• Overschrijd niet de maximumsnelheid van 10 km/h (6 mph) wanneer de machine in belaste staat verkeert. Er kan
persoonlijk letsel of schade aan de machine optreden als limieten voor gebruik worden overschreden.
• Gebruik de machine niet voor andere doeleinden dan waarvoor de fabrikant hem heeft bestemd, zoals in deze
handleiding is beschreven.
• Gebruik de machine niet op hogere snelheden dan de belasting en de omgeving toelaten. Nat terrein of andere
condities waarbij er weinig grip op de grond is kunnen de remafstand langer maken of leiden tot instabiliteit van het
voertuig. Stem uw rijsnelheid altijd af op de belasting van het voertuig en de eigenschappen van de weg.
• Gebruik de machine niet op kwetsbare brughoofden en zwakke brugvloeren. Dergelijke constructies kunnen in-
storten en de machine zo doen omkantelen. Inspecteer altijd de toestand en het draagvermogen van bruggen en
opritten voordat u er overheen rijdt.
• Gebruik de machine niet zonder de veiligheidsgordel te dragen gedurende activiteiten waarbij gevaar voor kantelen
of omslaan bestaat. De ROPS-cabine of ROPS-structuur heeft alleen zijn maximale effect indien de bestuurder
aan de stoel verankerd blijft.
• Gebruik geen op de machine gemonteerde werktuigen die niet bij de machine passen of die niet stevig bevestigd
zijn. Dergelijke werktuigen verhogen de kans op omslaan en kunnen tegen de machine aanslaan wanneer ze
losraken.
• Gebruik de machine niet buiten de limieten voor dynamische stabiliteit. Hoge snelheid, abrupte manoeuvres en
snel en scherp bochten nemen zullen het risico voor omkantelen verhogen.
• Stap niet van de machine zonder de transmissie in de neutraalstand te zetten en de parkeerrem te activeren. Der-
gelijke werktuigen kunnen een noodstopinrichting op het werktuig zelf hebben, aangezien de operator tijdens het
bedrijf bepaalde handelingen moet kunnen uitvoeren. Andere werktuigen, ingeschakeld en aangedreven door de
machine, beschikken echter niet over een middel om de vermogensoverbrenging te stoppen dan de koppeling van
de machine.
• U dient de voorzorgsmaatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om altijd van de mogelijke aanwezigheid van om-
standers op de hoogte te zijn. Voer geen werkzaamheden uit als er zich omstanders binnen het bereik van de
machine bevinden. Houd omstanders uit de buurt van de machine tijdens de werkzaamheden; ze moeten het
werkterrein verlaten. Er bestaat niet alleen het risico om onder de machine te komen, maar bepaalde op de ma-
chine gemonteerde werktuigen kunnen voorwerpen wegslingeren en zo letsel veroorzaken. Stenen kunnen verder
weggeslingerd worden dan het gemaaide gewas. Let extra op wanneer u werkt naast de openbare weg of voetpa-
den. Voorwerpen kunnen tot buiten het veld worden weggeslingerd en onbeschermde personen zoals fietsers of
voetgangers raken.
• Laat geen bijrijders op de machine, laat geen personen op de toegang of trede naar de cabine staan wanneer de
machine in beweging is. Uw zicht naar links wordt belemmerd en een bijrijder loopt de kans bij onvoorziene of
abrupte bewegingen van de machine te vallen.
• Blijf altijd uit het werkbereik van de werktuigen. Wanneer u de hefinrichting bedient, moet u er zeker van zijn dat er
zich geen omstanders in de buurt van het werkgebieden bevinden.
• Uw compacte wiellader kan zijn uitgerust met een aantal sensoren die de veiligheidsfuncties regelen. Trippen van
deze sensoren zal een veilige bedrijfsmodus opleveren. Probeer niet om functies op de machine te bypassen. Dit
stelt u bloot aan ernstige risico's en bovendien kan het gedrag van de machine hierdoor onvoorspelbaar worden.
• De machine heeft slechts één bestuurdersplaats en is een voertuig dat door één persoon wordt bediend. Er mogen
zich geen andere personen op of rondom de machine bevinden tijdens normaal bedrijf.
• De machine is bedoeld voor gebruik onder normale omstandigheden voor de toepassingen zoals beschreven in
deze handleiding. Als de machine wordt gebruikt voor andere doeleinden of in gevaarlijke omgevingen, bijvoor-
beeld in een brandbare of explosieve atmosfeer, moeten speciale veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen
en moet de machine zijn uitgerust voor gebruik in deze omgevingen.
1 - ALGEMENE INFORMATIE
1-5