SSL-compatibele snelkoppeling
1. Laat de hefarm neer en kantel de koppeling iets naar
achteren.
2. Ga naar de snelkoppelingsschakelaar (1) op het dash-
board in de rechterconsole in de cabine.
De snelkoppelingsschakelaar (1) is met behulp van
een mechanische vergrendeling geblokkeerd tegen
onbedoeld activeren. Om de mechanische vergren-
deling van de schakelaar (1) uit te schakelen, trekt u
de vergrendeling naar de bestuurder. Druk op het vlak
op de snelkoppelingsschakelaar (1) met het symbool
om de snelkoppelingsschakelaar in te schakelen.
3. Schuif de rol (2) van de joystick naar achteren om
de bevestigingspennen in trekken. Het rode indicatie-
lampje op het instrumentenpaneel gaat branden en de
bevestigingspennen blijven in de ingetrokken stand.
Trek de borgpennen niet in terwijl het voorzetstuk op
de grond rust of terwijl het in de stand voor storten
staat.
4. Controleer of de bevestigingspennen (7) zijn ingetrok-
ken. Plaats de borgcilinder (5) volledig in uw zicht om
visueel te controleren of de stangen (6) en bevesti-
gingspennen (7) van de positie-indicator volledig in-
getrokken zijn.
Als het rode uiteinde van de stangen (6) zichtbaar is,
zijn de borgpennen (7) ingetrokken.
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-12
7
LEIL15CWL0301AA
8
LEIL13CWL0019AB
9
LEIL13CWL0020AB
10
LEIL15CWL0302AB