Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Voordat u wegrijdt

Voor het wegrijden controleren
● Bandenspanning en -
staat 3 205, 3 251.
● Motoroliepeil en vloeistofniveaus
3 182.
● Ruiten, spiegels, buitenverlich‐
ting en kentekenplaat: vrij van
vuil, sneeuw of ijs en gebruiks‐
klaar.
● Juiste positie van spiegels, stoe‐
len en veiligheidsgordels 3 37,
3 45, 3 55.
● Werking van remsysteem (bij
lage snelheid), vooral bij vochtige
remmen.
Motor starten
● Draai de sleutel naar stand 1.
● Stuurwiel iets verdraaien om het
stuurslot te ontgrendelen.
● Trap de koppeling en rem in.
● Trap het gaspedaal niet in.
● Sleutel naar stand 2 draaien om
voor te verwarmen en wachten
totdat controlelampje ! op het
Driver Information Center dooft.
● Draai de sleutel naar stand 3 en
laat deze los.
Motor starten 3 138.
Kort en bondig
Stop/Start-systeem
Als controlelamp Ï op de instrumen‐
tengroep groen brandt, duidt dit op
een Autostop.
Handgeschakelde versnellingsbak
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat
en er bepaalde voorwaarden zijn
vervuld, activeer dan een Autostop
zoals hieronder beschreven:
● trap het koppelingspedaal in
● zet de keuzehendel in neutraal
● laat het koppelingspedaal los
Trap om de motor weer te starten,
met de keuzehendel op Neutraal, het
koppelingspedaal in.
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave