In gebruik onder extreme temperaturen
Werken in warme klimaten
1. Zorg ervoor dat het koelvloeistofniveau in het koel-
vloeistofreservoir en in de radiateur correct is.
2. Zorg ervoor dat u voor het koelsysteem de juiste
mengverhouding van ethyleenglycol en water ge-
bruikt.
3. Controleer de dop van het koelsysteem voordat u start
in warm weer. Vervang de dop indien nodig. Vervang
Werken in koude klimaten
WAARSCHUWING
Gevaar voor omstanders!
Controleer voordat u de motor start of er zich geen mensen in de buurt van de machine bevinden.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
WAARSCHUWING
Defectraken van materieel kan leiden tot ongevallen of letsel!
Controleer voordat u de machine bedient, of de stuurinrichting, de remmen, de bedieningselementen
voor het hydraulisch systeem, de instrumenten en de veiligheidsvoorzieningen naar behoren werken.
Zorg ervoor dat de bedieningshendel van de transmissie in de neutraalstand staat. Voer alle afstellin-
gen uit voordat u de machine gebruikt.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
In koud weer zijn speciale werkprocedures vereist. Onder deze omstandigheden vereist uw machine voor de beste
prestaties speciale procedures voor starten, op de bedrijfstemperatuur komen en onderhoud. Een juist onderhoud bij
koude weersomstandigheden verlengt de levensduur van uw machine.
Accu's
Reinig de accu's en zorg ervoor dat ze volledig zijn ge-
laden. Onder koude weersomstandigheden is het van
belang de machine voldoende lang te laten draaien om
de acculading die is gebruikt bij het starten, weer aan te
vullen. Onder de meeste koude weersomstandigheden
duurt dit ongeveer tien minuten, maar bij extreme kou kan
het 30 minuten duren.
OPMERKING: een volledig geladen accu heeft bij -17 °C
(1.4 °F) slechts 40% van het normale startvermogen. Bij
-29 °C (-20.2 °F) heeft de accu slechts 18%.
Controleer de accukabels en -polen. Reinig de aansluitin-
gen en breng er speciale afdichtingen op aan om corrosie
te voorkomen. Neem contact op met uw dealer.
Smeermiddelen
Houd u aan de aanbevolen servicewerkzaamheden voor
de olie en het filter van de motor en het hydraulisch sys-
teem, zoals vermeld in deze handleiding. Gebruik in elke
component olie met de juiste viscositeit voor de omge-
vingstemperaturen waarin de machine werkt. Neem voor
extreem koude weersomstandigheden contact op met uw
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
de dop door een origineel vervangingsonderdeel met
de juiste nominale drukwaarde.
4. Verwijder al het stof en vuil van de radiateur, de koeler
en de motor en zijn omgeving.
5. Controleer de toestand van de aandrijfriem voor ac-
cessoires.
6. Gebruik smeermiddelen met de juiste viscositeit. Zie
"Vloeistoffen en smeermiddelen" – hoofdstuk 7.
dealer voor alternatieve smeermiddelen voor het hydrau-
lisch systeem en de transmissie.
Brandstof
Raadpleeg uw brandstofleverancier voor de juiste brand-
stof voor koude weersomstandigheden. Het motorver-
mogen is lager als er zich wasdeeltjes in de brandstoffil-
ters bevinden. Bepaalde brandstofmengsels voor koude
weersomstandigheden leiden tot een lager motorvermo-
gen.
Controleer op water in het brandstofsysteem. Bij lage
temperaturen kan er zich condensaat vormen in de brand-
stoftank. Controleer het brandstofvoorfilter en de brand-
stoftank naar behoefte op water.
Koelsysteem
Controleer het koelvloeistofmengsel voordat u werkt bij
lage temperaturen. Er moet een mengsel van 50% ethy-
leenglycol en 50% water worden gebruikt. Dit mengsel
wordt gebruikt indien de laagste omgevingstemperatuur
-37 °C (-34 °F) is. Indien de omgevingstemperatuur lager
is, past u het mengsel aan. Het is raadzaam het hele jaar
door ethyleenglycol en water te gebruiken in de machine.
4-4
W0090A
W0204A