3. Zet de machine op zijn plaats, waarbij de voorkant
van de koppeling is uitgelijnd met de haken van het
werktuig. Plaats de voorkant van de koppeling in het
werktuig.
4. Koppeling met horizontale pen
Zorg ervoor dat de rol (2) in de ontgrendelde stand blijft
staan. Kantel de koppeling terug met het werktuig,
om de pengaten in het werktuig uit te lijnen met de
bevestigingspennen van de koppeling.
5. Schuif de rol (2) naar voren om de bevestigingspen-
nen uit te schuiven. De bevestigingspennen moeten
volledig zijn uitgeschoven.
6. Koppeling met horizontale pen
Houd de koppeling in de stand voor terugkantelen.
Plaats de borgcilinder (3) volledig in uw zicht om visu-
eel te controleren of de bevestigingspennen (4) volle-
dig zijn uitgeschoven.
6. SSL-compatibele koppeling
Plaats de borgcilinders (5) volledig in uw zicht om visu-
eel te controleren of de positie-indicator van de stan-
gen (6) en bevestigingspennen (7) volledig naar bene-
den zijn uitgeschoven.
Als alleen het witte bovenste uiteinde van de stangen
(6) zichtbaar is, zijn de bevestigingspennen (7) volle-
dig uitgeschoven.
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-8
3
LEIL15CWL0136AB
4
LEIL14CWL0410AA
5
LEIL14CWL0116AB
6
LEIL15CWL0323AB