Toetsenpaneel
Het toetsenblok bevindt zich in de console, aan de rech-
terkant van het stuurwiel. Gebruik dit toetsenblok om
van het ene scherm naar het andere te bewegen, diverse
items te kiezen, de machinefuncties te bewaken en infor-
matie op te roepen.
Alle items met de gecomputeriseerde technologie van het
puntrasterdisplay (Dot Matrix Display - DMD) zijn in es-
sentie op dezelfde wijze geprogrammeerd.
Wanneer u het scherm gebruikt, scrollt u met de pijltoet-
sen (C) en (D) naar het gewenste item, markeert u dit item
en drukt u op de bevestigingstoets/Enter-toets (B).
Volg de instructies op het scherm en gebruik de beves-
tigingstoets om het item te openen. Gebruik de Escape-
toets (A) om terug te keren naar het hoofdmenu. Hierdoor
wordt het gekozen item opgeslagen in het geheugen.
Alle functies zijn in feite op dezelfde manier toegankelijk.
A. Escape/Home-toets - gebruik deze toets om het hui-
dige scherm af te sluiten en terug te keren naar het
rijscherm. Deze toets kan op elk moment worden ge-
bruikt om opnieuw te beginnen of om een veld te verla-
ten. Hij kan ook worden gebruikt voor het elektronisch
controleren van foutcodes.
B. Enter/bevestigingstoets - Gebruik deze toets om de
selecties te bevestigen: nadat de selecties zijn ge-
markeerd, de enter/bevestigingstoets gebruiken om
de selecties te kiezen.
C. Pijltoets omhoog - Gebruik deze toets om omhoog te
scrollen naar items.
D. Pijltoets omlaag - Gebruik deze toets om omlaag te
scrollen naar items.
OPMERKING: pijlen op het scherm geven aan of er zich
items omhoog of omlaag bevinden ten opzichte van het
huidige item.
De pijltoetsen gebruiken
Op elk moment tijdens bedrijf of wanneer de contactsleu-
tel in de ingeschakelde stand staat, kan de bestuurder met
de vier pijltoetsen (C) en (D) door vier informatiescher-
men en twee dagtellerschermen scrollen. Deze scher-
men vormen een lus en kunnen worden opgeroepen met
de pijltoets omhoog of omlaag. Bij de hierna weergege-
ven reeks handelingen wordt alleen de pijltoets omlaag
gebruikt.
OPMERKING: Als u op de Escape-toets drukt, wordt
weer het normale rijscherm weergegeven op het pun-
trasterdisplay.
Om de wijzigingen op te slaan in het
geheugen, moet de bestuurder op de bevestigingstoets
drukken en vervolgens met de Escape-toets terugkeren
naar het hoofdscherm.
uitgezet, worden de instellingen eveneens opgeslagen in
het geheugen.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
Wanneer de machine wordt
3-30
1
LEIL16CWL0587BB