15CWL0088AB
9
LEIL17CWL0006BB