32
Sleutels, portieren en ruiten
Trek bij een storing de elektrische
treeplank handmatig in door het
oranje handwieltje achteraan de tree‐
plank los te schroeven en zorg dat er
niets bij het sluiten in de weg ligt.
Schroef het oranje handwieltje na het
intrekken van de treeplank weer vast.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Achterdeuren
Vergrendel en ontgrendel de achter‐
deuren met de handzender of de
sleutel (indien aanwezig).
Centrale vergrendeling 3 23, Portier‐
vergrendelknoppen 3 22.
Om de rechterachterdeur te openen,
aan de buitenkruk trekken.
De rechterdeur kan ook vanuit het
interieur worden geopend door aan
de binnenkruk te trekken.
De linkerachterdeur wordt dan
ontgrendeld met de hefboom.
9 Waarschuwing
Wanneer de auto langs de kant
van de weg geparkeerd is en de
achterportieren openstaan, zijn de
achterlichten mogelijk niet te zien.
Medeweggebruikers attent maken
op de auto door een gevarendrie‐
hoek te gebruiken of andere appa‐
ratuur zoals aanbevolen door het
verkeersreglement in uw land.
De deuren worden met deurvangers
onder een hoek van 90º gehouden.