4. Houd alle niet-geautoriseerde personen uit de buurt.
Claxonneer om omstanders te waarschuwen dat u van
plan bent de motor te starten.
5. Draai de contactsleutel in de ingeschakelde stand
(ON) en controleer de indicatielampjes op het instru-
mentenpaneel.
6. Wacht tot het indicatielampje (1) van de gloeibougie
uit gaat (nadat de voorverwarmingsfase van de motor
is afgelopen).
7. Wanneer het indicatielampje van de gloeibougie uit
gaat, draait u de contactsleutel in de stand START tot
de motor start, en laat de sleutel vervolgens los.
Dit maakt soepel draaien mogelijk tijdens het opwarmen
van de motor.
OPMERKING: het indicatielampje (1) kan tijdens het tor-
nen en vlak na het starten van de motor weer gaan bran-
den voor naverwarming.
LET OP: de startmotor is voorzien van een automatische-
uitschakelfunctie, die hem beschermt. In koude weers-
omstandigheden kan langdurig tornen nodig zijn.
8. Nadat de motor is gestart, controleert u of de juiste
indicatielampjes branden op het instrumentenpaneel.
Laat de motor draaien met laag stationair toerental en
de transmissie in de neutraalstand, tot de motorkoel-
vloeistof de bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
LET OP: beperk de belasting op de machine tot alle sys-
temen de bedrijfstemperatuur hebben bereikt. Dit is zeer
belangrijk bij werkzaamheden in extreem koud weer, ter
bescherming van de motor en de hydraulische systemen.
Motortoerental
Laat de motor NIET langdurig stationair draaien. Dit kan
leiden tot een lage bedrijfstemperatuur. Een lage bedrijf-
stemperatuur kan ertoe leiden dat er zuren en afzettingen
in de motorolie terechtkomen.
Laat de motor na het starten een minuut draaien met laag
stationair toerental; daarna kunt u het toerental en de be-
lasting opvoeren.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
Laat de motor altijd enkele minuten draaien met laag sta-
tionair toerental voordat u hem uitzet, om alle onderdelen
geleidelijk te laten afkoelen.
LET OP: zet de motor altijd uit terwijl hij met een zo laag
mogelijk toerental stationair heeft gedraaid, om schade
aan de turbocompressor te voorkomen.
4-3
1
LEIL14CWL0474AA