4. Verwijder het primaire luchtfilter .
5. Ga als volgt te werk om het primaire luchtfilter te reini-
gen: houd het filter met de rubberen afdichting omlaag
gericht. Tik met uw hand op alle kanten van het filter.
Blaas het filter door met perslucht: maximale druk
5 bar (72 psi). Houd het mondstuk minimaal 7.6 mm
(0.3 in) bij het filter vandaan. Gebruik een mondstuk
met een diameter van minimaal 6.4 mm (0.25 in).
LET OP: reinig het primaire luchtfilter van de motor nooit
met water.
6. controleer de binnenkant van het filter met een lamp op
beschadiging. Als het licht helder door het papier heen
schijnt, is het filter beschadigd en moet het filter worden
vervangen.
7. Breng het primaire luchtfilter weer aan.
8. Breng het deksel aan en zet de klemmen vast om het
deksel om zijn plaats vast te zetten.
9. Sluit de motorkap.
7 - ONDERHOUD
7-31
4
LEIL14CWL0107AA