Inhoudsopgave
Advertenties
In en uit de machine stappen
• Gebruik de aanbevolen handgrepen en opstaptreden
en houd ten minste op drie punten contact met de ma-
chine tijdens het in- en uitstappen. Het portier moet in
de geopende stand zijn vergrendeld voordat u de hand-
greep op het portier gebruikt. Houd de opstaptreden en
het platform schoon. Blijf tijdens het omhoog en om-
laag klimmen naar de machine gedraaid en gebruik de
handgrepen en opstaptreden, waarbij u op elk moment
op drie punten contact houdt met de machine.
• Spring niet van de machine.
• Verlaat de machine niet terwijl hij in beweging is.
• Vreemd materiaal of vet op de opstaptreden en de
handgrepen kan leiden tot ongevallen. Houd de op-
staptreden en handgrepen schoon.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot starten en stoppen
• Loop, voordat u de machine start, om de machine heen
en waarschuwing iedereen die wellicht onderhoud aan
de machine uitvoert of zich in de aan van de machine
bevindt. Start niet voordat al het personeel zich dui-
delijk op afstand van de machine bevindt. Claxonneer
(als de machine met een claxon is uitgerust) voordat u
start.
• Loop om het werktuig of het verste contactpunt heen
om het gevaarlijke werkgebied te bekijken vanuit het
oogpunt en het perspectief van de werklieden op de
grond.
• Controleer of de parkeerrem is ingeschakeld, zet de
transmissie in de neutraal- of parkeerstand, zoals voor-
geschreven door de fabrikant, en schakel de aftakas,
indien aanwezig, uit voordat u de machine start.
• Stel de stoel af, zet hem vast en vergrendel hem en
maak de veiligheidsgordel vast voordat u de machine
start.
• Start en bedien de machine uitsluitend vanaf de be-
stuurdersplaats.
• Omzeil de startblokkering van de machine niet. De
startblokkering moet worden gerepareerd als zij defect
raakt.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
• Gebruik startkabels alleen op de aanbevolen wijze. Bij
onjuist gebruik kan de accu exploderen of de machine
onverwacht in beweging worden gezet. Ventileer de
omgeving van de accu voordat u startkabels gebruikt.
Zorg ervoor dat het gebruik van startkabels niet leidt tot
storing of beschadiging van elektronische apparatuur
of computers.
• Laat de motor niet draaien in een gesloten ruimte, tenzij
deze voldoende wordt geventileerd.
• Parkeer de machine waar mogelijk op een vlakke on-
dergrond en trek de parkeerrem aan. Blokkeer de wie-
len of rupsband goed wanneer de machine op een hel-
ling wordt geparkeerd.
• Voordat u de bestuurdersplaats verlaat, laat u de bak/
het werktuig neer op de grond en zet u de motor uit.
• Verwijder de contactsleutel en/of zet de hoofdschake-
laar in de uitgeschakelde stand wanneer u de machine
onbeheerd achterlaat (bijv. bij parkeren).
2-4
1
LEIL14CWL0041AA
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
